Mont Nébo oor Nederlands

Mont Nébo

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

Neboberg

voorbeelde

Moïse mourra sur le mont Nébo (48-52)
Mozes zal sterven op berg Nebo (48-52)

Quelque temps après, Jéhovah ordonna à Moïse de monter sur le mont Nébo.
Later zegt Jehovah dat Mozes naar de top van de berg Nebo in het land Moab moet gaan.

Sur la carte sont indiqués les monts Nébo et Pisga.
Op de kaart ziet u de berg Nebo en de Pisga aangegeven.

34 Alors Moïse monta des plaines désertiques de Moab au mont Nébo+, au sommet du Pisga+, qui fait face à Jéricho+.
34 Toen ging Mozes vanuit de woestijnvlakte van Moab de berg Ne̱bo op,+ naar de top van de Pi̱sga,+ die tegenover Jericho+ ligt.

Ce drame parvient à unir la vision de Moïse sur le mont Nébo à l’angoisse de Jésus dans le jardin de Gethsémani.
Het hele drama verenigt in potentie de elementen uit Mozes op de berg Nebo met de zielenstrijd in de Hof van Getsemane.

Ensuite, à l’âge de 120 ans, il est monté sur le mont Nébo, a contemplé la Terre promise, puis il est mort.
Vervolgens besteeg hij, op de leeftijd van 120 jaar, de berg Nebo, aanschouwde het Beloofde Land en stierf.

Cependant, Dieu lui montra finalement le pays du haut du Pisga, sur le mont Nébo, un endroit favorable pour découvrir un tel panorama (Deut.
In plaats daarvan toonde God hem uiteindelijk het land vanaf het gunstige uitkijkpunt op de top van de Pisga op de berg Nebo (Deut.

Il est question de cette région dans Deutéronome 34:1-4 (AC), où nous lisons : “Moïse monta, des plaines de Moab, sur le mont Nébo, au sommet du Phasga, qui est en face de Jéricho.
Dit is het deel van de aarde waarnaar in Deuteronomium 34:1-4 (NW) wordt verwezen: „Toen ging Mozes uit de woestijnvlakten van Moab de berg Nebo op, naar de top van de Pisga, die uitziet op Jericho.

48 Le même jour, Jéhovah dit à Moïse : 49 « Monte dans cette montagne de la chaîne des Abarim+, le mont Nébo+, qui est dans le pays de Moab, en face de Jéricho, et regarde le pays de Canaan, que je donne en propriété aux Israélites+.
48 Nog diezelfde dag zei Jehovah tegen Mozes: 49 ‘Ga het A̱barimgebergte in+ en beklim de berg Ne̱bo,+ die in het land Moab ligt, tegenover Jericho, en kijk uit over het land Kanaän, dat ik de Israëlieten in bezit geef.

32 Il est non moins certain que lorsque le grand prêtre Aaron mourut sur le mont Hor et que son frère Moïse décéda sur le mont Nébo, tous deux recueillis auprès de leur peuple, ils ne furent pas enterrés avec leurs ancêtres Abraham, Isaac et Jacob dans la caverne de Macpéla, près d’Hébron, en Terre promise.
32 Toen de hogepriester Aäron op de berg Hor stierf en zijn broer Mozes op de berg Nebo de laatste adem uitblies en zij tot hun voorgeslacht werden vergaderd, werden zij stellig niet bij hun voorvaders Abraham, Isaäk en Jakob in de spelonk van Machpéla bij Hebron in het Beloofde Land begraven.