Eenzaadlobbigen oor Engels

Eenzaadlobbigen

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Monocots

Monocotyledon

eenzaadlobbigen

naamwoord

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

monocotyledon

naamwoord

Plant belonging to Monocotyledones or Liliopsida

monocots

naamwoord

important clade of plants

Alleen eenzaadlobbigen zijn van de beoordeling uitgesloten.
Only monocots are excluded from the assessment.

voorbeelde

Alleen eenzaadlobbigen zijn van de beoordeling uitgesloten.
Only monocots are excluded from the assessment.

In samenvatting heten de eenzaadlobbigen: Monocotyledoneae in het De Candolle-systeem alsook in het Englersysteem.
In summary the monocotyledons were named: Monocotyledoneae in the de Candolle system and the Engler system.

Monocotyledones in het Bentham & Hooker-systeem en het Wettsteinsysteem klasse Liliopsida in het Takhtajan and het Cronquistsysteem (alsook in het Revealsysteem). onderklasse Liliidae in het Dahlgrensysteem en het Thornesysteem. clade monocots in het APG- en het APG II-systeem (de 23e druk van de Heukels vertaalt dit als "Eenzaadlobbigen".
Monocotyledones in the Bentham & Hooker system and the Wettstein system class Liliatae and later Liliopsida in the Takhtajan class Liliopsida in the Cronquist system (also in the Reveal system). subclass Liliidae in the Dahlgren system and the Thorne system (1992) clade monocots in the APG system, the APG II system and the APG III system.

Bemesting en bestuiving van eenzaadlobbige.
Fertilization and pollination of monocots.

Deze twee zijn de enige grote systemen die de naam gebruiken, en in beide systemen verwijst het naar de groep die bekendstaat als eenzaadlobbigen.
These two are the only major systems to use the name, and in both these systems it refers to the group more widely known as the monocotyledons.

Er moeten proeven rond het verband tussen dosis en effect worden overgelegd voor een selectie van 6 tot 10 eenzaadlobbige en tweezaadlobbige plantensoorten die zo veel mogelijk taxonomische groepen vertegenwoordigen.
Dose-response tests on a selection of 6 to 10 monocotyledon and dicotyledon plant species representing as many taxonomic groups as possible shall be provided.

Beschrijving: "Zafferano di San Gimignano" wordt verkregen door het roosteren van het oranjerode gedeelte van de stigma's van de bloemen van het knolgewas Crocus Sativus L, een eenzaadlobbige graslandplant die tot de familie van de Iridaceae behoort.
Description: "Zafferano di San Gimignano" is produced by roasting the orange-red coloured part of the floral stigmas of Crocus sativus L., a corm of the iridaceae family.

Er moeten proeven rond het verband tussen dosis en effect worden uitgevoerd op een selectie van 6 tot 10 eenzaadlobbige en tweezaadlobbige plantensoorten die zo veel mogelijk taxonomische groepen vertegenwoordigen.
Dose-response tests on a selection of 6 to 10 monocotyledon and dicotyledon plant species representing as many taxonomic groups as possible shall be required.

„Echalote d’Anjou” is een eenzaadlobbige die behoort tot de familie Liliaceae, het geslacht Allium en de soort Cepa. De sjalot valt uitsluitend onder de Aggregatum-groep.
The ‘Echalote d’Anjou’ is a monocot belonging to the Liliaceae family of the Alium cepa species and falling exclusively within the Aggregatum group.

„Echalote d’Anjou” is een eenzaadlobbige die behoort tot de familie Liliaceae, het geslacht Allium en de soort cepa en die uitsluitend onder de Aggregatum-groep valt.
The ‘Echalote d’Anjou’ is a monocot falling exclusively within the Aggregatum group of the Allium cepa species, belonging to the Liliaceae family.

