dieu de la mer oor Nederlands

dieu de la mer

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

watergod

god van het water, god van de zee. Neptunus (lat); Poseidon, Nereus, nereïden, Oceanus, oceaniden (gr); Njord (ger)

voorbeelde

Certains voient des chevaux au galop, des Vikings ou des dieux de la mer.
Sommige mensen zien galopperende paarden, of Vikingen of zeegoden.

Triton, fils de Neptune, dieu de la mer:
Triton, zoon van Neptunus, de god van de oceaan:

Le grand dieu de la Mer ne voulait pas qu’il meure.
De grote god van de zee wilde juist niét dat hij doodging.

Je connais les humeurs des dieux de la mer.
De zeegoden zijn meestal humeurig.

Les dieux de la mer sauront que je respecte l'ancien code, et ils nous protégeront.
‘De zeegoden zullen beseffen dat ik de oude wet in ere houd, en dan zullen ze ons beschermen.’

Poséidon Neptune Dieu de la mer.
Poseidon Neptunus God van de zee.

— Eortis, le défunt dieu de la Mer.
'Eortis, de dode god van de zee.

Pinorr voulut en profiter. - Seuls les dieux de la mer pourront nous protéger cette nuit.
‘Alleen de zeegoden kunnen ons deze nacht nog beschermen.

Les dieux de la mer m'ont averti de votre trahison ; ils m'ont protégé.
‘De zeegoden hebben me gewaarschuwd voor jullie verraad en waakten over mij.

Que préfère le dieu de la mer?
Wat heeft de zeegod liever?

Je suis Aegir, Dieu de la mer, et tu es Ran, ma déesse.
Ik ben Aegir, god van de zee En jij bent Ran, m'n zeegodin.

— Est-ce le dieu de la Mer ou celui des Enfers ?
‘Is dat de god van de zee of die van de hel?’

" Les baleines dans la voix du dieu de la mer du obéir. " - PRIMER NE.
" Walvissen in de stem van de zee, God te gehoorzamen. " - NE PRIMER.

Peut-être n’aurait-elle pas dû maudire le dieu de la Mer.
Misschien was het beter als ze de god van de zee niet vervloekte.

—Je vais te révéler un secret, fils du dieu de la Mer.
‘Ik zal je een geheim vertellen, zoon van de zeegod.

Depuis, nous nous sommes mis à vénérer les sept dieux de la mer.
Sindsdien zijn we overgegaan tot de verering van de zeven goden van de zee.

Que le dieu de la mer crache sur leurs offrandes.
Ik hoop dat de zeegoden zullen spugen in hun offers.

—Oui, dédié à Dalae-oh-contremo, le dieu de la mer.
'Ja, voor Dalae-oh-contremo, de god van de zee.

cria-t-elle. — Dieux de la mer, mon enfant, qu’y a-t-il ?
‘Grote goedheid, kind, wat is er?’

Je connais les humeurs des dieux de la mer
De zeegoden zijn meestal humeurig

Veut dire « Fils du dieu de la mer ».
"'Betekent ""Zoon van de Zeegod'?"

— Le père d’Ondine, Poséidon, dieu de la Mer, en fut si fâché qu’il maudit Hans
‘Daarover werd Undines vader, de zeegod Poseidon, zo kwaad dat hij Hans vervloekte.’

Mais maintenant, par les dieux de la mer et du ciel Faites cap sur Tortuga!
Maar nu, bij de goden van zee en lucht op naar Tortuga.

Le Dieu de la Mer favorise les justes, Cradic!
De god van de zee beloont de rechtschapenen, Cradic!

Les anciens dieux de la Mer, qui régnaient au temps des Titans, s’étaient mis en guerre contre notre père.
De oude zeegoden, die in de tijd van de Titanen over de oceanen heersten, wilden een oorlog met onze vader ontketenen.