grandir oor Nederlands

grandir

/ɡʁɑ̃.diʁ/ werkwoord

(Pour un être vivant) Devenir plus grand.

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

groeien

werkwoord

(Pour un être vivant) Devenir plus grand.

Groter worden.

Tom a grandi dans un petit village de pêcheurs.
Tom groeide op in een klein vissersdorpje.

toenemen

werkwoord

Mon échec grandissant, mes envies ont fait de même.
Zoals mijn mislukkingen toenamen, nam ook mijn hunkering toe.

wassen

werkwoord

La pleuroxis était a peine un rhume quand j'ai grandi sur Qresh.
Pleuroxis was minder dan een griepje op Qresh.

gedijen · opgroeien · aanwassen · groter worden · vergroten

Soortgelyke frases

grandi
getogen

Aeshna grandis
Bruine glazenmaker

Dino Grandi
Dino Grandi

L’Été où j’ai grandi
Io non ho paura

voorbeelde

La ville avait encore grandi et s'était encore modernisée.
De stad was nog groter en moderner geworden.

Une longue et heureuse vie ensemble, à deux, à regarder les enfants grandir.
Een lang en gelukkig leven samen, wij samen, om de kinderen te zien groeien.

Est-ce qu'une de ces bêtes a grandi dans ma maman?
Had ze zo'n beest in haar?

Jenny avait grandi sans savoir qui était son père.
Ze was opgegroeid zonder te weten wie haar vader was.

Retiré dans le village de Hamleigh, il occupait le manoir où il avait grandi.
Hij had zich teruggetrokken in het dorp Hamleigh, en weer zijn intrek genomen in het huis waarin hij was opgegroeid.

L'arbre a cessé de grandir.
De boom is gestopt met groeien.

” Les disciples de Jésus avaient grandi dans cette mentalité ; c’est pourquoi, en revenant de la ville, ils “ s’étonnaient parce qu’il parlait avec une femme ”.
Jezus’ discipelen waren in zo’n atmosfeer opgegroeid; dus toen zij terugkwamen, „gingen [zij] zich verwonderen omdat hij met een vrouw sprak” (Johannes 4:27).

Mon inquiétude a encore grandi au centre de formation missionnaire.
Die bezorgdheid nam in het opleidingscentrum voor zendelingen toe.

Grâce à ces vastes installations on ne peut mieux situées, les serviteurs de Jéhovah du Liberia sont bien équipés pour répondre à l’intérêt grandissant de la population.
Met dit nieuwe en ideaal gelegen gebouw zijn Jehovah’s dienstknechten in Liberia goed toegerust om de toenemende belangstelling te behartigen.

J'ai grandi à Brixton.
Ik kom uit Brixton.

Dans le village du Hesse où j'ai grandi, c'était un notable, il était propriétaire d'une carrière.
In het dorp in Hessen waar ik opgroeide was hij, als eigenaar van een steengroeve, algemeen gezien.

Si ce mouvement devait grandir, s'il devait influencer la politique agricole, pouvez-vous imaginer que, en 2015, une Commission sera politiquement en mesure de résister aux demandes de ce mouvement d'augmenter ou de réappliquer le régime des quotas du lait d'une manière flexible?
Als deze ontwikkeling zou doorzetten en het landbouwbeleid zou gaan beïnvloeden, kunt u zich dan voorstellen dat de Commissie in 2015 nog in staat is politieke weerstand te bieden tegen de eisen van deze beweging om de zuivelquota te verhogen of het quotumsysteem flexibel toe te passen?

Grandir dans cette grande maison délabrée avec ma grand-mère pour toute présence... Je lui souris
Opgroeien in dit grote oude huis met mijn grootmoeder... Ik wilde niet dat ze zich eenzaam zou voelen.’

Par exemple, moi, garçon plutôt timide qui avait grandi dans une ferme, je quittai la maison pour la première fois lorsque je commençai le service de pionnier, à l’âge de vingt ans.
Toen ik bijvoorbeeld op twintigjarige leeftijd het huis verliet om te gaan pionieren, was ik een nogal verlegen boerenjongen.

Pourquoi ne se souvenait-elle pas de la paroisse où il avait grandi ?
Waarom kon ze zich niet herinneren waar hij was opgegroeid?

De grandir avec un jumeau?
Opgroeien met een tweelingbroer.

Vers minuit, l’hilarité avait grandi.
Tegen middernacht was de feestvreugde toegenomen.

qui me fait penser à là où j'ai grandis.
Doet me denken aan waar ik opgroeide.

Mais, en me basant sur ce que j'ai lu, je peux dire qu'on a grandi dans deux maisons différentes.
Maar op basis van wat ik lees, we zijn opgegroeid in twee verschillende huizen.

—Mario et moi avons grandi ensemble...
‘Mario en ik zijn samen opgegroeid.

Afin qu’ils continuent de grandir, non seulement pour la maturité, mais “ pour le salut ”, autrement dit afin qu’ils s’assurent leur appel et leur choix (1P 2:2 ; 2P 1:10).
Dat zij niet alleen tot rijpheid mogen blijven groeien, maar „tot redding”, dat wil zeggen, dat zij hun roeping en verkiezing voor zichzelf vastmaken (1Pe 2:2; 2Pe 1:10).

J’ai grandi avec mes frères et sœurs dans un petit village où mon père était agriculteur et menuisier.
Mijn vader was boer en timmerman.

De ce début modeste, la Primaire a grandi jusqu’à faire partie de l’Église dans le monde entier.
Uit dat kleine begin is het jeugdwerk gegroeid tot een onderdeel van de kerk dat over de hele wereld te vinden is.

Ils avaient grandi ensemble. — Bonjour tout le monde, dit Kimble.
‘Hallo, allemaal,’ zei Kimble.

Il y a quelques années, j'étais dans un marché dans la ville où j'ai grandi dans cette zone rouge dans la partie Nord Est de la Pennsylvanie, et je me tenais au- dessus d'un boisseau de tomates.
Een paar jaar geleden was ik op de markt in het dorp waar ik opgroeide in dat rode stuk in noordoost Pennsylvania, en ik stond gebogen over een tros tomaten.