slurfdieren oor Engels

slurfdieren

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

proboscidean

naamwoord

(Proboscidea) An order of herbivorous placental mammals characterized by having a proboscis, incisors enlarged to become tusks, and pillarlike legs with five toes bound together on a broad pad. (Source: MGH)

voorbeelde

Eritherium is het oudst bekende, kleinste en primitiefste slurfdier.
Eritherium is the oldest, smallest and most primitive known elephant relative.

Sommige slurfdieren ontwikkelden slagtanden vanuit hun lagere snijtanden.
Some proboscideans developed tusks from their lower incisors.

Op hetzelfde moment verspreidden de Stegodontidae, een andere groep van slurfdieren die afstamden van de Gomphotheriidae, zich door Azië, waaronder het Indische subcontinent, China, Zuidoost-Azië en Japan.
At the same time, the stegodontids, another proboscidean group descended from gomphotheres, spread throughout Asia, including the Indian subcontinent, China, southeast Asia, and Japan.

Waarschijnlijk leefde dit slurfdier in kleine groepen.
The animals probably lived in small groups.

(II) Spookdiertjes PROBOSCIDEA Slurfdieren Elephantidae Olifanten Elephas maximus (I) Aziatische olifant Loxodonta africana (I) (Met uitzondering van de populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe, die zijn opgenomen in bijlage B) Loxodonta africana (II) (Alleen de populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe(19); alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A.) Afrikaanse olifant RODENTIA Knaagdieren Chinchillidae Chinchilla’s Chinchilla spp.
(II) Tarsiers PROBOSCIDEA Elephantidae Elephants Elephas maximus (I) Asian elephant Loxodonta africana (I) (Except for the populations of Botswana, Namibia, South Africa and Zimbabwe, which are included in Annex B) Loxodonta africana (II) (Only the populations of Botswana, Namibia, South Africa and Zimbabwe(19); all other populations are included in Annex A) African elephant RODENTIA Chinchillidae Chinchillas Chinchilla spp.

(II) Spookdiertjes PROBOSCIDEA Slurfdieren Elephantidae Olifanten Elephas maximus (I) Aziatische olifant Loxodonta africana (I) (Met uitzondering van de populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe, die zijn opgenomen in bijlage B) Loxodonta africana (II) (Alleen de populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe(17); alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A.) Afrikaanse olifant RODENTIA Knaagdieren Chinchillidae Chinchilla’s Chinchilla spp.
(II) Tarsiers PROBOSCIDEA Elephantidae Elephants Elephas maximus (I) Asian elephant Loxodonta africana (I) (Except for the populations of Botswana, Namibia, South Africa and Zimbabwe, which are included in Annex B) Loxodonta africana (II) (Only the populations of Botswana, Namibia, South Africa and Zimbabwe(17); all other populations are included in Annex A) African elephant RODENTIA Chinchillidae Chinchillas Chinchilla spp.

Olifanten zijn grote zoogdieren uit de familie van de Elephantidae binnen de orde van de slurfdieren (Proboscidea).
Elephants are large mammals of the family Elephantidae in the order Proboscidea.

In het late pleistoceen verdwenen de meeste slurfdieren tijdens de kwartaire ijstijd, die wereldwijd meer dan 50% van de genera die meer dan 5 kilogram wogen doodde.
In the Late Pleistocene, most proboscidean species vanished during the Quaternary glaciation which killed off 50% of genera weighing over 5 kg (11 lb) worldwide.

Slurfdieren ervoeren vele evolutionaire veranderingen, zoals een toename in grootte, dat leidde tot veel grote soorten die tot wel 4 meter hoog werden.
Proboscideans experienced several evolutionary trends, such as an increase in size, which led to many giant species that stood up to 5 m (16 ft) tall.

