godgeleerdheid oor Engels

godgeleerdheid

naamwoord vroulike

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

theology

naamwoord

study of God, or a god, or gods

In dit verband is het commentaar van H. DeWolf, hoogleraar in de godgeleerdheid aan de universiteit van Boston, belangwekkend.
In this connection, the comments of Harold DeWolf, professor of theology at Boston University, are interesting.

voorbeelde

Zij worden niet onderwezen door de „doctors in de godgeleerdheid” die met een diploma van een of ander theologisch seminarie kunnen zwaaien, en evenmin wordt de Bijbelkennis verkregen doordat zij geregeld een van een toren voorzien gebouw bezoeken.
Not from the “doctors of divinity” who can flourish a diploma from some theological seminary do they learn, nor is the Bible knowledge gained by regular attendance at some besteepled edifice.

Grieks-Orthodoxe godgeleerden plaatsten de Schepping zelfs helemaal in 5508 v.C.
Greek Orthodox theologians put Creation as far back as 5508 B.C.

Om nog een Griekse autoriteit aan te halen, in de Handbook to the Grammar of the Greek Testament, door de doctor in de godgeleerdheid S.
Quoting from still another Greek authority, that of Handbook to the Grammar of the Greek Testament, by Samuel G.

‘Ik heb godgeleerden altijd als idioten beschouwd.’
"""I've always thought religious scholars were idiots."""

"""Dat is goede godgeleerdheid, Tom; beter dan die Dr."
Good theology, Tom; better than Dr.

Hij was godgeleerde, en is bekend als auteur van een geïllustreerd Commentaar op de Apocalyps (776).
He is best remembered today as the author of his Commentary on the Apocalypse, published in 776.

Callen werd tot priester gewijd in 1823 en ging vervolgens naar Rome om te studeren aan de Sapienza Università waar hij een doctoraat in de godgeleerdheid kreeg in 1826.
Callan was ordained a priest in 1823 and went to Rome to study at Sapienza University, obtaining a doctorate in divinity in 1826.

Ik ben gepromoveerd en afgestudeerd in de godgeleerdheid, O’Hari, en ik ben niet dom.
I’ve got a PhD and a doctor of divinity, O’Hari, and I’m not stupid.

In zekere zin nemen de profeet Joseph Smith en zijn opvolgers in deze kerk de uitdaging aan die Ralph Waldo Emerson 170 jaar geleden aan de studenten godgeleerdheid van de Harvard Divinity School heeft gegeven.
In a sense Joseph Smith and his prophetic successors in this Church answer the challenge Ralph Waldo Emerson put to the students of the Harvard Divinity School 170 years ago this coming summer.

Hij is vooral kunsthistoricus, maar hij is beter thuis in de godgeleerdheid dan welke sterveling die ik ken ook.’
He’s mostly an art historian, but he knows his divinity better than any mortal I’ve ever met.”

Farmer, hoogleraar godgeleerdheid aan de Universiteit van Cambridge, voert aan dat de evangeliën „niet te begrijpen zijn zonder in aanmerking te nemen wat er in de geschiedenis van het oude verbondsvolk was voorafgegaan, zoals uiteengezet in het Oude Testament”.
Farmer, professor of divinity at Cambridge University, argues that the Gospels “cannot be understood apart from what went before in the history of the old covenant people, as set before us in the Old Testament.”

Jezus sprak niet over geestelijken, doctoren in de godgeleerdheid, of „vaders,” om hen te onderscheiden van de ’gewone kudde’ der schapen.
Jesus made no room for clergymen, doctors of divinity, or “fathers” as distinguished from the ‘common herd’ of sheep.

'De wetenschappelijke faculteiten zijn allemaal die kant op,' zei de geleerde, 'naast de godgeleerdheid.'
'The sciences are all down that way,' the scholar said, 'near the theology department.""

De activiteit van de geest die “zelfs de diepten van de godheid nagaat” is de godgeleerdheid.
"The activity of the spirit, which ""investigates even the depths of the Godhead;' is the study ofdivinity."

Hanson, hoogleraar in de godgeleerdheid, ’is er geen enkele theoloog in de oosterse of de westerse Kerk uit de tijd voorafgaande aan het losbarsten van de ariaanse controverse [in de vierde eeuw] die de Zoon niet in een of andere zin als ondergeschikt aan de Vader beschouwt’. — The Search for the Christian Doctrine of God.
Hanson, a professor of divinity, states: “There is no theologian in the Eastern or the Western Church before the [fourth century] outbreak of the Arian Controversy, who does not in some sense regard the Son as subordinate to the Father.” —The Search for the Christian Doctrine of God.

Ik was in dergelijke dingen geïnteresseerd toen ik nog student in de godgeleerdheid was.
I took an interest in such things as a divinity student.

18 Wat dus te antwoorden als de geestelijken eisen dat de leden van het gezalfde overblijfsel hun certificaat als doctor in de godgeleerdheid overleggen?
18 Consequently, what if the clergy challenge the anointed remnant to produce certificates as Doctors of Divinity?

Maar ik ben noch godgeleerde, noch scheikundige, noch dierkundige, noch natuurkundige.
But I am neither a theologian, chemist, naturalist, nor natural philosopher.

Als belijdende christenen ernaar streven aangesproken te worden met titels als „doctor in de godgeleerdheid”, „vader”, „eerwaarde” en dergelijke, zullen zij daar persoonlijk rekenschap van moeten afleggen aan God.
If professing Christians seek to be addressed by such titles as “Doctor of Divinity,” “Father,” “Reverend” and the like, this is, of course, something for which they will have to answer to God.

Hij zei eens tegen een leerling: „Leergierige jongeling, gij zult den dag nog beleven, waarop de leer van . . . twistzieke theologen door alle waarlijk christelijke godgeleerden zal worden verworpen.”
He once said to a student: “Studious boy, you will live to see the day when the teachings of . . . quarrelsome theologians will be rejected by all true Christian scholars.”

In Wenen promoveerde hij in de godgeleerdheid.
You win him in righteousness.

In de Brahmaansche godgeleerdheid is zij de verpersoonlijking van het Licht, en tevens een naam van Krishna.
In Brahminical theology she is the personification of Light, and also a name of Krishna.

● Joodse godgeleerden en wetenschapsmensen bestrijden de door AID (het Amerikaanse Bureau voor Internationale Ontwikkeling) gedane bewering dat de babiroessa — een op een varken gelijkend dier uit Indonesië — voedsel herkauwt en wellicht aanvaardbaar zal zijn als koosjer voedsel.
● Jewish scholars and scientists are disputing the claim, made by AID (the U.S. Agency for International Development), that the babirusa —a pig-like animal from Indonesia— chews the cud and might be acceptable as kosher food.

Broeda wilde maar dat hij zo godgeleerd was dat hij zijn God kon vragen waarom dat zo was.
Brutha wished he was a better scholar so he could ask his God why this was.

De godgeleerden gaan aan dit soort dingen voorbij, alsof alles zin heeft wat ze om zich heen zien.
The theologians spare no thought for questions like these, as if everything they see around them has a purpose.