rommelden oor Engels

rommelden

werkwoord

Soortgelyke frases

Manfred Rommel
Manfred Rommel

Erwin Rommel
Erwin Rommel

rommelen met
to mess with

rommelen
annoy · bother · disarrange · disarray · disturb · encumber · grumble · hamper · hassle · hinder · inconvenience · interfere with · interrupt · irritate · make a noise · makeanoise · mutter · perturb · root · rumble · to rumble · to rummage · trouble

rommel
chaos · clippings · clutter · confusion · crap · cuttings · debris · detritus · disarray · disorder · garbage · helter-skelter · higgledy-piggledy · jumble · junk · leavings · litter · lumber · mess · muck · muss · odds and ends · parings · punk · raffle · refuse · remainder · rest · rubbish · rubble · rummage · tangle · trash · waste · windfall

voorbeelde

Zijn zware ademhaling rommelde in zijn keel.
His heavy breath was growling in his throat.

Ik stapte uit, rommelde in de gereedschapskist en vond de sneeuwkettingen.
I got out, rummaged in the tool kit, and found the snow chains.

Hoe vond kapitein Quill't dat u met z'n vriendin rommelde?
How did Capt. Quill fancy your playing around with his girlfriend?

Laszlo rommelde in de koelkast.
Laszlo rummaged in the fridge.

Hij rommelde in de zakken van zijn jasje op zoek naar papieren die hem konden vertellen wie hij was.
He felt around in the pockets of his jacket, looking for papers that might provide data on who he was supposed to be.

Ze rommelde wat met de toetsen en typte per ongeluk een verkeerd eindcijfer voordat ze op ‘verzenden’ drukte.
She fumbled with the buttons and accidentally hit the wrong number on the last digit before hitting ‘send’.

In streken met een lange traditie van verzet, zoals Kwilu en de Kivu, rommelde het opnieuw.
In regions with a long tradition of protest, like Kwilu and Kivu, things were rumbling once again.

De aarde rommelde en ik voelde mij versuffen, toen iets onder tegen mijn rug sloeg.
The earth rumbled and then I felt numb as something struck me in the small of my back.

Gabby’s lach rommelde tegen zijn borst.
Gabby’s laugh rumbled his chest.

Iemand rommelde met haar eten.
Someone was tainting her food.

Dicky, die in de keukenkast rommelde, vroeg: ‘Waar zijn de blauwe Spode-kopjes?’
Dicky, rummaging through the kitchen cupboard, said, ‘Where are the blue Spode cups and saucers?’

‘Hij gebruikte zijn vrienden, rommelde met de getallen en bood me het minimale bedrag aan.
‘He used his friends—fiddled with the numbers and offered me a sum that was just about plausible.

Ze rommelde in de stapels papier op haar bureau en vond een vodje waarop iemand met groene inkt had geschreven.
She reached into the muddle of papers on her desk and found a scrap on which someone had written with a green pen.

Ze rommelden wat met haar glazen als om de beste manier te zeggen wat ze wilde zeggen.
She fiddled with her glass as if trying to figure the best way to say what she wanted to say.

Ik deed mijn jasje open, rommelde in een binnenzak rond.
I opened my jacket, fumbled around in the inside pocket.

Platt rommelde met een handvol schroeven op een tafel naast hem.
Platt poked at several screws on a table beside him.

‘Dat heb ik niet gedaan,’ zei Madeleine plotseling, en ze rommelde in haar tas zodat ze me niet aan hoefde te kijken.
“That wasn’t me,” Madeleine said abruptly, searching through her bag so that she wouldn’t have to look at me.

Ik rommelde wat in Wills tas tot ik zijn drinkbeker vond.
I rummaged in Will’s bag until I found his beaker.

Hij rommelde met filmbanden en zei opgewekt: ‘En het kost kapitalen als ze het niet willen.’
He fiddled with reels of film and said cheerfully, “There’ll be hell to pay if they don’t.”

Hij rommelde rond in de boeg, waar twee grote deuren iets afsloten wat leek op een opslagruimte.
He was rummaging around in the bows where two large doors blocked off what looked like a storage area.

Ze rommelde in haar tasje en haalde er twee brieven uit.’
She fumbled in her bag and brought out two letters.”

De man liep naar zijn wagen, rommelde wat en kwam terug met een dun, geel papiertje.
The man crossed to his truck, rummaged, then returned with a slip of thin yellow paper.

‘Ik had er niets mee te maken,’ mompelde hij, terwijl hij in zijn tas met snacks rommelde.
“Didn’t have anything to do with it,” he muttered, pawing around in his bag of snacks.

Hun magen rommelden en klaagden, al zouden ze nog niet onmiddellijk doodgaan van de honger.
Their stomachs rumbled and complained, though they would not die just yet.

Rachel rommelde door haar kast opzoek naar de perfecte outfit.
Rachel rummaged through her closet in search of the perfect outfit.