glimlacht oor Engels

glimlacht

/ˈɣlɪm.lɑxt/ werkwoord

Soortgelyke frases

een en al glimlach
all smiles

glimlach
grin · smile · smiling

glimlachen
grin · laugh · smile · to smile

voorbeelde

Catelyn glimlachte, wetend dat het waar was.
Catelyn smiled, knowing it was true.

Maggie glimlachte naar de kleine jongen.
Maggie smiled at the little boy.

Von Helldorf glimlachte cynisch en drukte zijn sigaret uit in de overvolle asbak.
Von Helldorf smiled cynically and snuffed out his cigarette in the overflowing ashtray.

De vrouw glimlachte alsof ze echt blij was haar te zien.
The woman smiled as though she was actually glad to see her.

Net toen Gullicksen zelfverzekerd naar me glimlachte, ging de deur van de rechtszaal open.
Gullicksen passed me a confident smile just as the courtroom doors opened.

Ze glimlachte bij zichzelf en moest eraan denken hoezeer zij naar een baby had verlangd toen ze nog jong was.
She smiled to herself, remembering how much she had wanted a baby when she was younger.

Sheila glimlachte en kneep in mijn hand toen ze het kaartje zag.
Sheila smiled and squeezed my hand when she saw the card.

Nick beantwoordde haar begroeting met de brede glimlach van een verkoper en Sylvia glimlachte verlegen.
Nick returned her greeting with a broad salesman's smile and Sylvia smiled shyly at her.

Ik wil degene zijn die glimlacht.
I want to be the person who smiles.

Sandy's mond viel open, toen glimlachte hij van oor tot oor.
Sandy’s lower jaw dropped, then a smile travelled from one large ear to the other.

‘Ik ben zoiets nog nooit tegengekomen,’ glimlacht Nathan.
‘I’ve never come across anything similar,’ Nathan smiles.

Hij moest vreselijk groot lijken als ze glimlachte.
It must look terribly wide when she smiled.

Ik glimlachte en voegde eraan toe: ‘Effe fouilleren, meneer?’
I smiled and added, “Strip-search, sir?”

Het Franse meisje glimlachte charmant en zocht naar woorden.
The French girl smiled charmingly and groped in her mind for words.

Toen de auto langszij reed draaide de man zijn hoofd om, glimlachte en stak zijn hand op.
As the car drew abreast of him the man turned, smiled, and raised his hand.

Die opmerking leek tante Éloïse enigszins te ergeren, maar Frank glimlachte.
Aunt Éloïse looked faintly irritated, but Frank smiled.

Hij glimlacht en Eva ziet dat zijn ogen heel blauw zijn, bijna violet, met langere wimpers dan de hare.
He smiles, and Eva notices that his eyes are a very deep blue, almost violet, and framed by lashes longer than her own.

Ik glimlachte terug, kopieerde Tanya’s medische dossier en gaf de originelen terug.
I smiled back, photocopied Tanya’s medical records, and returned the originals to her.

Layla keek Seema aan en glimlachte.
Layla turned to Seema and smiled.

‘En toch glimlacht u als u praat’, merkte ouderling Nash op.
“... ’And yet,’ Elder Nash noted, ‘you are smiling as we talk.’

Ze glimlachte vaag en zonder verder iets te zeggen vertrok ze.
She smiled vaguely and went out without saying another word.

Mensen spraken hem aan met ‘meneer’ en namen zijn jas aan en glimlachten dankbaar terug wanneer hij naar hen glimlachte.
People called him ‘sir’ and took his coat and smiled with appreciation when he smiled at them.

Hij kon het niet zien, maar zo langzamerhand wist hij wel wanneer Rachel glimlachte.
He couldn't see it, but he knew by now when Rachel smiled.

Ze sloeg haar arm om mijn schouder en snuffelde tegen mijn oor tot ik glimlachte.
She slung her arm over my shoulder and snuffled my ear until I smiled.

Toen glimlachte hij schalks en vroeg: 'Waarover denk je eigenlijk dat ik met je heb zitten praten?'
Then he smiled slyly and asked, “What do you suppose I’ve been talking to you about?”