Tweede Kamtsjatka-expeditie oor Engels

Tweede Kamtsjatka-expeditie

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Second Kamchatka expedition

voorbeelde

Begin 1736 werd Malygin benoemd tot leider van de westelijke eenheid van de Tweede Kamtsjatka-expeditie.
In the early 1736, Malygin was appointed leader of the western unit of the Second Kamchatka Expedition.

Van 1725 tot 1730 en van 1733 tot 1743 was hij scheepscomandant bij de Eerste en Tweede Kamtsjatka-expeditie onder leiding van Vitus Bering.
In 1725–1730 and 1733–1743, he was Vitus Bering's deputy during the First and the Second Kamchatka expeditions.

Tachtig jaar later voer Vitus Bering door de later naar hem vernoemde zeestraat en nog eens vijf jaar later werden de eerste kaarten getekend van de kustlijn tijdens de Tweede Kamtsjatka-expeditie.
Eighty years later, Vitus Bering sailed through the strait which now bears his name, and five years later, the first maps of the coastline were drawn by the Second Kamchatka Expedition.

In 1741 stuurde de Russische overheid Vitus Bering, een Deen in dienst van Rusland, en Aleksej Tsjirikov (een Rus) met de schepen Heilige Peter (Swiatoj Pietr) en Heilige Paul (Swiatoj Pavl) op een ontdekkingsreis in het noordelijk deel van de Grote Oceaan, de Tweede Kamtsjatka-expeditie.
In 1741 the Russian government sent Vitus Bering, a Dane in the service of Russia, and Aleksei Chirikov, a Russian, in the ships Saint Peter and Saint Paul on a voyage of discovery in the Northern Pacific.

De tweede keer, twee jaar later, op doorreis voor een expeditie in Kamtsjatka.
The second, two years later, when she had been in transit on her way to Kamchatka.

Daarnaast waren ook andere Russische marineschepen betrokken bij de Tweede Kamtsjatka-expeditie, zoals Semjon Tsjeljoeskin, die in mei 1742 het noordelijkste punt bereikte van zowel de Noordoostpassage als van het Euraziatische vasteland; Kaap Tsjeljoeskin.
Independent of Bering and Chirikov, other Russian Imperial Navy parties took part in the Second Great Northern Expedition. One of these, led by Semyon Chelyuskin, in May 1742 reached Cape Chelyuskin, the northernmost point of both the Northeast Passage and the Eurasian continent.