De artikelen 18, 21, en 165 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een reglement van een nationale sportbond, zoals aan de orde in het hoofdgeding, op grond waarvan een burger van de Europese Unie die onderdaan is van een andere lidstaat en sinds vele jaren woont op het grondgebied van de lidstaat waar die bond is gevestigd en waar hij als amateur aan hardlopen doet in de masterscategorie, in die disciplines niet op dezelfde voet als eigen onderdanen kan deelnemen aan nationale kampioenschappen, of alleen „buiten klassement” of „zonder klassering” kan deelnemen, zonder toegang te hebben tot de finales en zonder kans te maken op de titel van nationaal kampioen, tenzij dat reglement kan worden gerechtvaardigd op grond van objectieve overwegingen die evenredig zijn aan de nagestreefde legitieme doelstelling, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.
Articles 18, 21 and 165 TFEU must be interpreted as precluding rules of a national sports association, such as those at issue in the main proceedings, under which an EU citizen, who is a national of another Member State and who has resided for a number of years in the territory of the Member State where that association, in which he runs in the senior category and in an amateur capacity, is established, cannot participate in the national championships in those disciplines in the same way as nationals can, or can participate in them only ‘outside classification’ or ‘without classification’, without being able to progress to the final and without being eligible to be awarded the title of national champion, unless those rules are justified by objective considerations which are proportionate to the legitimate objective pursued, this being a matter for the referring court to verify.Eurlex2019 Eurlex2019