chocoladetaart oor Frans

chocoladetaart

een veelal ronde, bruingekleurde taart, waarin chocolade of cacao verwerkt is

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Frans

gâteau au chocolat

manlike

Je houdt ook chocoladetaart, lamsstoofpot en wafels vast.
Une rétention de gâteau au chocolat, de ragoût d'agneau et de gaufres.

voorbeelde

Gevulde varkenskoteletjes, gebakken aardappeltjes... en een grote chocoladetaart.
Des côtes de porc, avec des pommes de terre rôties et un gros gâteau au chocolat.

‘Ik neem de chocoladetaart,’ antwoordde ze, zichzelf met een charmant lachje onderbrekend.
— Je prends le gâteau au chocolat », répondit-elle, s’interrompant avec une grimace gracieuse.

Ik herinner me die keer dat ze zo boos werd op een blanke vrouw waar ze voor werkte, ze nam die chocoladetaart naar de badkamer...
Je me souviens d'une fois oú elle était tellement furieuse contre cette femme blanche pour qui elle travaillait, elle a pris cette tarte au chocolat dans la salle de bain...

Ze delen een toetje, warme chocoladetaart.
Ils partagent un dessert, un fondant au chocolat, servi chaud.

Een chocoladetaart voor Casper en een van biscuitgebak met roze glazuur voor Eva.
Un au chocolat pour Casper et l’autre recouvert d’un glaçage rose pour Eva.

De vrouw van de chocoladetaart staat op, werpt een steelse blik in hun richting voordat ze naar de deur loopt.
La femme au gâteau au chocolat se lève, elle jette un regard dans leur direction avant de se diriger vers la porte.

En geen chocoladetaart.
Ni gâteau au chocolat.

Een chocoladetaart: Sacher.
Un gâteau au chocolat appelé Sacher.

Wat je niet moet vergeten is dat ik liever... chocoladetaart met wit glazuur wil.
Je ne veux pas que tu oublies que je préfère le gâteau au chocolat avec un glaçage blanc.

Ik keek naar mijn chocoladetaart en dwong mijn kaken om te kauwen.
Je jetai un coup d’œil à mon gâteau au chocolat et me forçai à décrisper la mâchoire.

Wat de meelspijzen betreft at hij ook nooit zoveel, maar hij hield het meest van chocoladetaart minus de slagroom.
Quant aux mets farineux, il en mangeait un peu aussi, mais il aimait surtout une tarte au chocolat moins la crème.

‘Ik heb gezien dat ze chocoladetaart als dessert hebben’, merkte Daniel op.
— Ils ont du gâteau au chocolat en dessert, fit Daniel.

‘Van Jan mogen we niet meer onder het genot van chocoladetaart in het eetcafé bij elkaar komen.’
Jan dit que nous ne pouvons pas nous rencontrer au restaurant pour le gâteau au chocolat désormais.

Je hebt bij de lunch geen hapje van die chocoladetaart genomen.’
Tu n’as même pas mangé une bouchée de gâteau au chocolat au déjeuner

Ze hadden gepicknickt op een deken, met chocoladetaart en champagne.
Ils avaient pique-niqué sur un plaid : gâteau au chocolat et champagne.

‘... en de winnaar van Minny Jacksons wereldberoemde chocoladetaart is...
« ... et la gagnante de la tarte au chocolat mondialement célèbre de Minny Jackson est... Hilly Holbrook !

‘Het is ook een beetje laat voor chocoladetaart.
– C’est aussi une heure un peu tardive pour manger du gâteau au chocolat, rétorqua-t-il.

Duncan haalde koffie voor zichzelf, sinaasappelsap en chocoladetaart voor Cassie.
Duncan se commanda un café, prit un jus de fruits et une part de gâteau au chocolat pour Cassie.

Liefde en chocoladetaart: wat heeft u ervoor over om ze terug te brengen?
Amour et gâteau au chocolat : Que donnerez-vous pour les ramener ?

Chocoladetaart is je favoriete taart, toch?”
C’est bien ton préféré, le gâteau au chocolat ?

‘Ze zat chocoladetaart te eten.
— Elle a mangé du gâteau au chocolat.

Ze gaf me een groot stuk chocoladetaart en we lachten.
Elle me coupait un gros morceau de gâteau au chocolat et on riait.

‘Je bent dus op dieet, maar er staat een groot stuk chocoladetaart recht voor je neus.
—Tu te mets à la diète, alors que tu as devant toi une grooosse part de gâteau au chocolat?

Toen dacht ik, " Chocoladetaart.
Puis j'ai pensé, " Du gâteau au chocolat.

Niet die chocoladetaart eten.
Ne mange pas le gâteau.