goedmens oor Engels

goedmens

naamwoord manlike

voorbeelde

In tegenstelling tot wat door sommige, wellicht goedmenende personen wordt gezegd, kunnen deze dingen niet worden gevonden door uw ogen te sluiten, vervolgens op goed geluk uw bijbel te openen en uw vinger op het antwoord te plaatsen.
Contrary to what some perhaps well-intentioned persons may say, however, these things may not be located by closing your eyes, then opening the Bible at random and putting your finger on the answer.

Thans bestaat in een aantal lidstaten weinig tolerantie voor faillissementen en de huidige regels zijn niet altijd bedoeld om goedmenende innovatieve ondernemingen ‘snel en goedkoop’ te laten falen.
At present, there is in many Member States little tolerance for failure and current rules do not allow honest innovators to fail 'quickly and cheaply'.

Dit is een goedmenende vreemdeling.
This is a friendly stranger.

„Wij hebben, indien u dit wenst, een voltallig college van bisschoppen, dekens en priesters; geleerde, zeer geleerde, begiftigde, menselijk goedmenende mannen; zij declameren allemaal — en dit doen zij goed, zeer goed, bijzonder goed of tamelijk goed of slecht — maar geen van hen past in het beeld van het christendom van het Nieuwe Testament.”
“We have, if you will, a complete crew of bishops, deans, and priests; learned men, eminently learned, talented, gifted, humanly well-meaning; they all declaim—doing it well, very well, eminently well, or tolerably well, or badly—but not one of them is in the character of the Christianity of the New Testament.”

Misdadigers denken nu twee keer na, en voor de goedmenende burgers is het weer aangenaam toeven in het stadscentrum.”
Offenders now think twice, and for lawabiding citizens it is once again pleasant to linger in the town center.”

De actiegroep ‘Behoud van de Concessie’ en enkele goedmenende inwoners poogden te redden wat er te redden viel.
The action group ‘Preservation of the Concession’ and some well-meaning residents have tried to save what could be saved.

De goedmenende politicus is altijd een dilettant.
The decent politician is always ‘uniformed’.