désolation oor Nederlands

désolation

/de.zɔ.la.sjɔ̃/ naamwoord vroulike

Évènement causant de la désolation ou de la peine.

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

beproeving

naamwoord vroulike

verdriet

naamwoord onsydig

La Méditerranée doit demeurer le trait d'union entre nos civilisations plutôt qu'un lieu de misère et de désolation.
De Middellandse Zee moet de verbinding blijven tussen onze beschavingen, in plaats van een oord van verderf en verdriet.

droefheid

naamwoord

bedroefdheid · zieleleed · hartzeer · ergernis · leed · smart · zorg · verwoesting · verslagenheid · eenzaamheid · probleem · desolaatheid · troostloosheid · mistroostigheid · ongemak · onrust · last

voorbeelde

Je suis désolé.
Het spijt me.

Je suis désolé, Karen...
Het spijt me zo erg van...

Désolée.
Het spijt me.

Okay, je suis désolé.
Oké, sorry.

je suis désolée, papa.
Het spijt me, pap.

Mais, Catherine, je suis désolée.
Maar, Catherine, het spijt me.

Je suis désolé pour George.
Spijtig van George...

« Je suis tellement désolée, papa », fit-elle dune voix entrecoupée de sanglots, tremblant de peur et de honte.
‘Het spijt me, papa, het spijt me,’ snikte ze, bevend van angst en schaamte.

Je suis désolé, si il vous a trompé.
Het spijt me als hij je misleid heeft.

Bonjour, désolé d'être en retard.
Sorry dat ik zo laat ben.

Désolé.
Het spijt me.

Désolé de t'avoir fait perdre ton boulot.
Het spijt me dat je door mij je baan kwijt bent.

Désolé de ne pas avoir été plus souvent là.
Sorry, dat ik er niet meer ben.

Désolée, ma chérie. » Tessa resta silencieuse un moment, comme si elle acceptait déjà le pire.
Tessa zweeg een tijdje, alsof ze zich al in het ergste geschikt had.

Je suis désolé, Doris... mais moi, si.
Het spijt me, Dory. Ik wel.

Je suis désolé, Cliff.
Het spijt me, Cliff.

Désolé, de m'être fait cette idée de toi.
Het spijt me dat ik dat ooit heb gedacht.

Je brûlerai et sèmerai la désolation, et je recevrai le pays d’Orrin, l’héritage sanglant d’Egan.
Ik zal platbranden en teisteren en Orrins gebieden, Egans bloedige erfenis, zullen me in handen vallen.

Je répondis avec un petit sourire : Non, désolée, il faut vraiment qu’on y aille.
Ik antwoordde met een halve glimlach: ‘Nee, het spijt me, we moeten er echt vandoor.’

Désolé, champion, mais vouloir et avoir, ce n'est pas la même chose.
Ik wil het niet voor je verpesten chef... maar willen en bezitten van zoiets zijn twee verschillende dingen.

Je suis infiniment désolé.
Ik vind het zo erg.

Oh, désolée les gars, désolée.
Sorry, mannen, sorry.

Désolée, je ne sais pas pourquoi j’ai dit oui.
Sorry, ik snap niet waarom ik ja zei.

Je suis tellement désolé que tu doives traverser ça.
Het spijt me dat je dat mee moest maken.