bâtisseur oor Nederlands

bâtisseur

naamwoord manlike

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

bouwer

naamwoord

Et cela incluant les serviteurs et les bâtisseurs.
Dat is inclusief de oppassers en de bouwers.

bouwvakker

naamwoord

Les afghans sont tous des bâtisseurs.
Alle Afghanen zijn bouwvakkers.

voorbeelde

Gloire aux Bâtisseurs, Loial Kiseran
'Eer aan de Bouwers, Loial Kiseran.'

Les Carnegie, les Mellon, ces bâtisseurs d' empires, le firent car c' était leurs sous qu' ils risquaient
Gekko.Opsplitsing is in het nadeel van de aandeelhouders

Les bâtisseurs ne couraient aucun risque immédiat.
De bouwers verkeerden niet in direct gevaar.

Avant de mettre en doute les convictions européennes de ces pays - et celles des États membres de l'UE - nous devrions plutôt prendre conscience que tous ceux qui sont intervenus militairement au sein de la coalition menée par les États-Unis ont agi comme des bâtisseurs de ponts potentiels entre l'Europe et Washington.
Voordat wij de Europese gezindheid van deze landen - en die van huidige EU-lidstaten - in twijfel trekken, zouden wij er beter over kunnen denken om alle landen die in de coalitie met de VS militair hebben ingegrepen, als potentiële bruggenbouwers tussen ons en Washington te beschouwen.

Quiconque aime le vrai christianisme désire réussir à passer au travers de ce feu en gardant ses qualités chrétiennes éprouvées, à la gloire de Dieu, le Grand Bâtisseur, dont nous sommes les collaborateurs.
Iedereen die het ware christendom liefheeft, zal met beproefde christelijke hoedanigheden door dat vuur heen willen komen tot heerlijkheid van God, de Grote Bouwer, wiens medewerkers wij zijn.

Le bâtisseur de Porista n’a jamais été invité chez Andôkai?
U als medeherbouwer van de stad bent nooit bij Andôkai geweest?'

Jésus entre dans Jérusalem sur un ânon ; il est acclamé comme Fils de David par les foules, mais rejeté par les “ bâtisseurs ” juifs (21:1-11, 15, 42).
Jezus rijdt op een ezelsveulen Jeruzalem binnen; wordt door de scharen toegejuicht als de Zoon van David, maar door joodse „bouwlieden” verworpen (21:1-11, 15, 42)

Selon Hébreux 11:10, « il attendait la ville ayant des fondements véritables, ville dont Dieu est le bâtisseur et l’auteur ».
In Hebreeën 11:10 wordt over hem gezegd: „Hij verwachtte de stad die werkelijke fundamenten heeft, van welke stad God de bouwer en maker is.”

Je suis un bâtisseur
Ik bouw dingen

Quel mobile animait ces bâtisseurs de monuments impressionnants ?
En het doel van al die monumentenbouwers?

Ces derniers le distribuaient alors en paiement aux ouvriers sur bois et aux bâtisseurs qui travaillaient à la maison de Jéhovah, 12 ainsi qu’aux maçons et aux tailleurs de pierre+, et [aussi] pour acheter des bois et des pierres de taille en vue de réparer les lézardes de la maison de Jéhovah, et pour tout ce qui était dépensé pour la maison afin de la réparer.
Dezen betaalden het op hun beurt uit aan de houtbewerkers en aan de bouwlieden die aan het huis van Jehovah werkten, 12 en aan de metselaars en aan de steenhouwers,+ en om balken en gehouwen stenen te kopen om de scheuren van het huis van Jehovah te herstellen, en voor alles wat uitgegeven werd voor het herstel van het huis.

Chacun vaut son pesant d'or”, explique en nous faisant une visite guidée du musée, construit en fait il y a seulement deux ans, et réalisé selon les traditions bâtisseuses votes.
Elk van hen is zijn gewicht in goud waard,” zegt ze terwijl ze ons een rondleiding geeft in het museum, dat eigenlijk pas enkele jaren geleden gebouwd werd (ontworpen volgens traditionele Wotische bouwmethoden).

