to baby-sit oor Nederlands

to baby-sit

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

babysitten

werkwoord

Alan, I'm not here to baby-sit your clients.
Alan, ik ben hier niet om te babysitten op je klanten.

oppassen

werkwoord

Look, I got too much on my plate to baby-sit.
Luister ik heb het al druk genoeg met oppassen.

voorbeelde

We're gonna have to baby-sit with him.
We zullen op hem moeten passen.

You know, I used to baby-sit for Shorty when he was just a little fella.
Ik heb nog op Shorty gepast toen hij klein was.

We don't need you to baby-sit.
Je hoeft niet te babysitten.

She'd love to baby-sit.
Ze vindt het leuk om op te passen..

We don' t have time to baby- sit a hostage
We gaan niet op een gijzelaar passen

I knew I shouldn't have asked you to baby-sit.
Ik wist dat ik je niet had moeten vragen om op te passen.

So Jack sent you to baby-sit while they arrange for me to see my brother?
Jij moet even voor babysit spelen.

He looked horrified at the prospect of having to baby-sit when there was so much to discover.
Hij keek vol afschuw bij het idee te moeten babysitten terwijl er zoveel te ontdekken viel.

Her sisters were both willing to baby-sit free of charge, least till their own babies came along.
Haar zussen waren bereid om gratis op baby's te passen, in ieder geval totdat ze zelf kinderen kregen.

Mom, you don't have to baby-sit me.
Mam, ik heb geen oppas nodig.

Yeah, she used to baby-sit my brother Doofy.
Ze was babysitter voor m'n broer, Doofy.

“Find someone else to baby-sit your kid.”
'Zoek maar iemand anders om babysitter te spelen voor je zoon.'

“And I’ll talk to Heather and Julia, see if they’d be willing to baby-sit occasionally.”
'En ik zal aan Heather en Julia vragen of ze af en toe willen oppassen.'

Apparently she only asked Patricia to baby-sit two days before she went.
Blijkbaar heeft ze voordat ze vertrok Patricia gevraagd om twee dagen op te passen.

Turned out, you know, he was dating Michel, and Michel used to baby-sit me as a kid.
Nu bleek dat hij met Michel uitging en Michel babysitte op me toen ik klein was.

Easy to baby-sit.
Gemakkelijk om op te passen.

Listen, you want to baby-sit Lud, be my guest.
Als je wilt babysitten voor Lud, ga je gang.

The secretaries there were always happy to baby-sit for him, while she went to her meetings.
De secretaresses daar vonden het altijd leuk om op hem te passen, als zij naar vergaderingen ging.

Look, I got too much on my plate to baby-sit.
Luister ik heb het al druk genoeg met oppassen.

You need me to baby-sit.
Moet ik babysitten?

Alan, I'm not here to baby-sit your clients.
Alan, ik ben hier niet om te babysitten op je klanten.

Charlie helps by doing odd jobs round the neighbourhood, and sometimes Stella gets hired to baby-sit.
Charlie helpt, hij doet karweitjes in de buurt en soms gaat Stella babysitten.

“I’d like you to baby-sit Alison next week.
‘Ik wil dat jij volgende week op Alison past.

He’d feel obligated to baby-sit me, and he doesn’t have time for that.
Dan voelt hij zich verplicht om als babysit voor me te gaan optreden en daar heeft hij geen tijd voor.

"""Did you know the little boy she used to baby-sit?"
‘Kende je dat jongetje op wie ze altijd paste?