siècle philosophique oor Nederlands

siècle philosophique

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

verlichting

naamwoord vroulike

voorbeelde

Au IIe siècle, le philosophe romain Celse a critiqué les méthodes de prédication des chrétiens.
In de tweede eeuw G.T. bekritiseerde de Romeinse filosoof Celsus de predikingsmethoden van de christenen.

Depuis des siècles, les philosophes dissertent sur ce qu’est la vérité, avec des résultats pour le moins décevants.
Filosofen hebben zich eeuwenlang beziggehouden met de vraag wat waarheid is, en dat heeft beschamend weinig opgeleverd.

Au fil des siècles, les philosophes ont proposé quantité de réponses à ces questions.
In de loop der eeuwen hebben filosofen veel denkbeelden geopperd in een poging die vragen te beantwoorden.

Il y a deux siècles, le philosophe écossais David Hume n’y croyait pas non plus.
Twee eeuwen geleden kampte de Schotse filosoof David Hume met hetzelfde probleem.

Richard Leakey, un évolutionniste, a écrit : “ Depuis des siècles, les philosophes se penchent sur divers aspects de l’être humain.
De evolutionist Richard Leakey merkt op: „Eeuwenlang hebben filosofen zich beziggehouden met aspecten van menselijkheid, van mensheid.

Au XIXe siècle, le philosophe allemand Friedrich Nietzsche, par exemple, a qualifié ce christianisme- là d’“ immortelle flétrissure de l’humanité.
Zo beschreef de negentiende-eeuwse Duitse filosoof Friedrich Nietzsche het christendom in de laatstgenoemde betekenis als „de Ene onsterfelijke schandvlek van de mensheid”.

Au milieu du XVIIIe siècle, le philosophe Denis Diderot fut chargé de traduire en français un volume encyclopédique rédigé en anglais.
In het midden van de achttiende eeuw kreeg de filosoof Denis Diderot de opdracht een eendelige encyclopedie van het Engels in het Frans te vertalen.

Au XVIIe siècle, le philosophe hollandais Spinoza définissait la paix comme quelque chose de bien plus profond que l’absence de guerre.
De 17de-eeuwse Nederlandse filosoof Spinoza definieerde vrede als „niet de afwezigheid van oorlog”, maar als iets veelomvattenders.

Au XVIe siècle, le philosophe Giordano Bruno osa contester le concept selon lequel les étoiles “sont comme incrustées dans une simple coupole”.
De zestiende-eeuwse filosoof Giordano Bruno waagde het, het denkbeeld dat de sterren „als het ware in een enkel koepelgewelf gevat waren”, in twijfel te trekken.

Au XVIIIe siècle, le philosophe Jean-Jacques Rousseau était convaincu que celui qui cherchait sincèrement pouvait recevoir personnellement de Dieu une révélation spirituelle.
De Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau, die in de achttiende eeuw leefde, geloofde dat elke oprechte onderzoeker een persoonlijke spirituele openbaring van God kan ontvangen.

Dès le XIIe siècle, le philosophe juif Moïse Maimonide affirma que le règne du Messie était peut-être simplement l’image d’une société plus élaborée.
Reeds in de twaalfde eeuw beweerde de joodse filosoof Mozes Maimonides dat de heerschappij van de Messías misschien slechts een zinnebeeld was van een hogere maatschappijvorm.

“ Il est plus clair que le jour [...] que ce n’est point Moïse qui a écrit le Pentateuque ”, affirmait au XVIIe siècle le philosophe Spinoza.
De zeventiende-eeuwse filosoof Spinoza verklaarde: „Het is dus helderder dan de middagzon dat de Pentateuch niet door Mozes is geschreven.”

Déjà au XIXe siècle, le philosophe anglais Herbert Spencer déclarait que la société était entrée dans une phase de progrès désormais incompatible avec la religion.
In de negentiende eeuw zei de Engelse filosoof Herbert Spencer al dat de samenleving een koers van stelselmatige vooruitgang ingeslagen was die niet meer verenigbaar was met religie.

Ceux-ci furent taillés au XVIe siècle par le philosophe hollandais Spinoza.
Ze werden in het midden van de zeventiende eeuw geslepen door de Nederlandse filosoof Spinoza.

