waste af oor Engels

waste af

werkwoord

voorbeelde

Ze waste af, stofzuigde alle kamers, stofte alle hoekjes en richeltjes af die ze meestal vergat.
She washed dishes, ran the vacuum, dusted nooks and crannies she generally forgot.

Terug bij de zaak laadden Tom, June en Con het busje uit, wasten af en ruimden op.
Back at the premises Tom, June and Con unpacked the van, washed up, tidied and stored everything.

Onze dochter wast af en John doet het dweilen en in de was zetten en dergelijke.
Our daughter does the dishes, and John does things like mopping and waxing.

Ik waste af en installeerde me met een boek over ananassen.
I’d washed up and settled down with a book about pineapples.

Ik waste af, zette de borden weg en maakte de vloer, de tafel en het aanrechtblad schoon.
I washed and put away the dishes and cleaned the floor, table, and counter.

Zij kookte, maar Gideon en Carter ruimden de tafel af en wasten af.
She cooked, but Carter and Gideon cleaned up after.

Mama wast af en ik kijk in de kamer naar de grote tv, tot het bedtijd is.
Mum will wash up and I’ll sit in the lounge by myself watching the big TV until it’s time for bed.

O ja, ik kook en jij wast af?
you clean?

Sam, je wast af.
Sam, you're doing dishes.

Ik waste af en na het werk jamde ik wat.
I was just washing dishes and jamming after hours.

"""Jij wast af en ik droog af,"" zei hij."
“You wash, I’ll dry,” he said.

DEVON HEYWORTH WAST AF – de kop flitste door haar hoofd – of DEVON DOET DE WAS.
Devon Heyworth Does Dishes—the headline flashed across her mind’s eye—or Devon Does Laundry.

O ja, ik kook en jij wast af?
Did I mention that I cook, you clean?

Ik waste af en las daarna drie hoofdstukken uit De vlieg en de eeuwigheid.
I did the dishes and then read three chapters of The Fly and Eternity.

Jij wast af en ik praat, zei de stem.
You wash and I’ll talk, said the voice.

Jij wast af en ik praat, zei de stem.
You wash and I'll talk, said the voice.

Je wast af, dweilt de vloer en zet het vuilnis buiten.
You wash dishes, mop the floor, take out the trash.

Hij waste af bij Dakar omdat hij Eva graag mocht en haar wilde zien.
He washed dishes at Dakar because he liked Eva and wanted to see her.

Daarna stapte David in de auto en reed weer naar het ziekenhuis en Eve waste af.
After supper, David got into the car and went back to the hospital, and Eve washed up.

Laura waste af, maakte haar bed op in de ijzige kou, en leerde uit haar schoolboeken.
Laura did the dishes, made her bed in the freezing cold, and studied her schoolbooks.

‘We kunnen het doen zoals vroeger... De een kookt, de ander wast af.
‘We can go back to the old routine—whichever one does the cooking, the other one has to clear away afterwards.

Vader waste af, het jongere zusje droogde af.
Father washed the dishes; younger sister dried.

Ze keken televisie, ze wasten af, maakten zich gereed om naar bed te gaan.
Watching television, washing dishes, getting ready for bed.

‘Sarayu,’ zei Jezus zacht en teder, ‘jij wast af en ik droog af.’
"""Sarayu,"" Jesus began softly and tenderly, ""you wash, I'll dry."""

Ze deden samen de afwas, Louise waste af en Katie droogde af, omdat de vaatwasser het had begeven.
They did the washing-up together, Louise washing and Katie drying, because the dishwasher was broken.