En réponse à la demande de remise de la dette fiscale présentée par la requérante conformément à l'article 239 du règlement (CEE) no 2913/92 établissant le code des douanes communautaires, il a été constaté dans la décision attaquée que les autorités jamaïcaines n'avaient pas commis l'une des erreurs visées à l'article 220, paragraphe 2, sous b), du règlement précité et que la requérante ne se trouvait pas dans une situation particulière en raison d'une présentation incorrecte des faits par les exportateurs.
In antwoord op het verzoek om kwijtschelding van de belastingschuld dat verzoekster op grond van artikel 239 van verordening (EEG) nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek had ingediend, werd in de bestreden beschikking vastgesteld dat de Jamaicaanse autoriteiten geen fout in de zin van artikel 220, lid 2, sub b, van deze verordening hadden gemaakt en dat verzoekster zich niet in een bijzondere situatie bevond, aangezien de uitvoerders een verkeerde voorstelling van de feiten hadden gegeven.EurLex-2 EurLex-2