walging oor Engels

walging

naamwoord vroulike

een sterke weerzin die fysiek gevoeld wordt

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

disgust

naamwoord, werkwoord

een sterke weerzin die fysiek gevoeld wordt

Waarom je zo vol walging keek toen ik suggereerde dat jullie seks gehad hadden.
Why you were so disgusted when I suggested you two had slept together.

abomination

naamwoord

the feeling of extreme disgust

Maar de walging die groeide in haar baarmoeder was een verraad van mij en van het Gezelschap.
But the abomination growing in her womb was a betrayal of me and of the coven!

nausea

naamwoord

Zie je, als we gezond zijn reageren we op die akeligheid... met angst en walging.
When we're healthy, we respond to the hateful with fear and nausea.

abhorrence · horror · repulsion · distaste · revulsion · revolt · qualm · loathing · disgusted · aversion · detestation

voorbeelde

Toen Guy eindelijk terugkwam, zag ze aan zijn van walging vertrokken gezicht dat hij geen stap was opgeschoten.
When Guy returned at last, she could see from his look of disgust that he’d gotten nowhere.

Met een blik van walging zei Rampton: ‘Veel van mijn beste vrienden zijn ook Joods, Mr.
Rampton, looking rather disgusted, responded, “Many of my best friends are Jews too, Mr Irving.”

‘Er was niet eens wc-papier in de mannen-wc,’ zei Zjirov vol walging.
“There wasn’t even toilet paper in the men’s room,” Zhirov said, disgust creeping into his voice.

Ik deel uw walging.
I share your loathing, sire.

Was dit een psychosomatische uitdrukking van de walging die ze voelde over haar eigen gedrag?
Could this be a psychosomatic expression of disgust with her own behaviour?

Nooit toonde hij meer zijn walging wanneer een met bloed gevulde offerbeker zijn lippen raakte.
He never again betrayed his disgust when a sacrifice bowl filled with blood touched his lips.

’ T re win was weggelopen, vol walging, en de drie soldaten waren gehoorzaam weer in de menigte verdwenen.
Trewin had turned away, sickened, as the three soldiers had turned obediently back into the crowd.

Ze fonkelen vrolijk en ik hou ze vol walging voor me, alsof ze besmet zijn.
They twinkle merrily and I hold them out in front of me with distaste, as if they are diseased.

De woede ging plotseling vergezeld van haat, geen angst, geen hysterie, maar diepe, onverzoenlijke walging.
Fury was suddenly joined by hatred, not shock, not hysteria, but deep, uncompromising abhorrence.

Die moet de pure romanticus schuwen als hij niet wenst te beledigen of walging te wekken.
These the mere romanticist must eschew, if he do not wish to offend or to disgust.

18 Toen ze schaamteloos doorging met haar prostitutie en het ontbloten van haar naaktheid,+ keerde ik mij vol walging van haar af, net zoals ik* mij vol walging van haar zus had afgekeerd.
18 “When she went on brazenly engaging in prostitution and exposing her nakedness,+ I turned away from her in disgust, just as I* had turned away from her sister in disgust.

Ik kon niet accepteren dat ik me tot haar voelde aangetrokken, dus kampte ik met afkeer, walging.
I couldn’t accept being attracted to her so I felt dislike, revulsion.

Geestelijke vervuiling is sterk gerelateerd aan walging.
Mental contamination is closely tied to disgust.

Hij liep geen enkel gevaar te verdrinken, maar ze had nog nooit zo'n walging en woede op een menselijk gezicht gezien.
He was in no danger of drowning, but she had never seen such revulsion and anger on a human face.

'Dan kunnen de jongen en jij verdergaan met wat het ook is dat jullie doen.. ' Zijn gezicht vertrok van walging.
“Then you and that boy of yours can do whatever it is you do—” His face twisted with disgust.

Sorry, zegt ze, en het is waar dat Frances haar walging niet helemaal kon onderdrukken.
Sorry about that, she says, and it is true that Frances was tardy in hiding her disgust.

‘Jezus,’ zeg ik, tegelijk gefascineerd en vol walging.
‘Jesus,’ I say, simultaneously transfixed and repulsed.

‘Een verzekeringskwestie,’ zei ze met een stem waarin iets van walging doorklonk.
“An insurance thing,” she said with something close to disgust.

Faith keek de kamer rond en een lichte walging bekroop haar bij de gedachte dat Evan Bernard hier sliep.
Faith looked around the room, feeling a slight sense of disgust as she thought about Evan Bernard sleeping here.

Ik werd misselijk van die bij elkaar geraapte onzin, en ik probeerde mijn walging met een koude Monaco weg te spoelen.
This garbage was making me sick, and I tried to settle my mounting disgust with a cold Monaco.

Hij kon de walging en minachting in haar ogen zien.
He could see the disgust and contempt in her eyes.

Wat moest ze doen met de walging, het schuldgevoel en de haat die haar hart als open zweren vergiftigden?
What was she going to do with the disgust and guilt and hatred that festered in her heart like open sores?

Ik keek naar mijn rechter hand en zag met een rilling van walging dat er gestold zwart bloed tussen mijn vingers zat.
I glanced down at my right hand and noted with a spasm of disgust that black blood was congealing between my fingers.

‘Volgens mij kun je beter achter Tassin aan gaan als je een lied wilt,’ mompelde ik vol walging.
It sounds to me as if you should follow Tassin about if you are looking for a song, I muttered disgustedly.

Voor verraders koesterde hij niets dan een diepgewortelde walging.
For traitors, he had only a visceral loathing.