Invariantentheorie oor Engels

Invariantentheorie

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

invariant theory

voorbeelde

Hilbert introduceerde een meer abstracte aanpak ter vervanging van de meer concrete en rekenkundig georiënteerde methoden uit de complexe analyse en de klassieke invariantentheorie.
Hilbert introduced a more abstract approach to replace the more concrete and computationally oriented methods grounded in such things as complex analysis and classical invariant theory.

Invariantentheorie van oneindige groepen is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van de lineaire algebra, met name de theorieën van kwadratische vormen en determinanten.
Invariant theory of infinite groups is inextricably linked with the development of linear algebra, especially, the theories of quadratic forms and determinants.

De CG-coëfficienten danken hun naam aan de Duitse wiskundigen Alfred Clebsch (1833-1872) en Paul Gordan (1837-1912) die in de negentiende eeuw met een soortgelijk probleem in de invariantentheorie werden geconfronteerd.
The name derives from the German mathematicians Alfred Clebsch (1833–1872) and Paul Gordan (1837–1912), who encountered an equivalent problem in invariant theory.

Hij stond bekend als "de koning van de invariantentheorie".
He was known as "the king of invariant theory".

De representatietheorie van halfenkelvoudige Lie-groepen heeft haar wortels in de invariantentheorie.
Representation theory of semisimple Lie groups has its roots in invariant theory.

Een apart onderdeel van invariantentheorie, dat teruggaat op de klassieke constructieve- en combinatorische methoden van de negentiende eeuw, is ontwikkeld door Gian-Carlo Rota en zijn school.
A distinct strand of invariant theory, going back to the classical constructive and combinatorial methods of the nineteenth century, has been developed by Gian-Carlo Rota and his school.

Een later artikel van Hilbert (1893) behandelde dezelfde vragen in meer constructieve en meetkundige vormen, maar bleef vrijwel onbekend tot David Mumford deze ideeën van Hilbert in de jaren 1960, in zijn meetkundige invariantentheorie, in algemenere en moderne vorm weer onder de aandacht bracht.
A later paper of Hilbert (1893) dealt with the same questions in more constructive and geometric ways, but remained virtually unknown until David Mumford brought these ideas back to life in the 1960s, in a considerably more general and modern form, in his geometric invariant theory.

Deze periode in de meetkunde werd eerst door onderzoek naar de algemene algebraïsche kromme door Alfred Clebsch, Bernhard Riemann, Max Noether en anderen, die de bestaande technieken oprekten, ingehaald en vervolgens door de invariantentheorie.
This period in geometry was overtaken by research on the general algebraic curve by Clebsch, Riemann, Max Noether and others, which stretched existing techniques, and then by invariant theory.

Modern onderzoek in de invariantentheorie van eindige groepen benadrukt "effectieve" resultaten, zoals expliciete grenzen op de graden van de generatoren.
Modern research in invariant theory of finite groups emphasizes "effective" results, such as explicit bounds on the degrees of the generators.

Dit lemma was echter zeker al eerder bekend, bijvoorbeeld door Paul Gordan in zijn onderzoekingen op het gebied van de invariantentheorie..
However, the lemma was certainly known earlier, for example to Paul Gordan in his research on invariant theory.

Een aantal belangrijke onderdelen van de meer abstracte wiskunde (met inbegrip van de invariantentheorie, de Italiaanse school van de algebraïsche meetkunde en Felix Kleins Erlanger programma, dat aan de basis stond van de klassieke groepen) bouwde voort op de projectieve meetkunde.
Several major types of more abstract mathematics (including invariant theory, the Italian school of algebraic geometry, and Felix Klein's Erlangen programme resulting in the study of the classical groups) were based on projective geometry.

Hij leverde fundamentele bijdragen aan de matrixtheorie, de invariantentheorie, de getaltheorie, partitietheorie en de combinatoriek.
He made fundamental contributions to matrix theory, invariant theory, number theory, partition theory, and combinatorics.

De invariantentheorie van eindige groepen heeft zeer nauwe banden met de Galoistheorie.
Invariant theory of finite groups has intimate connections with Galois theory.

Paul Gordan, een expert in de invariantentheorie, werkte op dat moment in Leipzig en Study vestigde zich daar als privaatdocent.
Paul Gordan, an expert in invariant theory was at Leipzig, and Study returned there as Privatdozent.

Siegfried Heinrich Aronhold (Angerburg, Oost-Pruisen, 16 juli 1819 - Berlijn, 13 maart 1884) was een Duitse wiskundige die met name werkte aan de invariantentheorie en die de symbolische methode introduceerde.
Siegfried Heinrich Aronhold (16 July 1819 Angerburg, East Prussia – 13 March 1884, Berlin, Germany) was a German mathematician who worked on invariant theory and introduced the symbolic method.

De termen covariant en contravariant werden geïntroduceerd door J.J. Sylvester in 1853 in verband met de algebraïsche invariantentheorie.
The terms covariant and contravariant were introduced by James Joseph Sylvester in 1851 in the context of associated algebraic forms theory.

Het tijdschrift specialiseerde zich vooral in de complexe analyse, de algebraïsche meetkunde en de invariantentheorie (tenminste totdat Hilbert het invariantenprobleem oploste).
The journal specialized in complex analysis, algebraic geometry, and invariant theory (at least until Hilbert ended the subject).

Een ander onderwerp met een sterke wederzijdse beïnvloeding was de projectieve meetkunde, waar invariantentheorie naar verwachting een belangrijke rol zou spelen in het organiseren van het materiaal.
Another subject with strong mutual influence was projective geometry, where invariant theory was expected to play a major role in organizing the material.

Rudolf Friedrich Alfred Clebsch (Koningsbergen, 19 januari 1833 – Göttingen, 7 november 1872) was een Duitse wiskundige die een belangrijke bijdrage aan de algebraïsche meetkunde en invariantentheorie heeft geleverd.
Rudolf Friedrich Alfred Clebsch (19 January 1833 – 7 November 1872) was a German mathematician who made important contributions to algebraic geometry and invariant theory.

De promovendus diepte de verbinding uit tussen graafparameters en de 'invariantentheorie van de orthogonale groep' uit de algebra, een klassieke tak van wiskunde die ooit door de beroemde wiskundige Hilbert is gestart.
The PhD student deepened the known connection between graph parameters and the 'invariants theory of the orthogonal group' from algebra, a classical branch of mathematics that was initiated by the renowned mathematician Hilbert.

Quiversingulariteiten en hun toepassingen in algebraïsche meetkunde, invariantentheorie en theoretische fysica.
Quiver Singularities and their applications in Algebraic Geometry, Invariant Theory and Theoretical Physics.

[7] De theorie is ook diep verbonden met de meetkunde via de invariantentheorie en het Erlangen programma van Felix Klein.
is connected to geometry via invariant theory and the Erlangen program,[8]

Noether werd in 1915 door David Hilbert en Felix Klein gevraagd naar Göttingen te komen. Zij hadden haar expertise in de invariantentheorie nodig om hen te helpen bij het begrijpen van de toen gloednieuwe algemene relativiteitstheorie, een meetkundige theorie van de zwaartekracht, die voornamelijk door Albert Einstein was ontwikkeld.
Noether was brought to Göttingen in 1915 by David Hilbert and Felix Klein, who wanted her expertise in invariant theory to help them in understanding general relativity, a geometrical theory of gravitation developed mainly by Albert Einstein.

Meetkundige en algebraische aspecten van representatie- en invariantentheorie van quivers met relaties en andere combinatorische objecten.
Geometric and algebraic aspects of the representation and invariant theory of quivers with relations and other combinatorial objects.