gebergtevorming oor Engels

gebergtevorming

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

orogeny

naamwoord

describes the formation of mountain ranges, geoscientific term

orogenesis

naamwoord

mountain formation

naamwoord

voorbeelde

Als gevolg van geologische onderlagen die afkomstig zijn van hercynische gebergtevorming of kalkafzetting uit het mesozoïcum en van erosie, is de topografie vaak grillig en is de bodem bezaaid met keien.
As a result of the geological substrates from the Hercynian orogeny or limestone deposits from the Mesozoic Era, combined with erosion, the topography is often undulating and the soils are stony.

De gesteentes uit de Helvetische en Austroalpiene nappes en in de Zuidelijke Alpen hebben geen hooggradige metamorfose gehad door de Alpiene gebergtevorming.
The rocks of the Helvetic and Austroalpine nappes and the southern Alps did not experience high grade metamorphism in the major Alpine phases in the Cenozoic.

Deze fase van gebergtevorming wordt de Eo-Alpiene fase genoemd, en is de eerste fase van de vorming van de Alpen.
This is called the Eo-Alpine phase, and is sometimes regarded as the first phase of the formation of the Alps.

In de zuidelijke Rocky Mountains, nabij het huidige Colorado, werden deze oude gesteenten tijdens het Pennsylvanien, ongeveer 300 miljoen jaar geleden, gedeformeerd tijdens gebergtevorming.
In the southern Rocky Mountains, near present-day Colorado, these ancestral rocks were disturbed by mountain building approximately 300 Ma, during the Pennsylvanian.

Begin met gebergtevorming.
Start with orogenesis.

Geologen als Émile Haug en Hans Stille herkenden de Caledonische orogenese vervolgens als een van de periodische fases van gebergtevorming in de geschiedenis van de Aarde.
Geologists like Émile Haug and Hans Stille saw the Caledonian orogeny as one of several episodic phases of mountain building that had occurred during Earth's history.

Deze fase van gebergtevorming wordt de Pan-Afrikaanse orogenese genoemd en hierbij ontstond een configuratie van continenten die honderden miljoenen jaren stabiel zou blijven in de vorm van het paleocontinent Gondwana.
It created a configuration of continents that would remain stable for hundreds of millions of years in the form of the continent Gondwana.

Door het geografische gebied van „Miel des Cévennes” loopt een bergketen die in het zuidoosten uitkomt op het Centraal Massief en bestaat uit rotsen die voornamelijk het gevolg zijn van de hercynische gebergtevorming.
The geographical area of ‘Miel des Cévennes’ is traversed by a mountain range which borders the Massif Central to the south-east, and consists mostly of rock formed during the Hercynian orogeny.

In het precambrium en het primaire tijdperk heeft de gebergtevorming geleid tot het ontstaan van plutonische gesteenten (graniet, gabbro) en metamorfe gesteenten (gneis, glimmerlei, eclogiet, amfiboliet).
In the Precambrian and Paleozoic eras, orogenesis led to the formation of plutonic rock (granite, gabbro) and metamorphic rock (gneiss, mica schist, eclogite, amphibolite).

De formatie is het gevolg van een grote pre-Andeaanse depressie van de aardkorst, gerelateerd aan de Andeaanse gebergtevorming.
The formation is a result of the large, concave pre-Andean depression of the earth's crust, related to the Andean orogeny of the Tertiary.

Het idee dat er aan het begin van het Neoproterozoïcum een supercontinent ontstond komt uit de jaren 70 van de vorige eeuw, toen geologen ontdekten dat op veel continenten fases van gebergtevorming met deze ouderdom voorkomen.
The idea that a supercontinent existed in the early Neoproterozoic arose in the 1970s, when geologists determined that orogens of this age exist on virtually all cratons.

OnderzoekBewerken Het idee dat er aan het begin van het Neoproterozoïcum een supercontinent ontstond komt uit de jaren 70 van de vorige eeuw, toen geologen ontdekten dat op veel continenten fases van gebergtevorming met deze ouderdom voorkomen.
The idea that a supercontinent existed in the early Neoproterozoic arose in the 1970s, when geologists determined that orogens of this age exist on virtually all cratons.

Gibraltar Arc, een gebied rond de Alboran Zee waarin gebergtevorming plaats vond en nog vindt.
Gibraltar Arc, an area around the Alboran Sea where mountain building took place and still finds.

Het park, opgezet in 1988 strekt zich 14 km lang uit in de vallei van de Stirone, waar in de vijftiger jaren de ontginning voor het aanleggen van de Autostrada del Sole de erosie sterk deed toenemen en aardlagen vol fossielen aan het licht bracht, waardoor belangrijke fases van de gebergtevorming van de Apennijnen zijn gereconstrueerd.
This park was set up in 1988 and covers 14 km of the Stirone Valley where the excavation works linked to the building of the Motorway lead to a quickening in the erosive process, bringing to light bands of rock rich in fossils which in turn have lead to the reconstruction of important phases of the Appenine Orogeny.

