afleerden oor Engels

afleerden

werkwoord

Soortgelyke frases

afleren
breakofahabit · breakoneselfofahabit · forget · getoutofahabit · teach · to unlearn · unlearn

voorbeelde

Een van die dingen die er gebeurde, was dat ze hem die gewoonte afleerden.
One thing that happened was that they cured him of the habit.

Nou ja, misschien dat de baron van kasteel Wolvenknoet nu eens de gewoonte afleerde om te pronken met zijn oorlogsbuit.
Well, this ought to cure the baron of Castle Wolfwhip of the habit of exhibiting his scalps.

Het betekende ook dat mensen het afleerden iets op eigen initiatief te doen.
It also meant that people learned not to take any action on their own initiative.

Het werd hoog tijd dat hij dit soort gedrag afleerde.
It was about time he grew out of this sort of behaviour.

Het duurde een tijdje voordat ik die gewoonte afleerde, hoewel mijn vader weinig ophad met die term.
It took me quite some time to break that habit, though my father never cared for the term.

Ze gaf haar mening een tikkeltje te vrijpostig en had nu en dan haar buien, tot we haar dat afleerden.
She was rather too free with her opinions, and her temper, until we settled her down.

Zee had er wel voor gezorgd dat ik die gewoonte afleerde.
Zee had been very careful to break me of that habit.

Net als fietsen en zwemmen, dacht Longman, was het een van die dingen die je nooit afleerde.
Like bike riding or swimming, Longman thought, it was one of those things you never forgot how to do.

Maar hij leerde deze slechte gewoonte af zoals hij ook het roken en koffiedrinken afleerde, want hij zegevierde altijd.
But he conquered this vice, like he conquered smoking and drinking coffee, because he could conquer anything.

Ze stopte een duim in haar mond en beet op de nagel, een onhebbelijkheid die ze nooit afleerde.
She stuck her thumb in her mouth and chewed on a nail, a bad habit she had never managed to quit.