affluence oor Nederlands

affluence

/ˈæflʊəns/, /ˈæf.lu.əns/ naamwoord

(obsolete) An abundant flow or supply.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

rijkdom

naamwoord manlike

abundance of wealth

I stand by my original text, which demands a report on poverty and affluence.
Ik sta op mijn originele tekst, waarin ik op een verslag over armoede en rijkdom heb aangedrongen.

weligheid

overvloed

naamwoord manlike

is the product of population, affluence and technology.
het product van de bevolking, overvloed en technologie.

weelde · abundantie · vruchtbaarheid · luxe · onbekrompenheid · toevloed · uitbundigheid · welgesteldheid

voorbeelde

The Asahi Evening News reports: “More than 50 percent of the polled students said yes to the assertions that ‘since present society attaches importance to money and things, spiritual affluence is being neglected.’”
De Asahi Evening News bericht: „Meer dan 50 procent van de geënquêteerde leerlingen plaatste een bevestigend ja achter de bewering ’aangezien de huidige maatschappij belang hecht aan geld en materiële zaken, wordt geestelijke rijkdom verwaarloosd’.”

Affluence No Answer
Overvloed niet het antwoord

The welfare system, which was created to combat poverty, has been less effective against “diseases of affluence” like heart disease and lung cancer.
Het systeem van de verzorgingsstaat, dat in het leven was geroepen om de armoede te bestrijden, is minder effectief gebleken tegen 'welvaartsziekten' als hartaandoeningen en longkanker.

He was amazed by the contrast of Homo sapiens in affluence and Homo sapiens in penury.
Hij was verbaasd over de tegenstelling tussen homo sapiens in overvloed en homo sapiens in armoede.

These, for example, include affluence; the young people's situation; where they live; whether they have an active parental figure close to them, or whether they have no parents close to them; control over the youngsters' access to the media and the Internet, in other words whether or not their parents exercise any control over whether they can have absolutely free access to the Internet; the level of education given; and the family's socio-economic level.
Bijvoorbeeld de situatie waarin de jongere verkeert, het milieu waarin hij leeft, het feit dat de ouders daadwerkelijk aanwezig zijn en naast hem staan, of juist niet naast hem staan, de controle over de toegang van jongeren tot de media en het internet, het feit dus dat de ouders al dan niet controle uitoefenen op de vrije toegang van jongeren tot internet, de opvoeding die de jongeren genieten, het sociaal-economisch milieu waar het gezin uit komt.

financial status — information shall be sought on the individual’s finances in order to assess any vulnerability to foreign or domestic pressure due to serious financial difficulties, or to discover any unexplained affluence;
financiële situatie — er dient informatie te worden vergaard over de financiële situatie van de betrokkene om na te gaan of er naar aanleiding van ernstige financiële moeilijkheden kwetsbaarheid voor buitenlandse of binnenlandse druk bestaat of om een verklaring te vinden voor eventuele welstand van onduidelijke herkomst;

Bearing in mind that the European market is in fact saturated, national and regional authorities must prepare Europe's citizens for a change of emphasis from material growth to improved immaterial welfare alongside the already high level of affluence (health care, education, environment).
Overwegende dat de Europese markt in feite een verzadigde markt is, zullen nationale en regionale overheden de burgers van Europa erop moeten voorbereiden dat er binnen Europa minder aandacht zal ontstaan voor materiële groei, en meer aandacht voor een beter immaterieel welzijn, met onze inmiddels bereikte hoge welvaart (gezondheidszorg, onderwijs, milieu).

The unskilled poor people do not share this affluence.
De ongeschoolde, arme man deelt niet in deze overvloed.

WRITER drives off and we DISSOLVE TO: EXTERIOR LOVELY RANCH HOUSE EVENING Grounds show some affluence.
SCHRIJVER rijdt weg en OVERGANG NAAR: BUITEN PRACHTIG RANCH-HUIS AVOND Tuin toont enige welstand.

Put it together, Charley, the wealth and the family, the affluence and the family.
Combineer die dingen eens, Charley, de rijkdom en de familie, de overdreven rijkdom en de familie.

Accardo brought affluence to the family down there.
Accardo bracht de familie daar rijkdom.

There are those who say that depression is a Western malady of affluence.
Er wordt wel gezegd dat depressie een westerse welvaartsziekte is.

Stresses that trading partners should derive benefit from growing competition in the field of trade, from investments by the private sector, including investments under public-private partnerships, and from the greater affluence of consumers;
benadrukt dat handelspartners voordeel moeten halen uit toenemende handelsconcurrentie, uit investeringen van de particuliere sector, met inbegrip van investeringen in het kader van publiek-private partnerschappen, en uit het hogere welvaartsniveau van de consument;

But the human cost of sudden affluence has also been astonishing.
Maar de prijs in menselijk leed die voor deze plotse welvaart betaald moest worden is eveneens verbijsterend hoog.

For you it means excitement, danger, affluence.
Voor jou betekent het spanning, gevaar en weelde.

Still, “there is broad agreement that this illness is a product of the affluence, technology, and convenience of modern Japanese life,” states The Lancet.
Toch „is men het er algemeen over eens dat deze aandoening een gevolg is van de overvloed, de technologie en het comfort van het moderne Japanse leven”, zegt The Lancet.

“Science, technology, the free market and the ... democratic state have enabled us to reach unprecedented achievements in knowledge, freedom, life expectancy and affluence.
Wetenschap, technologie, de vrije markt en de [...] democratie hebben onze kennis, vrijheid, levensverwachting en welvaart tot ongekende hoogte gebracht.

“Why would affluence make him mad?”
‘Waarom zou materiële welvaart hem kwaad maken?’

The impression was of a countryside tough kid undermined by his own affluence.
De algehele indruk was die van een stoere plattelandsjongen ondermijnd door zijn eigen welgesteldheid.

When these needs are matched with the creative expression of your talent, that is the spark that creates affluence.
Als deze behoefte gekoppeld wordt aan de creatieve uiting van uw talent, is dat de vonk die overvloed creëert.

As John Crewdson wrote in his book The Tarnished Door: “Whether or not it relishes such a role, the United States, with its strong democratic traditions and unrivaled affluence, is destined to become an increasingly attractive sanctuary for those fleeing political or economic oppression.”
John Crewdson schreef daarover in zijn boek The Tarnished Door: „Of ze zo’n rol nu ambiëren of niet, de Verenigde Staten zijn met hun sterke democratische tradities en ongeëvenaarde rijkdom voorbestemd een steeds aantrekkelijker toevluchtsoord te worden voor degenen die politieke of economische onderdrukking ontvluchten.”

These areas are both absolutely and relatively disadvantaged as they are side by side with areas of considerable affluence.
Deze wijken zijn zowel absoluut als relatief gezien in het nadeel, omdat zij ook vaak veel mensen aantrekken.

That A is a capital A, suggesting that affluence is an end in itself.
Die A is een hoofdletter A, wat suggereert dat overvloed een doel op zich is.

Nonetheless, on a global level—the level of 10 billion—the increase in affluence is undeniable.
Niettemin is de welvaartstoename op wereldschaal – de schaal van die tien miljard – ontegenzeglijk.

Nothing about him suggests affluence.
Niets aan hem suggereert dat hij rijk is.