net-leren oor Portugees

net-leren

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Portugees

aprendizagem electrónica

voorbeelde

Nou, ze heeft me net leren kennen.
Ela acabou de me conhecer.

Rosa doet zelfs haar nette leren jas aan.
A Rosa até leva o casaco de couro formal.

Ze wist dat het Gwen Thomas niet kon zijn, want die had hij nog maar net leren kennen.
Não deveria ser Gwen Thomas, porque Robert acabara de conhecê-la.

We hebben mekaar net leren kennen.
Acabamos de nos conhecer.

We hebben elkaar pas net leren kennen.
Acabámos de nos conhecer.

Honden mogen niet in de buurt komen van kinderen die net leren lopen en zinderen van lichamelijke energie.
Os cães não devem ficar perto de crianças que estão aprendendo a andar e são cheias de energia.

Zijn oude, nette leren schoenen waren glanzend gepoetst en stonden naast een oude koffer op de grond.
Seu velho sapato de couro preto havia sido engraxado e colocado ao pé da cama, ao lado de uma mala antiga.

‘Ja, ik heb de ouders van Peik Lin net leren kennen.
— Sim, eu conheci os pais da Peik Lin.

‘Je hebt de meesten van ons pas net leren kennen, dus we gaan voorlopig nog geen gedag zeggen.’
– Você acabou de conhecer a maioria de nós, mocinho, portanto não tenha pressa de se despedir.

De komische dingen die ze zeggen als ze net leren praten
As coisas estranhas e divertidas que dizem quando estão aprendendo a falar

Hij heeft net leren lopen.
Acabou de aprender a andar.

Ik had hem nog maar net leren kennen.
Conheci-o mesmo antes de ter o acidente.

Ik heb haar net leren kennen.
Eu conheci-a hoje.

Ik ging je net leren vissen
Eu ia ensiná- lo a pescar

Paulo had die vrouw nog maar net leren kennen.
Paulo acabara de encontrar aquela mulher.

Links van me een stoel – oranjerode bekleding, net leer, en armleuningen van roestvrij staal.
À minha esquerda, uma cadeira — estofado laranja avermelhada como couro, braços de aço inoxidável.

Je hebt verdomme nog maar net leren rijden!'
Você acabou de aprendeu a dirigir, caramba!

De komische dingen die ze zeggen als ze net leren praten.
As coisas engraçadas que dizem quando estão aprendendo a falar.

‘Hij heeft net leren kruipen,’ zei Juliana trots.
— Acabou de aprender a engatinhar — Juliana declarou cheia de orgulho

Ik heb hem net leren kennen.
Acabo de conhecê-lo.

We hebben elkaar net leren kennen.'
Achei que estávamos apenas a conhecer-nos melhor

Ze heeft nog maar net leren spelen.’
Ela acabou de aprender a tocar.

We hadden elkaar net leren kennen op school en hadden, eh, wat gemeenschappelijke vrienden.’
Nós só nos conhecíamos da escola e tínhamos, hã, alguns amigos em comum.

Ze hééft je toch pas net leren kennen, hè?’
Ela realmente acabou de te conhecer, não é?