Cela fait des siècles que les philosophes dissertent au sujet de cette définition.
Filosofen ruziën al eeuwen over deze definitie.

Mais la philosophie moderne, au sens où nous l'avons délimitée, comprend aussi, dès la fin du XVIIe siècle, la philosophie des Lumières et le libéralisme : Locke, Rousseau, Diderot, Voltaire entre autres.
De moderne filosofie zoals men ze doorgaans afbakent, bevat ook vanaf eind 17e eeuw de filosofie van de Verlichting en het liberalisme van onder meer Locke, Rousseau, Diderot en Voltaire.

Par exemple, au XVIIIe siècle, le philosophe David Hume rejetait la notion de Créateur sans pour autant être capable d’expliquer la complexité biologique qu’on observe sur la terre.
De achttiende-eeuwse filosoof David Hume bijvoorbeeld — die niet aanvaardde dat er een Schepper bestaat — kon geen verklaring bieden voor het complexe biologische ontwerp op aarde.

“Je soupçonne volontiers tous les Noirs, et de façon générale toutes les autres espèces d’hommes, d’être par nature inférieurs aux Blancs”, écrivait au XVIIIe siècle le philosophe écossais David Hume.
„Ik ben geneigd te vrezen dat alle negers, en in het algemeen alle andere soorten mensen, van nature inferieur zijn aan de blanke”, schreef de achttiende-eeuwse Schotse filosoof David Hume.

Au cours des siècles, les philosophes ont cherché à découvrir et à exprimer une vérité de cet ordre, en donnant naissance à un système ou à une école de pensée.
De filosofen hebben in de loop der eeuwen geprobeerd zo’n waarheid te ontdekken en uit te drukken, door denksystemen en -scholen in het leven te roepen.

Voilà quelque 23 siècles, un philosophe grec du nom de Métrodore enseignait qu’un univers contenant un seul monde habité serait aussi peu vraisemblable qu’un grand champ produisant un seul épi de blé.
Zo’n 23 eeuwen geleden leerde een Griekse filosoof genaamd Metrodorus, dat een universum met slechts één bewoonde wereld even onwaarschijnlijk zou zijn als een grote akker die slechts één korenaar voortbracht.

Aux XVIIe et XVIIIe siècles, des philosophes profanes tels que Thomas Hobbes et John Locke, en Angleterre, et Jean-Jacques Rousseau, en France, se sont penchés sur le concept de la souveraineté du peuple.
Gedurende de zeventiende en de achttiende eeuw lieten wereldlijke filosofen, zoals Thomas Hobbes en John Locke in Engeland en Jean-Jacques Rousseau in Frankrijk, hun gedachten gaan over het denkbeeld van de volkssoevereiniteit.

Il ne peut en être ainsi, puisque les écrits hébraïques et les enseignements qu’ils contiennent sont antérieurs de plusieurs siècles à la philosophie grecque.
Zeker niet, want de Hebreeuwse geschriften en leerstellingen zijn eeuwen ouder dan de Griekse filosofie.

Des textes contemplatifs (ex. de philosophes du Siècle des Lumières) entrent également en ligne de compte
Ook beschouwende teksten, bv. van de filosofen van de Verlichting komen in aanmerking

” Parmi les autres penseurs juifs qui croyaient en l’immortalité de l’âme figurent Isaac Israeli, médecin juif réputé du Xe siècle, et Moses Mendelssohn, philosophe juif allemand du XVIIIe siècle.
Andere joodse denkers die in de onsterfelijkheid van de ziel geloofden, zijn onder anderen Isaac Israeli, de bekende tiende-eeuwse joodse arts, en Moses Mendelssohn, een Duits-joodse filosoof uit de achttiende eeuw.

Désormais, les bienfaits de la lecture des Écritures hébraïques ne profiteraient plus seulement à quelques personnes, mais, comme le fit remarquer au premier siècle le philosophe juif Philon, “tout le genre humain pourrait tirer profit de nos lois excellentes, saintes et sages”.
Nu waren de voordelen van het lezen van de Hebreeuwse Geschriften niet langer tot weinigen beperkt, maar zoals de eerste-eeuwse joodse filosoof Philo opmerkte: ’Het hele menselijke ras zou er voordeel van kunnen trekken dat onze wijze en voortreffelijke heilige wetten nu door hen geraadpleegd kunnen worden.’