Het materiaal uit de Austroalpiene nappes is vanuit het oostzuidoosten al eens eerder gedeformeerd door gebergtevorming in het Krijt. Naar het westnoordwesten toe neemt de metamorfe graad af, ten westen van Oost-Zwitserland is deze gebeurtenis niet terug te vinden. Men noemt deze gebeurtenis de Eo-Alpiene orogenese.
in the Austroalpine nappes eclogites occur that were formed during the Cretaceous period, in an early phase of mountain building called the Eo-Alpine orogeny. These are high-grade metamorphic rocks, but their metamorphism is unrelated to the (later) formation of the Alps.

In de zuidelijke Rocky Mountains, nabij het huidige Colorado, werden deze oude gesteenten tijdens het Pennsylvanien, ongeveer 300 miljoen jaar geleden, gedeformeerd tijdens gebergtevorming.
In the southern Rocky Mountains, near present-day Colorado, these ancestral rocks were disturbed by mountain building approximately 300 mya, during the Pennsylvanian.

De oorzaak moet liggen in de daling van de temperatuur van het zeewater.[38] Na de uitsterving konden nieuwe soorten ontstaan, diverser en beter aangepast, die de niches die uitgestorven soorten achterlieten opvulden. Tussen 450 en 400 Ma botsten de continenten Laurentia en Baltica op elkaar, dit heet de Caledonische gebergtevorming. Er ontstond een hooggebergte waarvan sporen nog te vinden zijn in Scandinavië, Schotland en in de Amerikaanse Appalachen.
These marine species could probably not contend with the decreasing temperature of the sea water.[118] After the extinctions new species evolved, more diverse and better adapted. They would fill the niches left by the extinct species. The continents Laurentia and Baltica collided between 450 and 400 Ma, during the Caledonian Orogeny, to form Laurussia (also known as Euramerica).[119] Traces of the mountain belt which resulted from this collision can be found in Scandinavia, Scotland and the northern Appalachians.

De Iapetusoceaan sloot zich als een ritssluiting van noord naar zuid, zodat de collisie tussen Avalonia en Laurentia iets later plaatsvond dan die tussen Baltica en Laurentia: de continenten raakten elkaar in het Midden-Siluur en gebergtevorming vond plaats in het Vroeg-Devoon (vanaf 407 miljoen jaar geleden).[4] In het tegenwoordige oosten van Noord-Amerika wordt de collisie van Avalonia op Laurentia de Acadische orogenese genoemd.
The Iapetus Ocean first closed in the north, then in the south. Therefore, the collision between Baltica and Laurentia took place a little earlier than that between Avalonia and Laurentia. Continental collision started in the Mid Silurian and mountain building took place in the Early Devonian (from 420–405 million years ago).[6][7] In North America, the collision between Avalonia and Laurentia is called the Acadian orogeny.

Als lagen niet zijn verstoord door plooiing en gebergtevorming, ligt altijd de jongere laag boven de oudere laag (relatieve ouderdom).
If layers are not disturbed by folding and mountain building, the younger layer is always on top of the older layer (relative age).

Als lagen niet zijn verstoord door plooiing en gebergtevorming, ligt altijd de jongere laag boven de oudere laag (relatieve ouderdom).
If layers are not disturbed by folding and/or mountain orogenesis, One can always assume that the younger layer are lying over the older layer (relative age).

De formatie is het gevolg van een grote pre-Andeaanse depressie van de aardkorst, gerelateerd aan de Andeaanse gebergtevorming.
"The formation of the Pantanal is a result of the large concave pre-Andean depression of the earth's crust, related to the Andean orogenesis of the Tertiairy.

Tussen 450 en 400 Ma botsten de continenten Laurentia en Baltica op elkaar, dit heet de Caledonische gebergtevorming.
The continents Laurentia and Baltica collided between 450 and 400 Ma, during the Caledonian Orogeny, to form Laurussia (also known as Euramerica).

4.2 Literatuur Onderzoek[bewerken] Het idee dat er aan het begin van het Neoproterozoïcum een supercontinent ontstond komt uit de jaren 70 van de vorige eeuw, toen geologen ontdekten dat op veel continenten fases van gebergtevorming met deze ouderdom voorkomen.
Paleogeographic reconstructions[edit] The idea that a supercontinent existed in the early Neoproterozoic arose in the 1970s, when geologists determined that orogens of this age exist on virtually all cratons.