talenkenner oor Frans

talenkenner

Een specialist in talen.

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Frans

polyglotte

naamwoord manlike

Personne capable de communiquer dans plusieurs langues, généralement plus que trois.

linguiste

naamwoord manlike

Een specialist in talen.

Spécialiste en linguistique.

voorbeelde

Er moest een talenkenner bijgehaald worden.
Il faudrait consulter un expert en langues.

Talenkenners waren nog altijd zeer welkom, gevolgd door schaduwagenten en technisch experts.
Les linguistes étaient toujours une priorité, suivis par les agents de surveillance et les experts en technologie.

'Dat doe ik ook niet... maar je hoeft geen talenkenner te zijn om te begrijpen wat hier gebeurt.
— Je ne le comprends pas... mais on n’a pas besoin d’être linguiste pour comprendre ce qui se passe ici.

Een talenkenner die twaalf talen spreekt, zei zelfs een keer tegen me: ’Ik benijd je.
Un féru de langues étrangères (il en parle 12) m’a même dit un jour : ‘ Je vous envie.

Pater Briton, u bent de talenkenner, betekent in het Hebreeuws Ha-Adamah en Hawwah niet ‘Natuurlijk.
Père Briton, vous êtes le linguiste, mais en hébreu, Ha-Adamah et Hawwah ne veulent-ils pas dire... ?

"'Als je een talenkenner bent, Crewe, zul je van de zin: ""Sauve qui peut"", gehoord hebben."
– Si vous connaissez un peu les langues, Crewe, vous devez avoir entendu la phrase : « Sauve qui peut ».

De rechter die wij vandaag hadden, bleek echter een talenkenner te zijn en maakte weinig gebruik van de tolk.
Le juge Fliek parle plusieurs langues et a rarement besoin d’un interprète.

Wat een gruwelijk slechte talenkenners zijn wij Amerikanen toch!
Nous sommes si peu doués pour les langues, nous autres Américains!

Aaron, die een Spaanse moeder en een Duitse vader had, was verreweg de grootste talenkenner.
Aaron, qui avait une mère espagnole et un père allemand, était de loin le plus doué.