uithoren oor Engels

uithoren

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

interrogate

werkwoord

Ik kan Tracy uithoren, maar jij moet achter me staan.
I can interrogate Tracy, but you must stand behind me.

question

werkwoord

Ga je Jughead niet uithoren of z'n vader, over de moord?
So you're not going to question Jughead or his dad about the murder then?

quiz

werkwoord

Ik wil niet dat hij je brieven vindt, hij zou me uithoren over de code.
I dare not risk him finding your letters, he would quiz me about the code.

to interrogate · to question · query

voorbeelde

Hou hem in de gaten en probeer erachter te komen of hij geen nri-verklikker is die ons wil uithoren.
Keep an eye on him, and make sure he's not an NRI plant designed to draw us out.

Je bedoelt haar uithoren?
You mean oumo her for information?

‘Meneer Murray was me er ook over aan het uithoren.’
Murray was just grilling me about it too.”

12 En Jonathan zei tegen David: ‘Jehovah, de God van Israël, is mijn getuige dat ik morgen of overmorgen* om deze tijd mijn vader zal uithoren.
12 And Jonʹa·than said to David: “Let Jehovah the God of Israel be a witness that I will sound out my father about this time tomorrow or by the third day.

Ik heb het gevoel dat mijn vader me gaat uithoren over mijn werk,’ zei ze.
I have a feeling my father may quiz me about work,” she said.

Zodra we arriveren, zal ik je wakker maken en dan mag je hem uithoren zo lang je wilt.’
I promise that as soon as I come in, I’ll wake you and then you can badger him with questions for as long as you like.”

In ieder geval totdat hij haar mee kon nemen en haar vertrouwelijk kon uithoren.
At least until he could get her away and question her privately.

Ze zou hem eens moeten uithoren over zijn methoden.
She would have to question him about his methods.

Ongelukkigerwijs had hij Howell niet verder kunnen uithoren.
It had been unfortunate that he hadn’t been able to speak with Howell further.

Ze zou hem uithoren over zijn reis naar Zuid-Amerika en dan beweren dat ze alles in de sterren had gelezen.
She’d question him about his trip to South America and then claim to have divined it in the stars.

'Zelfs al was het waar, denk je dat de Mycogeners je de robot laten zien en uithoren?'
“Even if it was true, do you suppose the Mycogenians would let you see and interview the robot?”

Hoe kon hij Dustin uithoren zonder hem achterdochtig te maken?
How could he tap into Dustin without scaring him off?

Een van zijn vrienden uithoren zou daar niets aan veranderen.
Confronting one of his friends would not change that.

Met onbekenden wist hij wel wat hij moest zeggen, hoe hij die moest uithoren.
With strangers he knew how to talk, knew how to interrogate.

Misschien had hij Snoes moeten uithoren over dat onderdeel van het Troepleven.
Perhaps he should have asked Sweet about that aspect of Pack life.

‘Ik heb daar niets over gezegd, omdat ik wist dat je me zou gaan uithoren.’
“I didn’t say anything to you about her because I knew you’d pump me for information.”

Ik wil niet dat hij je brieven vindt, hij zou me uithoren over de code.
I dare not risk him finding your letters, he would quiz me about the code.

Dat is een van de redenen dat ik wilde dat hij hier bleef; zodat jij hem kon uithoren.
That’s part of why I wanted him to stay here—so you could question him.

En Tom, als we elkaar toch over onze scheepsmakkers-keuze uithoren?”
What about Tom, since we're interrogating each other on our choice of shipmate?'

“Als je de jongen wilt uithoren, hoor hem dan uit,” zei hij nonchalant.
If you want to hear the boy, then hear him, he said nonchalantly.

Ik zou erheen kunnen gaan en hem uithoren.
I could go down there and hear him out.

Ik had Meyer over haar moeten uithoren.
I should've asked Meyer about her.

Na het interview bleef hij mij maar uithoren, hoewel ik had gezegd dat ik het niet kon uitleggen.
After the interview, he kept quizzing me, even though I told him I couldn’t explain.

Je bedoelt haar uithoren?
You mean pump her for information?

Ik zei dat ik hem niet aan het uithoren was over waar hij was geweest.
I said I wasn’t grilling him about where he’d been.