Eerdere slurfdieren ontwikkelden langere onderkaken en kleinere crania, terwijl de meer geavanceerdere kortere onderkaken ontwikkelden, die het zwaartepunt van het hoofd verschoven.
Early proboscideans developed longer mandibles and smaller craniums while more derived ones developed shorter mandibles, which shifted the head's centre of gravity.

Geile studenten en dikke slurfdieren
We got horny college kids, and horny mammals

De eerste slurfdieren, de Afrikaanse Eritherium en Phosphatherium uit het Laat-Paleoceen en Vroeg-Eoceen luidden de eerste adaptieve radiatie in.
The earliest proboscids, the African Eritherium and Phosphatherium of the late Paleocene, heralded the first radiation.

Op hetzelfde moment verspreidden de Stegodontidae, een andere groep van slurfdieren die afstamden van de Gomphotheriidae, zich door Azië, waaronder het Indische subcontinent, China, Zuidoost-Azië en Japan.
At the same time, the stegodontids, another proboscidean group descended from gomphotheres, spread throughout Asia, including the Indian subcontinent, China, southeast Asia and Japan.

Olifanten zijn grote zoogdieren uit de familie van de Elephantidae binnen de orde van de slurfdieren (Proboscidea).
Elephants are large mammals of the family Elephantidae and the order Proboscidea.

Zij zijn de enige nog levende soorten van de slurfdieren, uitgestorven zijn onder andere de mammoeten en mastodonten. Het zijn de grootste levende landdieren.
Elephantidae is the only surviving family of the order Proboscidea; other, now extinct, members of the order include deinotheres, gomphotheres, mammoths, and mastodons.

Zoals met andere megaherbivoren, inclusief de uitgestorven Sauropoda, ontwikkelde het grote formaat van olifanten zich waarschijnlijk zodat ze konden overleven op vegetatie met een lage voedingswaarde. Hun ledematen werden langer en hun voeten korter en breder. Eerdere slurfdieren ontwikkelden langere onderkaken en kleinere crania, terwijl de meer geavanceerdere kortere onderkaken ontwikkelden, die het zwaartepunt van het hoofd verschoven.
Proboscideans experienced several evolutionary trends, such as an increase in size, which led to many giant species that stood up to 4 m (13 ft) tall.[39] As with other megaherbivores, including the extinct sauropod dinosaurs, the large size of elephants likely developed to allow them to survive on vegetation with low nutritional value.[40] Their limbs grew longer and the feet shorter and broader. Early proboscideans developed longer mandibles and smaller craniums, while more advanced ones developed shorter mandibles, which shifted the head's centre of gravity.

Sommige slurfdieren ontwikkelden slagtanden vanuit hun lagere snijtanden. Olifanten behouden bepaalde eigenschappen van hun aquatische voorouders zoals hun middenooranatomie en de interne testikels van de mannetjes.
Some proboscideans developed tusks from their lower incisors.[39] Elephants retain certain features from their aquatic ancestry such as their middle ear anatomy and the internal testes of the males.[43]

Sommige slurfdieren ontwikkelden slagtanden vanuit hun lagere snijtanden. Olifanten behouden bepaalde eigenschappen van hun aquatische voorouders zoals hun middenooranatomie en de interne testikels van de mannetjes.
Some proboscideans developed tusks from their lower incisors.[44] Elephants retain certain features from their aquatic ancestry, such as their middle ear anatomy.[53]

Het Leven der Dieren: Deel 1, Hoofdstuk 08: De Tandeloozen; Hoofdstuk 09: De Slurfdieren; Hoofdstuk 10: De Onevenvingerigen (Dutch) (as Author) Het Leven der Dieren: Deel 1, Hoofdstuk 11: De Evenvingerigen (Dutch) (as Author)
The Life of Marie de Medicis, Queen of France, Consort of Henri IV, and Regent of the Kingdom under Louis XIII — Volume 2 (English) (as Author) The Life of Marie de Medicis, Queen of France, Consort of Henri IV, and Regent of the Kingdom under Louis XIII — Volume 3 (English) (as Author)