navré oor Nederlands

navré

adjektief, tussenwerpsel, werkwoord manlike

contristé

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

sorry

tussenwerpsel

Petey, navré de te réveiller.
Petey, sorry dat ik je wakker maak.

excuseer

Phrase

Navré pour ce dérangement.Tout va très bien
Excuseert u de opwinding. 't Is nu voorbij

pardon

Phrase

het spijt me

Écoutez, shérif, navré de l'inquiétude que vous devez éprouver pour votre sœur.
Sheriff, het spijt me dat uw zuster hierbij betrokken is.

Soortgelyke frases

navrant
afkeurenswaardig · bedroevend · beklagenswaardig · beroerd · betreurenswaardig · deplorabel · jammer · jammerlijk · navrant · sneu · spijtig · teleurstellend · triest · verschrikkelijk · verstorend · vreselijk

navrer
bedroeven · droevig maken · ergeren · irriteren · ontstemmen · triestig maken

voorbeelde

alors, navré de vous le dire, Hadrian, mais votre cuisine ne m’a guère impressionné.
‘Ah, tja, ik zeg het niet graag, Hadriaan, maar ik was niet onder de indruk van je kookkunsten.

Je suis navré.
Het spijt me.

Oui, je sais, très bizarre, navrée.
Ik weet het, het spijt me, heel maf.

Je suis navrée d’apprendre que M. Mandelson n’est pas sensibilisé par ce problème.
Ik betreur het te horen dat commissaris Mandelson niet gevoelig lijkt te zijn voor deze problematiek.

Navré, messieurs.
Sorry, heren.

Navré de vous déranger a un moment pareil
Het spijt me dat ik u nu moet lastigvallen

Ça m’a navré d’apprendre qu’elle avait un cancer.»
Ik vond het zo erg om te lezen dat ze kanker had.’

Je t'ai dit que j'étais navré.
Ik heb toch gezegd dat het me spijt.’

Navrée de vous couper, ce procès se fera pas dans la presse.
Sorry, dat ik je moet onderbreken, maar we hebben niet de intentie dit aan de pers door te spelen.

Je suis navrée de vous avoir réveillé... rendormez-vous
Neem me niet kwalijk, dat ik je heb wakkergemaakt — ga nu maar weer slapen.'

Oh, je suis tellement navrée
Oh, dat spijt me zeer

Je suis navrée.
Het spijt me.

Elle sera navrée de t’avoir raté.
Maar ze zal het jammer vinden dat ze je heeft gemist.’

Je suis navré
Het spijt me heel erg

Navré, les gars, mais vous allez mourir.
Jammer hoor, jongens, maar jullie gaan sterven.

Navrée pour elle, mais encore plus navrée pour moi, je présume.
Ik had medelijden met haar, maar nog meer met mezelf, geloof ik.

Navrée de vous embêter.
Het spijt me te storen jullie.

Je suis navré de l'apprendre.
Gecondoleerd met je verlies.

—Erik... Je suis navrée d’avoir essayé de te séduire.
‘Erik... Het spijt me dat ik geprobeerd heb je te verleiden.

Je suis vraiment navrée, j'ai oublié votre nom.
Het spijt me maar ik ben uw naam vergeten.

On est navrés, même si c' est Hank qui nous avait abandonnés
We vinden het verschrikkelijk, maar Hank liet ons alleen

— Navrée de vous avoir dérangés, vous et votre « amie ».
‘Het spijt me dat ik jou en je “goede vriendin” heb gestoord.’

Quoi que j'aie fait, je suis navré.
Wat ik ook deed, het spijt me zo.

Eh bien, je suis navrée de ne pas être à la hauteur de tes attentes royales.
‘Sorry dat ik niet aan je koninklijke standaard voldoe.’

Mais Gustave continuait à le regarder fixement, profondément, sans cesser de sourire, de ses lèvres fines, si navrées.
Maar Gustave bleef hem strak aankijken, zonder dat het lachje van zijn magere, pijnlijk vertrokken lippen verdween.