half brother oor Nederlands

half brother

/ˌhæfˈbrʌðɚ/ naamwoord

A male sibling who has a different father, but the same mother. (Also known as maternal half brother)

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

halfbroer

naamwoord manlike

a male half-sibling

I have a half brother.
Ik heb een halfbroer.

halfbroeder

naamwoord manlike

a male half-sibling

Soortgelyke frases

half-brother
halfbroeder · halfbroer · stiefbroer

maternal half brother
halfbroeder van moederszijde · halfbroer met gemeenschappelijke moeder · halfbroer van moederszijde

maternal half-brother
halfbroer van moederszijde

paternal half brother
halfbroer met gemeenschappelijke vader

half‐brother
halfbroer · stiefbroer

half-brother
halfbroeder · halfbroer · stiefbroer

voorbeelde

You loving Julian so much, and Quentin, it doesn't matter they're your half-brothers.
Je houdt veel van Julian en Quentin, het maakt niet uit dat ze halfbroers zijn.

So why did she abandon my older half-brother?
Waarom heeft ze dan wel mijn oudere halfbroer achtergelaten?

My mother and the half-brother (he was somewhere around eighteen then) were expert rowers.
Mijn moeder en mijn halfbroer (hij was toen rond de achttien) waren uitstekende roeiers.

In 1589 she inherited Limburg from Adolf, her half-brother.
In 1589 erfde zij het graafschap Limburg (Lenne) van haar halfbroer Adolf van Nieuwenaar.

My half brother is Native American, so I am going to scalp you and watch you die!
Mijn halfbroer is een Natieve Amerikaan, dus ik ga jou scalperen en kijk hoe je sterft!

He' s my half- brother
Hij is mijn halfbroer

Daisy told them about her half brother, Greg, and his son, Georgy.
Daisy vertelde over haar halfbroer Greg en diens zoon Georgy.

That little Lukas who I’ve been looking after – Lukas is my half-brother.’
Die kleine Lukas op wie ik heb opgepast... Lukas is mijn halfbroer.’

His father, grandfather, and half brother would be forgotten.
Zijn vader, grootvader en halfbroer zouden vergeten worden.

13. (a) In what ways have many persons shown themselves to be like Joseph’s ten half brothers?
13. (a) In welke opzichten hebben veel mensen er blijk van gegeven als Jozefs tien halfbroers te zijn?

I’ve been ashamed often enough that he was my half brother.
Meer dan eens heb ik me ervoor geschaamd dat ik zijn halfbroer was.

Geoffrey FitzClare, a half-brother to Gilbert de Clare of Hertford, the wrong side the sheets.”
Geoffrey FitzClare, een halfbroer van Gilbert de Clare van Hertford, buitenechtelijk.'

Half brother or not, however, Guy had always been Liza’s big brother.
Maar halfbroer of niet, Guy was altijd Liza’s grote broer geweest.

Annie and I have a half-brother who was given up for adoption before we were born.
Annie en ik hebben een half-broer, die ter adoptie is afgestaan voordat wij geboren waren.

“You know that airplane accident smashed up Wessler’s half-brother.
'U weet dat het vliegtuigongeluk Wesslers halfbroer uitschakelde.

‘It’s my understanding she didn’t have the slightest inkling she had a half-brother in Bergen.’
‘Voor zover ik heb begrepen had ze er geen idee van dat ze in Bergen een halfbroer had.’

I have had some strange news from my half-brother, Marcus Annius Florianus.'
Ik heb nogal merkwaardig nieuws ontvangen van mijn halfbroer, Marcus Annius Florianus.’

“Borel had two brothers, a half brother and a half sister, many uncles, aunts, cousins.
'Borel had twee broers, een halfbroer en een halfzuster en vele ooms, tantes, neven en nichten.

Half-brother.
Halfbroer.

They're half-brothers.
Het zijn halfbroers.

She felt sorry for her half-brother and -sister growing up in an atmosphere like that.
Ze vond het zielig voor haar halfbroertje en -zusje dat ze in zo'n atmosfeer opgroeiden.

“Your half-brother Taringail is denied by his marriage to the Queen of Andor,” Jarna went on.
'Je halfbroer Taringael komt niet in aanmerking vanwege zijn huwelijk met de koningin van Andor,' ging Jarna door.

My half brother described them to me as neatly dressed but of little means materially.
Mijn halfbroer beschreef ze als net geklede maar eenvoudige mensen.

You married your half-brother.’
Je bent getrouwd met je halfbroer.’