garçon oor Nederlands

garçon

/ɡaʁ.sɔ̃/ naamwoord manlike

Descendant

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

jongen

naamwoord manlike

enfant ou adolescent de sexe masculin

Le garçon debout de ce côté est mon fils.
De jongen die aan deze kant staat is mijn zoon.

kelner

naamwoord manlike

Personne qui sert les clients dans un restaurant, un café, ...

Een persoon die bedient in een restaurant, een café, of iets dergelijks.

Garçon ! Je voudrais payer.
Kelner, ik zou willen betalen!

knaap

naamwoord manlike

Une jeune personne de sexe masculin, usuellement un enfant ou un adolescent.

Een jong mannelijke persoon, meestal een kind of tiener.

Le garçon qui grimpa au tronc était bien méchant.
De knaap was'n aap, klom in de bonenstaak.

ober · vrijgezel · knul · mannen · kerel · joch · celibatair · huisboy · jonggezel · kerels · jochie · boy · loopjongen · jongens · jong · gozer · jongensachtig · boys

Soortgelyke frases

vieux garçon
siernetel

Garçon manqué
Tomboy

garçon manqué
tomboy

garçon de ferme
boerenjongen · boerenzoon

Chœur de garçons de Bâle
Bazels Jongenskoor

nom de garçon
jongensnaam

garçons et filles
zoons en dochters

coupe à la garçonne
Bob

coiffure à la garçonne
bob · boblijn · bobline

voorbeelde

Joseph veut un garçon.
Joseph wil een jongen.

Et lui aussi, notre petit garçon, il était content.
En hij, ons zoontje, was daar ook blij om.

Il vit un jeune garçon courir vers les arbres et se lança à sa poursuite.
Hij zag een jongeling naar de bomen rennen en reed achter hem aan.

« Elles risquent aussi d’attirer l’attention de garçons plus âgés, plus susceptibles d’avoir déjà eu des rapports sexuels », lit- on dans le livre A Parent’s Guide to the Teen Years.
Het boek A Parent’s Guide to the Teen Years zegt: ‘Ze lopen ook het risico aandacht te krijgen van oudere jongens die vaak al seksueel actief zijn.’

Qui est ce petit garçon avec vous ?
Wie is dat jongetje dat je bij je hebt?

Le garçon nous a prévenu de ce dont vous aviez besoin, et tout vous attend.
De jongen zei al wat U nodig hebt, en alles ligt klaar voor U.

Tu es un grand garçon, n'est-ce pas?
Wat ben jij toch een grote jongen.

Brian reporta son attention sur le petit garçon dans ses bras.
Brian richtte zijn aandacht op de kleine jongen in zijn armen.

— Tu es très joli garçon, Barth.
‘Je bent een heel knappe man, Barth.’

Son fils n'a rien d'extraordinaire, c'est un garçon normal. « Il faut que j'y aille, maman
Haar zoon is niets bijzonders, hij is gewoon net als de anderen ‘Ik moet ervandoor, ma.’

Cinq filles, puis deux garçons, d’après ce qu’on m’a dit.
‘Vijf dochters en toen twee jongens, heb ik gehoord.’

Se pourrait-il que les garçons aiment ça ?
Zouden jongens het soms fijn vinden?

" Ha, ha, mon garçon, que pensez- vous de cela? "
" Ha, ha, mijn jongen, je doet wat maken van dat? "

j joue au ballon avec les grands garçons —Vous pouvez me laisser ici?
j voetbalt met de grote jongens ‘Kunt u me er hier uit laten?’

Les petits garçons ont besoin de leur père.
Jongens hebben hun vader nodig.

Les dépenses en matière d'installations sportives doivent faire l'objet d'un suivi rigoureux afin de garantir que les activités proposées sont autant destinées aux filles qu'aux garçons, le taux d'obésité chez les filles augmentant plus rapidement que chez les garçons.
Er dient zorgvuldig te worden nagegaan aan welke sportvoorzieningen geld wordt uitgegeven; zowel meisjes als jongens moeten er gebruik van kunnen maken, zeker omdat obesitas onder meisjes sneller toeneemt dan onder jongens.

Mais aucune femme dans cette file d'attente n'oubliera ce jour, et aucun petit garçon passé devant nous n'oubliera ce jour.
Geen enkele vrouw in die rij zal die dag ooit vergeten en geen enkel jongetje dat ons voorbij liep zal die dag vergeten.

— C’est un garçon ou une fille ?
‘Is het een jongetje of een meisje?’

[...] C’était la foi simple, la foi d’un jeune garçon qui allait être formé aux choses qui ont trait à Dieu.
[...] Er was eenvoudig geloof, het geloof van een jongen die instructie in de dingen Gods zou krijgen.

Je n'aurai pas pitié de toi, mon garçon!
Je krijgt geen medelijden van mij, jongen!

John et les autres garçons du même niveau avaient été déplacés au premier rang.
John en de andere jongens waren voorin gezet.

Si les garçons parlent de leur évêque au Seigneur, il est probable qu’ils prendront très au sérieux les entrevues qu’ils ont avec lui, dans lesquelles ils discutent de leur avancement à la prêtrise, ainsi que des bénédictions d’une mission et du temple.
Als jongens de Heer aanspreken over hun bisschop, is het waarschijnlijker dat ze de gesprekken met de bisschop over vooruitgang in het priesterschap, een zending en tempelzegeningen serieus nemen.

“C'est toi qui ne comprends pas, insolent petit garçon.
“Jij bent degene die het niet begrijpt, jij brutale kleine jongen.

Ça explique l' orchestre et les garçons d' étage en tutu
Vandaar dat orkest en die dansende kelners

Puis il dit en indiquant le garçon: “Amenez- le- moi.”
Daarna zegt Jezus met betrekking tot de jongen: „Brengt hem bij mij.”