arbeidswaardetheorie oor Engels

arbeidswaardetheorie

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

labor theory of value

theoretical economics

voorbeelde

John Eatwell heeft het onderstaande over Sraffa's werk over Ricardo geschreven: reconstructie van Ricardo's surplustheorie, die in de inleiding van zijn uitgave van Ricardo's Principles wordt gepresenteerd, penetreerde honderd jaar van onbegrip en vervorming en creëerde een levendige rationale voor de structuur en inhoud van de surplustheorie, voor de analytische rol van de arbeidswaardetheorie, en daarmee voor de fundamenten van de Marx zijn kritische analyse van de kapitalistische productie.
John Eatwell wrote of Sraffa's work on David Ricardo: reconstruction of Ricardo's surplus theory, presented in but a few pages of the introduction to his edition of Ricardo's Principles, penetrated a hundred years of misunderstanding and distortion to create a vivid rationale for the structure and content of surplus theory, for the analytical role of the labor theory of value, and hence for the foundations of Marx's critical analysis of capitalist production.

Voorstanders van de arbeidswaardetheorie zagen dat als een oplossing voor de klassieke waardeparadox.
Proponents of the labor theory of value saw that as the resolution of the paradox.

De eerste die de term zelf gebruikte was Murray Rothbard, die in het midden van de 20e eeuw een synthese maakte van elementen van de Oostenrijkse school, het klassiek liberalisme en de 19e-eeuwse Amerikaanse individualistische anarchisten Lysander Spooner en Benjamin Tucker (terwijl hij hun arbeidswaardetheorie en hun daaraan ontleende normen verwierp).
However, the first person to use the term was Murray Rothbard who, in the mid-20th century, synthesized elements from the Austrian School of economics, classical liberalism and 19th-century American individualist anarchists Lysander Spooner and Benjamin Tucker (while rejecting their labor theory of value and the norms they derived from it).

De theorie van de marginale nut, die is gebaseerd op de subjectieve waardetheorie, zegt dat de prijs, waartegen een object in de markt wordt verhandeld, niet wordt bepaald door de hoeveel arbeid die in de productie van dit object werd gebruikt, zoals in de arbeidswaardetheorie wordt beweerd, noch op hoe nuttig het object in zijn geheel is (het totale nut).
The theory of marginal utility, which is based on the subjective theory of value, says that the price at which an object trades in the market is determined neither by how much labor was exerted in its production, as in the labor theory of value, nor on how useful it is on the whole.

Lockes Tweede verhandeling legt ook de vinger op de kern van de anti-mercantilistische kritiek: dat de rijkdom van de wereld niet vast ligt, maar door menselijke arbeid (embryonaal vertegenwoordigd in Lockes arbeidswaardetheorie) wordt gecreëerd.
Locke's Second Treatise also points towards the heart of the anti-mercantilist critique: that the wealth of the world is not fixed, but is created by human labor (represented embryonically by Locke's labor theory of value).

Naast automatisering en hernieuwbare energie, wordt een ander duidelijk voorbeeld van de singulariteiten van het kapitalisme geleverd door de politiek journalist en schrijver Paul Mason. In zijn boek Postcapitalism (2015) gebruikt hij Marx’s arbeidswaardetheorie om de tegenstellingen uit te leggen, in het bijzonder binnen de op informatie gebaseerde economie.
Alongside automation and renewable energy, another clear example of capitalism’s economic singularities is provided by political journalist and writer Paul Mason, who, in his book PostCapitalism (reviewed here), utilises Marx’s labour theory of value to explain the contradictions implicit within an information-based economy.

De theorie van de marginale nut, die is gebaseerd op de subjectieve waardetheorie, zegt dat de prijs, waartegen een object in de markt wordt verhandeld, niet wordt bepaald door de hoeveel arbeid die in de productie van dit object werd gebruikt, zoals in de arbeidswaardetheorie wordt beweerd, noch op hoe nuttig het object in zijn geheel is (het totale nut).
Main article: Marginalism The theory of marginal utility, which is based on the subjective theory of value, says that the price at which an object trades in the market is determined neither by how much labor was exerted in its production, as in the labor theory of value, nor on how useful it is on the whole.

[Sraffa's] reconstructie van Ricardo's surplustheorie, die in de inleiding van zijn uitgave van Ricardo's Principles wordt gepresenteerd, penetreerde honderd jaar van onbegrip en vervorming en creëerde een levendige rationale voor de structuur en inhoud van de surplustheorie, voor de analytische rol van de arbeidswaardetheorie, en daarmee voor de fundamenten van de Hij wilde fouten in de hoofdstroom van de neoklassieke waardetheorie aantonen en een alternatieve analyse ontwikkelen.
[Sraffa's] reconstruction of Ricardo's surplus theory, presented in but a few pages of the introduction to his edition of Ricardo's Principles, penetrated a hundred years of misunderstanding and distortion to create a vivid rationale for the structure and content of surplus theory, for the analytical role of the labor theory of value, and hence for the foundations of Marx's critical analysis of capitalist production.[4]

Andere auteurs behandelen kritische theoretische en conceptuele discussies over de arbeidswaardetheorie van Marx.
Some authors offer critical theoretical and conceptual discussions focusing on Marx’s labour value theory.

Heeft Sehgals kunst-sociale contract een nieuwe performance-artikel voortgebracht, of biedt het ons een broodnodige arbeidswaardetheorie voor performance (Performance Theory of Value), om een marxistische term te gebruiken?
Has Seghal’s art-social contract rendered a new performance-commodity, rather than presenting a much-needed Performance Theory of Value, to use the Marxian terminology?

Volgens de arbeidswaardetheorie bestaat de waarde van een goed uit de waarde van de materialen waaruit het is opgebouwd, vermeerderd met de arbeid die is verricht om uit die materialen het uiteindelijke goed te produceren.
The labor theory of value (LTV) is a heterodox theory of value that argues that the economic value of a good or service is determined by the total amount of "socially necessary labor" required to produce it.