de cellui-là oor Nederlands

de cellui-là

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

die d’r

die z’n

diens

dier

naamwoord

Soortgelyke frases

de cellui‐là
die d'r · die z'n · diens · dier

voorbeelde

On en tuait une demi-douzaine par jour, et Scott avait assisté à l’exécution de celui-là.
Elke dag werden er soldaten gedood en deze laatste executie had Scott met eigen ogen gezien.

Je sais faire de celui-là.
Deze wel.

Puis elle ajouta, sur un ton neutre : — Eh bien, laotong, que penses-tu de celui-là ?
Met haar gewone stem voegde ze eraan toe: ‘Hoe vind je deze, laotong van mij?’

Je ne m'occupe pas de celui-là.
Deze doe ik niet.

Parce que ce n'est pas de celui là que s'est servi Groot pour briser le crâne d'Hal.
Omdat dit niet datgene was dat Groot gebruikte om Hals schedel in te slaan.

Je m'occupe de celui-là.
Ik handel wel met die af.

Mais il est rare que je les trouve avec le style et la qualité de celui-là.
Maar zelden vind ik ze met de stijl en kwaliteit van deze een.

Il ne se trompe pas sur ce qu’il peut attendre de celui-là.
Hij vergist zich niet in wat hij van hem mag verwachten.

Et à propos de celui là?
Wat vind je van die?

–Et vous avez encore un étage au-dessus de celui-là?
'En u hebt hier nog een etage boven?'

Je vais te laisse t' occuper de celui- là
Dat doe je maar alleen

S’il en existait un signifiant venimeux, haineux et contagieux, je me servirais de celui-là.
Als er een woord was dat “giftig, hatelijk en besmettelijk” betekende, zou ik dat gebruiken.’

Voyons si notre ami devine le titre de celui-là.
Eens kijken of onze vriend er nog eentje raadt.

Tu veux que je m'occupe de celui-là, Mike?
Zullen we die doen, Mike?

Je m'occupe de celui-là, mon pote.
Uh, ik heb deze, maat.

Quel est le nom de celui- là?
Hoe heet deze hier?

33 Quant à Jéhovah, il ne l’abandonnera pas en la main de celui-là+,
33 Wat Jehovah betreft, hij zal hem niet in diens hand laten,+

La louange de celui-là vient non des hommes, mais de Dieu.” — Rom.
De lof van zo iemand komt niet van mensen, maar van God.” — Rom.

La planète Pandro n'a que faire de celui-là.
Planeet Pandro is niet geïnteresseerd in het lot van deze.

Je me charge de celui-là, Apollo.
Apollo, deze is voor mij.

En plus de celui-là?
Naast dit seminarie?

Et le Mexicain a décapité la tête de celui-là avec une pelle?
En hakte die Mexicaan het hoofd van deze vent eraf met een schep?

Que penses-tu de celui-là?
Wat vind je van deze?

Dès lors, faire partie de celui-ci revient nécessairement à se placer sous l’influence de celui-là.
14:30; 1 Joh. 5:19). Een deel van de wereld zijn, betekent dat men onder Satans invloed staat.

— Dieu m’a gratifié de nombreux dons et de talents inestimables, mais pas de celui-là », bredouilla le Navigateur.
‘God heeft me vele opmerkelijke talenten geschonken,’ mompelde de navigator, ‘maar krijgskunst hoort daar niet bij.’