quem me dera oor Nederlands

quem me dera

Phrase

Vertalings in die woordeboek Portugees - Nederlands

hebben

Phrase

Ele precisava de mim, e quem me dera que eu também tivesse um meu.
Hij had me nodig, en ik heb altijd al kinderen gewild.

maar

Phrase

E quem me dera...Quem me dera poder dizer que tomei juízo, mas não sei se sim
Ik zou graag zeggen dat ik wijzer ben geworden, maar ik weet het niet

was het maar zo dat

Phrase

Soortgelyke frases

quem me dera que
hebben · maar · was het maar zo dat · was het maar zo dat or use auxiliary with inversion and

voorbeelde

Quem me dera ter alguma coisa para comer.
Ik wou dat ik wat te eten had.

Oh, quem me dera que ele tivesse lá.
Oh, Ik wou dat ik daar was.

Quem me dera saber.
Ik wou dat ik het wist.

Quem me dera haver algo que eu pudesse dizer
Ik weet niet wat ik moet zeggen

Quem me dera ter a coragem de ser tão bom.
Durfde ik maar zo goed te zijn.

Quem me dera saber o que estavas a pensar
Ik zou willen weten wat je nu denkt

Quem me dera que o Walter Lee estivesse aqui.
God, hebt genade, Ik wenste dat Walter Lee hier nu was.

" Deus meu! Quem me dera que tivéssemos um Capitão com menos 30 anos. "
Godallemachtig, ik wilde dat we een Kapitein hadden die 30 jaar jonger was.

Quem me dera dormir assim.
Kon ik maar zo slapen.

Quem me dera poder pagar a um psiquiatra.
Ik wou dat ik me er één kon veroorloven.

Quem me dera.
Ik wou dat het waar was.

Quem me dera ter uma.
Had ik er maar een.

Quem me dera que fosse assim tão fácil.
Ik wou dat het zo makkelijk was.

Quem me dera haver algum tipo de acordo.
Ik wou dat er een compromis mogelijk was.

Quem me dera que fosse verdade.
Ik wou dat dat waar was.

Quem me dera tê-lo protegido, naquele dia, no rio.
Had ik hem die dag bij de rivier maar kunnen beschermen.

Agora quem me dera lembrar o que aconteceu entre o meu nascimento e as últimas 3 horas.
Ik zou willen weten wat er gebeurd is tussen mijn geboorte en drie uur geleden.

Quem me dera não ter de ir ao laboratório.
Nu wou ik dat ik niet naar het lab hoefde te gaan.

Quem me dera que não tivesses herdado a minha determinação
Ik zou willen dat je mijn vastbeslotenheid niet geërfd had

Quem me dera ter-te ensinado.
Ik wou dat ik kon je geleerd hebt. Ah!

Quem me dera.
Ik wou dat je gelijk had.

Quem me dera poder, mas somos amigos
lk zou wel willen, maar we zijn vrienden

Mesmo assim eu... quem me dera não ter que vender esta casa.
Maar toch... vind ik het jammer dat ik het moet verkopen.

— Quem me dera poder sequer começar a explicar o encanto dela... eu lia E.
'Ik wilde dat ik je haar charme kon verklaren ... ik heb eens E.E.

Quem me dera que houvesse uma forma de ir ao passado, para alterá-lo.
Ik wou dat we terug konden gaan en het verleden ongedaan maken.