Gelimer oor Engels

Gelimer

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Gelimer

voorbeelde

Gelimer reageerde op Godas' opstand door het grootste deel van zijn vloot, 120 van zijn beste schepen, en 5.000 man onder zijn eigen broeder Tzazon, naar Sardinië te sturen om hem te onderdrukken.
Gelimer reacted to Godas' rebellion by sending the bulk of his fleet, 120 of his best vessels, and 5,000 men under his own brother Tzazon, to suppress it.

Het Romeinse expeditieleger voer uit bij Constantinopel laat in juni van het jaar 533, en landde vroeg in september, na een zeereis langs de kusten van Griekenland en Zuid-Italië op de Afrikaanse kust bij Caputvada, tot Gelimers volledige verrassing.
The Roman expeditionary force set sail from Constantinople in late June 533, and after a sea voyage along the coasts of Greece and southern Italy, landed on the African coast at Caputvada in early September, to Gelimer's complete surprise.

Omdat hij hiervan niet op de hoogte was, marcheerde Gelimer met het hoofdleger op en joeg de Romeinen die zich bij Ad Decimum bevonden op de vlucht.
Unaware of all this, Gelimer marched up with the main army and scattered the Roman advance forces present at Ad Decimum.

Dit leidde Gelimer niet enkel af van de voorbereidingen van de keizer, maar verzwakte de Vandaalse verdedigingen ook door het zenden van het grootste deel van de Vandaalse vloot en een groot deel van hun leger onder Gelimers broer Tzazon naar Sardinië.
These not only distracted Gelimer from the Emperor's preparations, but also weakened Vandal defences through the dispatch of the bulk of the Vandal navy and a large portion of their army under Gelimer's brother Tzazon to Sardinia.

Belisarius zelf leidde met zijn bucellarii de achterkant van het leger, om het te beschermen van een eventuele aanval van Gelimer, waarvan geweten was dat hij zich dicht bij hen bevond.
Belisarius himself with his bucellarii led up the rear, to guard against any attack from Gelimer, who was known to be in the vicinity.

Nadat hij zich van de loyaliteit van de bevolking en het leger verzekerd had en de muren voltooid had, besloot Belisarius om tegen Gelimer ten strijde te trekken en midden december marcheerde hij Carthago uit in de richting van het versterkte Vandaalse kamp bij Tricameron, op ongeveer 28 km afstand van Carthago.
After securing the loyalty of the populace and the army, and completing the repairs to the walls, Belisarius resolved to meet Gelimer in battle, and in mid-December marched out of Carthage in the direction of the fortified Vandal camp at Tricamarum, some 28 km from Carthage.

Kort na zijn troonsbestijging begon Gelimers binnenlandse politiek te verergeren, want hij vervolgde nu ook zijn politieke tegenstanders onder de Vandaalse adel door hun bezittingen te confisqueren en velen van hen te executeren.
Soon after his seizure of power, Gelimer's domestic position began to deteriorate, as he persecuted his political enemies among the Vandal nobility, confiscating their property and executing many of them.

Deze laatste liet Procopius weten dat de Vandalen niet enkel niet op de hoogte waren van Belisarius en zijn vloot, maar ook dat Gelimer, die net Tzazons expeditie naar Sardinië had gestuurd, niet in Carthago was, maar in de kleine, meer naar het binnenland gelegen stad Hermione.
The latter informed Procopius that not only were the Vandals unaware of Belisarius' sailing, but that Gelimer, who had just dispatched Tzazon's expedition to Sardinia, was away from Carthage at the small inland town of Hermione.

Al in april 534, voor de overgave van Gelimer, werd de oude Romeinse provinciale verdeling samen met de Romeinse administratie hersteld, onder een Praetoriaanse prefect in plaats van onder een diocesische vicarius, omdat de originele prefectuur van Africa, Italië, nog steeds onder Ostrogotisch gezag was.
Already in April 534, before the surrender of Gelimer, the old Roman provincial division along with the full apparatus of Roman administration was restored, under a praetorian prefect rather than under a diocesan vicarius, since the original parent prefecture of Africa, Italy, was still under Ostrogothic rule.

Gelimer koos er ook voor om de opstand in Tripolitanië op dat moment te negeren, omdat het zowel een kleinere dreiging als meer afgelegen was, terwijl de behoefte aan mankracht hem dwong om te wachten op Tzazons terugkeer uit Sardinië voor hij andere veldtochten zou kunnen ondernemen.
Gelimer also chose to ignore the revolt in Tripolitania for the moment, as it was both a lesser threat and more remote, while his lack of manpower constrained him to await Tzazon's return from Sardinia before undertaking further campaigns.

Gelimers plan om het Romeinse leger te omsingelen en te vernietigen was bijna gelukt, maar Belisarius kon het Vandalenleger op de vlucht drijven en kon Carthago veroveren.
Gelimer's elaborate plan to encircle and destroy the Roman army came close to success, but Belisarius was able to drive the Vandal army to flight and occupy Carthage.

