wees weg oor Engels

wees weg

Soortgelyke frases

de weg wijzen
adjust · arrange · attune · categorize · collate · conduct · direct · drive · guide · head · lead · order · put in order · regularize · regulate · settle · show the way · sort · tidy · to direct · to guide · to lead · tune

voorbeelde

De pijl wees weg van het woord, nadrukkelijk.
The arrow was pointing away from the word, emphatically.

Vaders neus was schever dan gewoonlijk, hij wees weg van zijn gezicht.
Dad’s nose was more crooked than usual — it pointed away from his face.

Vuil helbroedsel, verlaat dit schip en wees weg.
Filthy hell spawn, leave this vessel and be gone.

Dat was precies waarom het zo moeilijk was geweest bij Wes weg te gaan.
As a matter of fact, it’s what was so hard about me leaving Wes.

Wees weg.
Begone!

Wees weg als ik terugkom.
Just don't be here when I get back.

Ik doe mijn oren dicht, ga weg, ik doe mijn ogen dicht, wees weg.
I’m shutting my ears, go away, I’m shutting my eyes, get lost.

Later, aan boord van de Wees-weg, had ze de tijd genomen om alles op te schrijven.
Later, aboard Wend-A-Way, she had taken the time to write it all down.

Wees weg als ik terugkom.
Don't be here when I get back.

Een bord langs de weg wees de weg naar de nationale parken.
A sign at the side of the road pointed the way toward the national parks.

Een richtingbord naast de weg wees de weg naar de oude Ardeatijnse steengroeve.
A sign next to a fork pointed the way to the old quarries at Fosse Ardeatine.

Tenzij jullie dames, 75 van disco houdende dollars hebben, wees weg in tien minuten, of mijn man hier zal je eruit gooien.
Unless you chicks have 75 disco-lovin'bucks, be gone in ten minutes, or my man here will throw you out.

‘Laten we dan over de weg naar het hotel lopen,’ zei Tim en wees de weg af.
“Then let’s walk down the road toward the hotel,” Tim said, pointing down the hill.

‘Laten we dan over de weg naar het hotel lopen,’ zei Tim en wees de weg af.
“Then let's walk down the road toward the hotel,” Tim said, pointing down the hill.

‘Laten we dan over de weg naar het hotel lopen,’ zei Tim en wees de weg af.
"""Then let's walk down the road toward the hotel,"" Tim said, pointing down the hill."

Creem wees de weg naar het onderzoeksgedeelte, waar hij detonators en lonten verwachtte te vinden.
Creem pointed the way toward the research area, where he believed there to be detonators and fuses.

Het licht van de haven wees de weg. Niemand wist hoe het licht uit moest.
The lights of the great port they had guided them e had been lighted during raide because nobody wise person disconnect.

De zaklamp wees de weg naar het eind van de tunnel.
The flashlight showed the end of the tunnel.

Onder hen liep de Grote Oosterweg kaarsrecht naar de horizon en wees de weg naar Hub.
Below them, straight as an arrow, the Great East Way ran onward to the horizon, pointing the way to Hub.

Redford hield een hand tegen mijn elleboog en wees de weg met haar andere.
DS Redford had one hand touching my elbow and was indicating the way with her other hand.

Een bord wees de weg naar Crystal Castle.
A signpost indicated the way to the Crystal Castle.

Ze wees de weg en had enkele minuten later een exemplaar van de Vijftig tinten-trilogie verkocht.
She pointed the way and, a few minutes later, sold a copy of the Fifty Shades trilogy.

Het verhuurbedrijf wees de weg.
The rental agency gave me directions.

Hij wees de weg langs een pad naar het helder verlichte huis.
He led the way along a path to the brightly lit house.

Een spoor van geronnen bloed wees de weg naar de ark.
A trail of dried blood marked the path to the ark.