se reposer (sur) oor Nederlands

se reposer (sur)

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

vertrouwen

werkwoord

vertrouwen op

werkwoord

Soortgelyke frases

se reposer
pauzeren · rest · rust nemen · rusten · uitrusten

voorbeelde

Dès que je m’arrêtai, elle s’arrêta aussi et s’adossa un instant à un arbre pour se reposer.
Zodra ik bleef staan deed zij dat ook, tegen een boom aan om uit te rusten.

Était-ce tout simplement qu’il avait besoin de se reposer ?
Was het gewoon omdat hij rust nodig had gehad?

Retire- toi au lit, et se reposer, car tu as besoin.
Ga heen naar bed, en rust, want Gij hebt nodig hebben.

Il faut qu’il se repose et retrouve des forces.
Hij moet rusten en weer op krachten komen.’

«Auprès de Jorge, Amadeu pouvait se reposer et se remettre de son rythme affolant.
Jorge was iemand bij wie Amadeu kon uitrusten en op verhaal komen van zijn razende tempo.

Tu sais bien que ta mère se repose
Je weet toch dat je moeder ligt te rusten.

Le soleil chauffait trop sa peau, elle voulait se reposer à l’ombre.
De zon deed haar huid gloeien en ze wilde in de schaduw uitrusten.

Il avait appris l’importance de se reposer patiemment sur Dieu.
Milton zag er de waarde van in geduldig op God te vertrouwen.

Mais d’abord, il devait se reposer.
Maar eerst moest hij een beetje uitrusten.

Elle aurait voulu se laisser porter par ce regard, s’y appuyer et se reposer un moment.
Ze had in die blik willen verdrinken, in elkaar willen zakken en een tijdje willen rusten.

Perkar aurait désespérément voulu s’arrêter pour se reposer, même pour quelques instants.
Perkar wilde wanhopig graag stilhouden om te rusten, al was het maar even.

Tess se repose dans notre appartement, répliqua Dante.
‘Tess doet een dutje in ons appartement,’ reageerde Dante.

Maintenant, je sais vraiment ce que veut dire se reposer sur Dieu jour après jour. ” — 2 Cor.
Ik begrijp nu echt wat het wil zeggen elke dag op God te vertrouwen” (2 Kor.

Ensuite, peut-être pourrait-il se reposer
Na vandaag zou hij misschien kunnen uitrusten.

Ils doivent se reposer.
Ze moeten uitrusten.

Il se repose
Hij is nu aan het rusten

Ils profitèrent de l’occasion pour se reposer un peu après la pénible ascension.
Ze benutten de kans om even uit te rusten na de kronkelige beklimming.

Je t' appellerai quand elle aura pu se reposer
Ik bel je als ze bijgekomen is

— Il se repose à l’étage, répondis-je
‘Hij is boven aan het uitrusten,’ zei ik.

Il est censé se reposer, donc tu pourrais ne pas insister s'il te plaît?
Hij moet eigenlijk wat rust nemen, dus kun je je misschien wat inhouden?

Désolée, elle se repose en réa.
Alstublieft, ze moet rusten.

Il doit se reposer.
Het beste voor hem op dit moment is rust.

Je sais qu'il est sensé se reposer, mais... c'est très important.
Warren, maar het is belangrijk.

Il faut aussi permettre aux chaussures de se reposer et de sécher.
Een goede zorg voor de schoenen houdt ook in dat men ze laat rusten en drogen.

Elle est partie se reposer.
Ze rust nu op haar kamer.