C'est cette disposition qui a permis aux employeurs des demanderesses, Mmes Høj Pedersen (premier litige), Andresen (deuxième litige) et Sørensen (quatrième litige), sur lesquelles avaient été diagnostiqués, durant leur grossesse, respectivement un relâchement pelvien, un risque de fausse-couche et une hyperémèse gravidique, et qui avaient dû arrêter leur activité professionnelle, de cesser de leur verser leur salaire, en les invitant à solliciter les indemnités de maternité anticipées.
Op grond van die bepaling konden de werkgevers van verzoeksters Høj Pedersen (eerste onderdeel), Andresen (tweede onderdeel) en Sørensen (vierde onderdeel), bij wie tijdens de zwangerschap diagnoses waren gesteld van, respectievelijk, bekkeninstabiliteit, dreigende miskraam en zwangerschapsbraken, en die hun werkzaamheden moesten stopzetten, de betaling van het loon staken en de betrokkenen in overweging geven de vervroegde bevallingsuitkering aan te vragen.EurLex-2 EurLex-2