tomar banho oor Nederlands

tomar banho

Vertalings in die woordeboek Portugees - Nederlands

bad

naamwoord onsydig

Onderdompelen in water om te wassen of voor recreatie.

A maioria dos japoneses toma banho todo dia.
De meeste Japanners nemen elke dag een bad.

badderen

Onderdompelen in water om te wassen of voor recreatie.

Me incomoda o fato deles tomarem banho na caixa d'água da cidade.
Het stoort me dat ze in de watertank badderen.

baden

werkwoord

Onderdompelen in water om te wassen of voor recreatie.

A maioria dos japoneses toma banho todo dia.
De meeste Japanners nemen elke dag een bad.

douchen · een douche nemen · een stortbad nemen · zich baden

Soortgelyke frases

tomar banho de sol
zonnebaden · zonnen

tomar banho de sauna
sauna

voorbeelde

Neste momento, ele está a tomar banho.
Hij zit nu in bad.

As meninas precisam de um lugar para tomar banho antes da escola.
De meisjes moeten zich wassen voor ze naar school gaan.

Eu adorava cloro, adorava piscinas, adorava tomar banho de piscina.
Ik was dol op chloor, ik was dol op zwembaden, was dol op water.

Não precisa tomar banho, podemos fazer isso depois.
Douchen hoeft niet, dat doen we later wel.’

Corrimões e barras para tomar banho
Leuningen en stangen voor baden

Podes tomar banho com água quente.
Je kan douchen met echt warm water.

Como diabos eu vou conseguir me mexer agora para terminar de tomar banho e ir trabalhar?
Hoe kan ik nu in vredesnaam nog een vin verroeren, laat staan douchen en aan het werk gaan?’

Eu só vim para casa para tomar banho e mudar.
Ik kom even thuis om een douche te nemen en me om te kleden.

A mulher e o filho vão fazer excursões na região e tomar banho de mar.
Zijn vrouw en zoon gaan uitstapjes maken en zwemmen.

Diga-lhes que o primeiro que sair do seu lugar vai :, tomar banho no mar Vermelho!
„Zeg hun, dat de eerste de beste, die van zijn plaats durft te komen een duik in de Rode Zee zal maken!”

Usei o velho " vamos tomar banho para conversarmos ".
Ik deed de oude, " vraag haar om te douchen zodat we kunnen praten " truck.

Os elefantes gostam também de tomar banho de pó.
Ook olifanten houden van stofbaden.

Terá que tomar banho.
Je moet hoe dan ook een bad nemen.

Com cinco ou seis anos, nosso filho me pediu para lhe ensinar a tomar banho sozinho.
Op zijn vijfde of zesde vroeg Dylan me hem te leren hoe hij zichzelf moest wassen.

Ender queria tomar banho imediatamente, mas também estava cansado.
Ender was van plan om meteen te gaan douchen, maar hij was zo moe.

Eu gosto de tomar banho com amigos.
In bad met vrienden is leuk.

Fazem a mulher ter vontade de tomar banho.
Het geeft je het gevoel dat je in bad wilt.

Então você pode tomar banho e se limpar.
Daarna kun je douchen en je opfrissen.

Tina foi lavar a loiça, e Neigel tomar banho.
Tine ging de afwas doen en Neigel ging zich wassen.

Gostaria de tomar banho.
Ik kan een warm bad gebruiken.

– Querem tomar banho e fazer a barba?
'Wilt u zich baden en scheren?'

Não gosto de tomar banho vestida, Sr. Rumson.
Lk neem meestal geen bad met kleren aan, Mr Rumson.

“Então, todo mundo tinha de tomar banho, lavar roupa, pegar e guardar água em quantas vasilhas fosse possível.
„Dat was voor iedereen het moment om te douchen, de was te doen en zo veel mogelijk water op te slaan in containers.

Vou tomar banho.
Ik wilde even douchen.

É bom pra tomar banho e fazer a barba.
Goed genoeg om te douchen en te scheren.