week uit oor Engels

week uit

werkwoord

voorbeelde

Je bent pas een week uit het leger.
You've only been out one week.

En Annie mocht over een week uit het ziekenhuis.
And Annie was getting out of the hospital in a week.

Dit echtpaar vocht week in week uit „als kat en hond”.
This couple fought like “cats and dogs” week after week.

De man vaart al vijf jaar lang elke drie weken uit.
The guy ships out every three weeks for five years.

Hier moest hij de komende weken uit leven.
It would be his life for the next few weeks.

Het lijkt alsof de kapelaan elke week uit psalm 23 preekt.
It seems like every week, the chaplain preaches on Psalm 23.

Week in, week uit liep ik onderweg naar de collegezalen langs dezelfde mensen.
Week after week I passed the same people on my way to class.

En, eh, dat je me nog vóór de volgende week uit het team wilt zetten.’
And, uh, that you wish to discharge me from the RDT before next week gets under way.""

Maar Jefe Claudrin was ditmaal voorbereid, en het machtige bolvormige schip week uit het schootsveld.
But this time Claudrin was prepared and the mighty ship swept out of the impact area.

Ik week uit.
So, I swerved to avoid her.

Je een na dichtste celgenoot hield het maar # weken uit
Your next closest roommate lasted only three weeks

Hij vond nieuwe plekken om zich te verbergen, ritselde nieuwe kleren, en hield het weken uit.
He’d find new hiding places, get his hands on new clothes, and make it for weeks.

Vorige week uit Baltimore gekomen
I just came from Baltimore last week, man.Nigga just cut out, man

Ik zou het erg waarderen als je er tegen het einde van de week uit bent.”
I’d appreciate it if you could be out of the house by the end of the week.”

Dat had Hillman steeds zo geregeld, week in, week uit.
It was as Hillman designed, week after week.

‘Een goede plek om deze laatste weken uit te zitten.’
—A good place to sit out these last weeks.

Rachel koos deze week uit om Stan te bezoeken in Vegas.
Rachel- - she picks this week to go visit Stan in Vegas, and me like an idiot,

‘Dat meisje dat Cooper er vorige week uit heeft gezet.’
“A girl Cooper threw out of the place last week.”

Mijn zus komt volgende week uit het ziekenhuis.'
My sister gets out of the hospital in a week.”

‘Ik trek de hele volgende week uit om jou te leren lezen.’
"""I'm going to take the next week and teach you how to read."""

‘Luister, Summer kijkt al... weken uit naar haar droomhuwelijk.
“Look, Summer has been looking forward to her dream wedding for . . . well, for weeks.

“Het was al een paar weken uit tussen ons, toen Harry bij me langskwam.
“You and I had broken up several weeks before Harry came to see me.

Tom en Mary zijn vorige week uit elkaar gegaan.
Tom and Mary broke up last week.

Jij zingt't geen week uit.
You won't last a week.

Nina’s lippen weken uit elkaar, maar ze had geen woorden meer.
Nina’s lips parted, but she had no more words.