neen maar oor Frans

neen maar

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Frans

et voilà

tussenwerpsel

tiens, tiens

voorbeelde

+ Hierop zeiden zij: „Neen, maar op het openbare plein zullen wij overnachten.”
” À quoi ils dirent : “ Non, mais c’est sur la place publique que nous passerons la nuit+.

Neen, maar is van plan om dit binnen de volgende vijf jaar te doen
Non, mais prévoit de le faire au cours des 5 prochaines années

Ja of neen (maar later bijgewerkt door de bevoegde autoriteit)
Oui ou Non (mais mise à jour ultérieure par l’autorité compétente)

Hij schudde het hoofd en antwoordde: 'Neen, maar vanavond zal ik hem vragen wat die woorden betekenen.'
Il secoua la tête: «Non, mais ce soir je lui demanderai ce qu'ils veulent dire.»

Neen, maar ik heb troopers aan elke ontsnappingscapsule geplaatst.
Non, mais j'ai posté des hommes, Devant chaque capsule de sauvetage.

—Neen, maar wij moeten onze voorzorgen nemen; wie heeft er brood bij zich?
Non, mais il faut prendre ses précautions; qui est-ce qui a du pain?

+ Neen, maar ik ben verliefd geworden op vreemden,+ en hen zal ik achternalopen.’
Non, mais je suis tombée amoureuse des étrangers+, et à leur suite je marcherai+.

Neen, maar ik ging er over doorgaan.
Non, mais j'allais en venir à ceci.

Neen, maar door te doen wat goed is, door in de vrees van Jehovah God te leven.
Non, mais plutôt en faisant ce qui est droit et en vivant dans la crainte de Jéhovah Dieu.

Neen, maar bereid om deze te implementeren
Non, mais disposée à la mettre en œuvre

"""Neen, maar de soldaten hebben me de weg versperd en ik werd gedwongen meteen rechtsomkeert te maken."
– Non, mais les soldats m'ont barré la route et j’ai dû rebrousser chemin.

Neen, maar dat er aan het eind van de dag enige tijd aan rustige overpeinzing wordt gegeven.
Mais après celle-ci, un certain temps peut être consacré à une telle réflexion dans le calme.

Neen maar het is dat niet alleen.
Non, ce n'est pas ça non plus.

Neen, maar zijn beschimpingen.
Son sarcasme.

Neen, maar God wist het.
Non, mais Dieu oui.

Neen, maar ik geloof dat die toren iets anders bevat dan lucht alleen.
Mais sur ma foi, je gage que cette tour ne contient pas que de l'air!

Toen Samuël dat deed, bleven ze erbij: „Neen, maar een koning zal er over ons komen.”
Samuel obéit, mais ils insistent : “ Non, mais c’est un roi qui sera au-dessus de nous.

9 „Neen, maar wij zullen met ú naar uw volk terugkeren” (Ruth 1:10).
9 “ Non, mais nous retournerons avec toi vers ton peuple.

Neen, maar hij zei dat zij die ter wille van de rechtvaardigheid vervolging zouden ondergaan, gelukkig zouden zijn.
Il dit que ce sont ceux qui sont persécutés pour la justice qui sont heureux.

‘Neen, maar ik... ik heb hem gevonden, en ik wilde weten, eh, kijken of
—Non, c’est moi qui... qui l’ai trouvé, et je voulais savoir, voir si... —Ah!

Ja of neen (maar later bijgewerkt door de bevoegde autoriteit)
Oui ou Non (mais mise à jour ultérieure par l'autorité compétente)

Ze bleven allebei volhouden: „Neen, maar wij zullen met ú naar uw volk terugkeren” (Ruth 1:8-10).
Toutes deux la supplient : “ Non, mais nous retournerons avec toi vers ton peuple. ” — Ruth 1:8-10.

Neen, maar hij richt zijn aandacht op wat werkelijke problemen zijn.
Mais elle discerne les vrais problèmes.

Zij knikte van neen, maar zwakjes, alsof ze hem wou aanmoedigen, tot het uiterste drijven.
Elle dit non de la tte, mais faiblement, comme si elle avait voulu l'encourager, le pousser encore.

RB: Neen, maar ik ging er over doorgaan.
RB : Non, mais j'allais en venir à ceci.