gegoed oor Engels

gegoed

adjektief, deeltjie

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

well-to-do

adjektief

Niet bepaald de woning van een gegoede dame.
Not exactly the dwelling of a well-to-do woman.

in easy circumstances

bywoord

affluent

adjektief

easy · prosperous · fluid · on easy street · effortless · well-off · wealthy · rich · ineasycircumstances · well off · well‐to‐do

voorbeelde

De besten van de gegoede klassen waren vereend met de besten van de armen in hun streven naar Gerechtigheid!'
The best of the superior classes were united with the best of the poor in pursuit of Justice!”

Ze woonden in een gegoede buurt.
They lived in a wealthy neighborhood.

Toegang tot sportverenigingen was grotendeels gereserveerd voor de meer gegoede sectoren van de samenleving.
Admission to sports clubs was largely confined to the more privileged sections of society.

In het Gemenebest zijn de gegoede lieden mensen met macht en geld.
In the Commonwealth, the gentry are people with power and money.

En toen, op heftige toon: ‘Aan de meer gegoede klasse, bedoel ik.’
Then, with savage emphasis, ‘To the better class of client, that is.’

‘Daar kopen alle gegoede Bruggelingen hun spullen.’
“That’s where all the wealthy Bruges folks buy their stuff.”

Kijk naar deze mensen hier, de meesten onder hen komen van gegoede families.
You look at these kids around here, most of them come from comfortable backgrounds.

Hij was opgegroeid in Frankrijk, zijn familie hoorde bij de gegoede burgerij.
He’d grown up in France, his family was part of the bourgeoisie.

Lucille, die een scherp oor had voor de roddelpraatjes in de gegoede kringen, scheen altijd veel meer te weten dan zij.
Lucille, with her sensitive ear for Society gossip, always seemed to know something that Frances didn’t.

Komt uit een redelijk gegoede familie en lijkt aardig, zelfs erg aardig, maar is dat niet.
Comes from a fairly well-off family and seems easygoing, even smooth, but he isn’t.

Wanneer je in wat meer gegoede buurten predikt, houd dan in gedachte wat de mensen daar interesseert.
When approaching the affluent, have in mind what would interest them.

Ze groeide op in een gegoede, welgestelde familie.
She grew up in a well-off family.

Gegoede middenklasse, voor Redmond in elk geval.’
That’s slightly upper middle class—for Redmond, anyway.”

En niet uit de gegoede klasse, zoals u misschien, maar...’ ‘Kom nou!
And not living well like you, perhaps, but—” “Please!

De ongetitelde adel in Transsylvanië vervulde de rol die de gegoede burgerij in het Westen vervulde.
In Transylvania, newly appointed untitled nobles fulfilled the role performed in the West by the wealthy bourgeoisie.

Mijn klanten kwamen voornamelijk uit de gegoede stand, omdat ik erg duur was.
My customers were mostly upper crust, because I came high.

Een ogenblik hield iedereen op met praten, zelfs de gegoeden.
For a moment, everyone stopped talking, even the gentry.

Ollie, jij gaat naar buiten toe en schiet die jongen van die gegoede familie door zijn kop.
Right, Ollie, I want you to go outside, yeah, and shoot that boy in the face from the good family, all right?

Later werd het Cascia Hall, een particuliere voorbereidingsschool voor menselijke tieners uit de gegoede klasse.
Eventually it was converted into Cascia Hall, a private preparatory school for affluent human teenagers.

Daarachter stonden de witgeschilderde villa’s met geblindeerde ramen, van de meer gegoede inwoners.
Behind were the white-painted villas, with shuttered windows, of the more well-to-do residents.

En of iemand van een gegoede familie zulke gemene leugens zou schrijven.’
As if anyone of breeding would write such wicked lies.”

Er werd gefluisterd dat hij uit een zeer gegoede familie kwam, er was in elk geval genoeg geld om hem te onderhouden.
It was said that he came from a very good family, and there was certainly plenty of money to maintain him.

'Hij heeft een poosje bij een getrouwde dochter in Bexhill gewoond - de vrouw van een gegoede winkelier.
“He has lived for some time with a married daughter at Bexhill—a prosperous tradesman’s wife.

Een gegoede weduwnaar is een geschikte kandidaat voor allerlei soorten liefdadigheid.
A well-to-do widower makes a likely candidate for charities of all stripes.

‘Laten we zeggen dat hij niet in de gegoede wijken van Nazareth preekte.
“Let us say He was not preaching to the wealthier sections of Nazareth.