kleren wassen oor Engels

kleren wassen

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

wash clothes

Kleren wassen is mijn taak.
Washing clothes is my work.

to wash clothes

werkwoord

Nee, ik moet mijn kleren wassen.
No, I have to wash clothes.

washclothes

voorbeelde

En hij moet zijn kleren wassen en rein zijn.
And he must wash his garments and be clean.

‘En laat haar kleren wassen en strijken, graag.’
“And have her clothes washed and pressed, please.”

Vraag meteen of hij wil dat we zijn kleren wassen.
Ask him if he’d like us to wash his clothes.

Moet je veel kleren wassen vandaag?
Have you got many clothes to wash today?

Ik doe ook nog andere karweitjes, zoals het huis schoonmaken, kleren wassen en natuurlijk voor ons varken zorgen.
I also care for other chores, such as cleaning house, washing clothes and, of course, looking after the family pig.

Ik heb het grootste deel van mijn leven doorgebracht met vloeren boenen, keukens schoonmaken en kleren wassen.
I’ve spent most of my life scrubbing floors, cleaning kitchens, and washing clothes.

Na afloop gaan we douchen en onze kleren wassen.
Afterward we shower and wash our clothes.

Zo kan mammie onze kleren wassen, die vol luizen zitten, want we hebben kledingluizen ontdekt!
So mother is able to wash our louse-ridden clothes – did I say we’ve discovered clothes lice?

Ze wou de vuile kleren wassen.
She wanted to wash the dirty clothes.

Je moet mijn harnas oppoetsen, mijn kleren wassen en mijn kamer schoonmaken.
You need to polish my armour, wash my clothes and clean my room.

‘Als ik de afgelopen maand tarwe heb kunnen oogsten, dan kan ik ook wel een paar kleren wassen.’
“If I’ve been able harvest wheat for the past month, I think I can wash a few clothes.”

‘Zoals voedsel verbouwen en bereiden, kleren wassen en kinderen grootbrengen.
“Soft like growing and cooking food, cleaning clothing and raising children.

+ 40 Wie van het kadaver eet, moet zijn kleren wassen en zal tot de avond onrein zijn.
+ 40 Whoever eats any of its dead body should wash his garments, and he will be unclean until the evening.

We kunnen een bad nemen. Onze kleren wassen...
We could take a bath, wash our clothes-

Je weet wel, zijn kleren wassen, dat soort dingen.’
You know, wash clothes, things like that.”

We konden dus niet douchen of baden, laat staan onze kleren wassen.
So we couldn’t shower or bathe, not to mention wash our clothes.

Misschien kan ik iets anders voor je doen, bijvoorbeeld twee weken al je kleren wassen.’
Maybe I could do something else for you, like wash all your clothes for the next few weeks.”

Later vond ik een wasserij en liet op mijn kosten ieders kleren wassen.
Later I found a laundry and had everyone’s clothes washed.

Je laat eens per week je kleren wassen.
You have your clothes washed once a week.

Na de scheiding bleef ik z'n kleren wassen, z'n fnanciën doen... en z'n scripts lezen.
Then after the divorce, I still... did his laundry, paid his bills, read his scripts.

‘Wat doe ik voor je, behalve je kleren wassen?’
“What do I do for you, besides wash your clothes?”

Nee, ik moet mijn kleren wassen.
No, I have to wash clothes.

Ik wilde mijn werk mijn werk laten, naar de sportschool gaan, mijn kleren wassen, wat melk kopen.
I wanted to get out of the office, go to the gym, wash my clothes, buy some milk.

Baden en kleren wassen deden we in meren en rivieren.
We washed in lakes and rivers.

Kleren wassen is mijn taak.
Doing the laundry is my job.