Nanna alla consoler les deux bâtisseurs et commença à reconstruire l’édifice avec eux
Nanna begon de kastelenbouwertjes te troosten en hielp ze op weg met iets nieuws.

Es- tu bâtisseur ou boucher?
Ben jij een bouwer of een slager?

David avait écrit que la pierre rejetée par les bâtisseurs deviendrait la principale de l’angle.
Petrus wees op een schriftuurplaats waarin zij geloof dienden te stellen en hij toonde aan hoe deze profetie in vervulling was gegaan.

Parce qu’ils n’ont pas produit ce fruit, Jésus les prévient en ces termes: “N’avez- vous jamais lu dans les Écritures [en Psaume 118:22, 23]: ‘La pierre qu’avaient rejetée les bâtisseurs, c’est elle qui est devenue la maîtresse pierre de l’angle.
Omdat zij in gebreke blijven zulke vruchten voort te brengen, waarschuwt Jezus: „Hebt gij nooit in de Schriften gelezen [in Psalm 118:22, 23]: ’De steen die de bouwlieden hebben verworpen, is juist de hoofdhoeksteen geworden.

On lit en Genèse 11:4 au sujet des bâtisseurs de cette tour, située dans une ville connue plus tard sous le nom de Babylone : “ Ils dirent : ‘ Allons !
Genesis 11:4 zegt over de bouwers van deze toren: „Nu zeiden zij: ’Komaan!

“Si Jéhovah lui- même ne bâtit la maison, c’est inutilement que ses bâtisseurs y ont travaillé dur.” — Psaume 127:1.
„Als Jehovah zelf het huis niet bouwt, is het tevergeefs dat de bouwers ervan er hard aan hebben gewerkt.” — Psalm 127:1.

La même année, lors d’une conférence gouvernementale, un fonctionnaire demandera, consterné : “ Qui pourrait m’expliquer comment cette secte jéhoviste est arrivée dans la ville nouvelle dont nos jeunes volontaires sont les bâtisseurs ?
Dat jaar vroeg een bestuursambtenaar vertwijfeld op een staatsconferentie: „Kan iemand me zeggen hoe die Jehovistensekte in onze nieuwe stad terecht is gekomen, een stad die nog maar pas gebouwd is door jonge vrijwilligers?

49 En se dispersant à la suite de la confusion de leur langage, les bâtisseurs de Babylone emportèrent avec eux la religion babylonienne, chacun dans sa langue respective.
49 Toen de taal van de bouwers van Babylon werd verward en zij uiteen moesten gaan, namen zij de religie van Babylon mee — ieder in zijn eigen taal.

Cheville ouvrière de la sécurité nationale et pilier de sa direction, il fut ensuite un ardent bâtisseur de paix, entretenant une relation d’amour-haine avec une opinion israélienne qui a toujours refusé de l’élire au poste de Premier ministre mais l’admirait lorsqu’il n’avait pas ou ne recherchait pas le pouvoir proprement dit.
Van steunpilaar en leider in de Israëlische nationale veiligheid werd hij vervolgens een fervent vredesstichter, en behield altijd een haat-liefdeverhouding met het Israëlische publiek dat consequent weigerde hem tot premier te verkiezen, maar hem bewonderde wanneer hij geen echte macht had of deze probeerde na te streven.

Chacun de nous était censé rédiger un serment solennel par lequel il était prêt à rejoindre les rangs des Pionniers soviétiques, les futurs bâtisseurs du communisme.
We moesten allemaal een plechtige eed opschrijven waarin we ons bereid verklaarden ons in de rijen van de Sovjet-Pioniers te scharen, de toekomstige steunpilaren van het communisme.

Le Bien-Aimé Leader se prend pour un grand bâtisseur.
‘De Geliefde Leider ziet zichzelf als een groot projectontwikkelaar.

Les bibliothécaires Bâtisseurs de Cités... C’était peut-être sur eux qu’il lui fallait agir.
Die Stedenbouwers, voormalige bibliotheekmedewerkers... moest hij daar misschien eens wat meer aan gaan doen?

Lorsque nous enseignons, nous devons donc nous considérer comme des bâtisseurs.
Wanneer wij onderwijzen, moeten wij onszelf als bouwers beschouwen.