Ce faisant, cette interprétation serait de nature à porter atteinte à l’objectif poursuivi par la directive 2003/96, tel qu’énoncé aux considérants 6, 7, 11 et 12 de celle-ci, visant à encourager des objectifs de politique environnementale, dès lors que la cogénération offre un potentiel important d’économies d’énergie primaire et génère moins d’émissions de CO2 par unité produite que la production séparée de chaleur et d’électricité (voir, par analogie, arrêt du 7 mars 2018, Cristal Union, C‐31/17, EU:C:2018:168, points 34 à 37).
Aldus zou deze uitlegging afbreuk kunnen doen aan de doelstelling van richtlijn 2003/96, zoals vermeld in de overwegingen 6, 7, 11 en 12 van deze richtlijn, namelijk de bevordering van de doelstellingen van het milieubeleid, aangezien warmte-krachtkoppeling een aanzienlijk potentieel voor besparingen op primaire energie biedt en per geproduceerde eenheid minder CO2 uitstoot dan de gescheiden productie van warmte en elektriciteit (zie naar analogie arrest van 7 maart 2018, Cristal Union, C‐31/17, EU:C:2018:168, punten 34‐37).Eurlex2019 Eurlex2019