Gelimer, die zag dat alles verloren was, vluchtte met enkele bedienden naar Numidië, waarna de Vandalen alle hoop op weerstand opgaven en hun kamp verlieten, dat daarna geplunderd werd door de Romeinen.
Gelimer, seeing that all was lost, fled with a few attendants into the wilds of Numidia, whereupon the remaining Vandals gave up all thoughts of resistance and abandoned their camp to be plundered by the Romans.

In december ging Gelimer naar Carthago en vocht opnieuw met de Romeinen in de slag bij Tricameron.
In December, Gelimer advanced towards Carthage and met the Romans at the Battle of Tricamarum.

Gelimer stuurde ook agenten naar de stad om de loyaliteit van de inwoners en het keizerlijke leger te ondermijnen.
Gelimer also dispatched agents to the city to undermine the loyalty of the inhabitants and the imperial army.

In een poging om verdeeldheid te zaaien onder de Vandalen gaf Belisarius een brief geschreven door Justinianus aan de Vandaalse adel, waarin de keizer zei dat hij deze veldtocht hield om de wettige koning op zijn troon te herstellen tegen de overweldigaar Gelimer.
In an attempt to sow division among the Vandals, Belisarius gave a letter written by Justinian and addressed to the Vandal nobles to a captured Vandal messenger, in which the emperor claimed to be campaigning on behalf of the legitimate king Hilderic against the usurper Gelimer.

Hoewel dit een succes was voor Gelimer, veranderde het zijn hopeloze situatie niet omdat zijn volgelingen geblokkeerd bleven en hongersnood begonnen te leiden.
While a success for Gelimer, it did not alter his hopeless situation, as he and his followers remained tightly blockaded and began to suffer from lack of food.

De Catholic Encyclopedia stelt dat "Gelimer eervol behandeld werd en grote stukken land geschonken kreeg in Galatië.
The 1913 Catholic Encyclopedia states that "Gelimer was honourably treated and received large estates in Galatia.

De Romeinen stopten om te treuren over hun leider waardoor Gelimer kon ontsnappen, eerst naar Hippo Regius en van daaruit naar de stad Medeus op de Papuaberg, op wiens Moorse inwoners hij kon vertrouwen.
The Romans halted to mourn their leader, allowing Gelimer to escape, first to Hippo Regius and from there to the city of Medeus on Mount Papua, on whose Moorish inhabitants he could rely.

De Romeinen marcheerden langs Thapsus, Leptis Parva en Hadrumentum naar Grasse, waar ze voor het eerst een schermutseling aangingen met de verkenners van Gelimers leger.
The Romans advanced through Thapsus, Leptis Parva and Hadrumetum to Grasse, where for the first time they engaged in a skirmish with the scouts of Gelimer's army.

Terwijl Belisarius zelf het koninklijke paleis innam, zich neerzette op de troon van de koning, en het diner opat dat Gelimer had laten klaarmaken voor zijn terugkeer, vaarde de vloot het Tunismeer op en het leger werd ingekwartierd in de stad.
While Belisarius himself took possession of the royal palace, seated himself on the king's throne, and consumed the dinner which Gelimer had confidently ordered to be ready for his own victorious return, the fleet entered the Lake of Tunis and the army was billeted throughout the city.

Gelimer vluchtte naar een afgelegen bergfort, waar hij werd belegerd tot hij zich overgaf in de lente.
Gelimer fled to a remote mountain fortress, where he was blockaded until he surrendered in the spring.

Tijdens deze periode zeilden boodschappers van Tzazon, gezonden om bericht te brengen over zijn terugkeer uit Sardinië, naar Carthago, zonder te weten dat de stad gevallen was en werden gevangengenomen, gevolgd door Gelimers gezanten naar Theudis, die Spanje had bereikt na het nieuws over de Romeinse successen maar daar geen alliantie kon sluiten.
During this period, messengers from Tzazon, sent to announce his recovery of Sardinia, sailed into Carthage unaware that the city had fallen and were taken captive, followed shortly after by Gelimer's envoys to Theudis, who had reached Spain after the news of the Roman successes had arrived there and hence failed to secure an alliance.

Ondertussen bleef Gelimer geblokkeerd door Pharas bij Medeus en omdat de blokkade ook tijdens de winter bleef voortduren, werd Pharas ongeduldig.
Meanwhile, Gelimer remained blockaded by Pharas at the mountain stronghold of Medeus, but, as the blockade dragged through the winter, Pharas grew impatient.

Voorjaar - Vandaalse Oorlog: De bevolking komt in opstand in Tripolitanië en Sardinië; Gelimer, koning van de Vandalen, stuurt de Vandaalse vloot (120 schepen en 5.000 man) naar Sardinië om de opstand te onderdrukken.
Spring – Vandalic War: Anti-Vandal revolt in Tripolitania and Sardinia; Gelimer, king of the Vandals, dispatches the bulk of the Vandal fleet (120 ships and 5,000 men) under his brother Tzazo to Sardinia.

Gelimer trok zich terug naar Bulla Regia, waar hij de rest van zijn leger verzamelde, waaronder het leger van Tzazon, dat terugkeerde van Sardinië.
Gelimer withdrew to Bulla Regia, where he gathered his remaining strength, including the army of Tzazon, which returned from Sardinia.