De nationale bevoegde autoriteiten kunnen om aanvullende proeven verzoeken op andere macrofytensoorten, naargelang het werkingsmechanisme van de stof, of wanneer proeven om de werkzaamheid te bepalen of proeven met landplanten uit niet-doelsoorten (zie punt 8.6. van deel A van deze bijlage en punt 10.6 van deel A van de bijlage bij Verordening (EU nr. 284/2013) duidelijke aanwijzingen opleveren voor een hogere toxiciteit voor houtachtige plantensoorten (bv. auxineremmers, herbiciden tegen breedbladigen) of andere eenzaadlobbige plantensoorten (bv. herbiciden tegen gras).
Additional testing may be required by the national competent authorities on other macrophyte species depending on the mode of action of the substance, or if clear indications of higher toxicity are apparent to dicotyledonous (for example auxin inhibitor, broad leaf herbicides) or other monocotyledonous (for example grass herbicides) plant species from efficacy or terrestrial non-target plants tests (see point 8.6 of Part A of this Annex and point 10.6 of Part A of the Annex to Regulation (EU) No 284/2013).

Waar nodig kunnen aanvullende proeven met aquatische macrofytensoorten worden uitgevoerd op tweezaadlobbige soorten, zoals Myriophyllum spicatum of Myriophyllum aquaticum, of op een eenzaadlobbige soort, zoals het watergras Glyceria maxima.
Additional aquatic macrophyte species tests may be undertaken on a dicotyledonous species, such as Myriophyllum spicatum, Myriophyllum aquaticum or a monocotyledonous species, such as aquatic grass Glyceria maxima, as appropriate.

Alleen eenzaadlobbigen zijn van de beoordeling uitgesloten
Only monocots are excluded from the assessment

Het Takhtajansysteem ziet dit als een uit zes onderklassen binnen de klasse Liliopsida (= eenzaadlobbigen).
The Takhtajan system treats this as one of six subclasses within class Liliopsida (= monocotyledons).

De redactie van de Cambridge Botanical Handbooks series had in 1910 aan Ethel Sargant gevraagd om voor deze serie een boek over eenzaadlobbigen te schrijven.
The Editors of the Cambridge Botanical Handbooks series had asked Ethel Sargant in 1910 to prepare a volume on the monocots for this series.

Deze planten werden meestal ingevoegd bij de familie Liliaceae. De familie wordt wel erkend door het APG-systeem (1998) en het APG II-systeem (2003), en in beide systemen wordt de familie niet geplaatst in een orde, maar enkel in de clade van de monocots (in de Heukels vertaald als: Eenzaadlobbigen). De APWebsite die deze familie ook erkent [19 juli 2009], plaatst haar in een orde Petrosaviales.
The family has only been recognized in modern classifications, previously the plants involved were usually treated as belonging to the family Liliaceae. The APG II system recognized the family and assigned it to the clade monocots, unplaced as to order. The APG III system of 2009 placed family Petrosaviaceae in order Petrosaviales.[1]

Palmbomen, die ook tot de eenzaadlobbigen behoren, kennen een vorm van schijn-diktegroei. Deze berust echter nog steeds op delingen in cellen afgeleid van het -primair- apicaal meristeem.
Palmbomen, which also belong to the monocots, know a kind of pseudo-thickening growth: however, this mode of lateral expansion of the stem still relies on division of cells derived from the -primary- apical meristem.

Philydraceae is een botanische naam, voor een familie van eenzaadlobbige planten.
The families of flowering plants: descriptions,

Eriocaulaceae is een botanische naam, voor een familie van eenzaadlobbige planten.
The families of flowering plants: descriptions,

Kenmerkend voor éénzaadlobbigen is, behalve de afwezigheid van een vaatbundelcambium, dat de vaatbundels in de stengel verspreid liggen (zwarte pijlen in overzicht A bij mais), en dat elke vaatbundel een gesloten structuur vormt (aanwezigheid van een schede, zie B).
Another characteristics of monocots, besides the absence of vascular cambium, is that the vascular bundles are scattered through the ground tissue of the stem (black arrows in overview A on maize), and that each vascular bundle forms a close structure (presence of a sheath, see B).