Oehoes oor Frans

Oehoes

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Frans

Bubo

Soortgelyke frases

Oehoe
Hibou grand-duc

oehoe
grand duc · grand-duc · hibou · hibou grand-duc

Amerikaanse oehoe
Grand-duc d'Amérique · Grand-duc d’Amérique

voorbeelde

In het gebied nestelen en verblijven onder meer een groot aantal vogels, zoals meerkoeten, wilde eenden, purperreigers, talingen, waterspreeuwen, slangenarenden, havikarenden, bruine kiekendieven, oehoes, steenuilen, grote trappen, enz.
Entre autres espèces, on signalera le grand nombre d'oiseaux qui nidifient et séjournent sur ce territoire, par exemple la foulque macroule, le canard colvert, le héron pourpré, la sarcelle, le merle d'eau, le circaète Jean-le-Blanc, l'aigle de Bonelli, le busard des roseaux, le grand-duc d'Europe,la chouette chevêche, l'outarde barbue, etc..

Ook zijn er oehoes, steenarenden, schreeuwarenden, zeearenden en raven.
On y voit également des grands ducs d’Europe, des aigles royaux, des aigles pomarins, des aigles pêcheurs et des grands corbeaux.

En daar zullen de vaste bezoekers van waterloze streken zich stellig legeren, en hun huizen moeten gevuld zijn met oehoes.
Oui, les hôtes des régions arides y coucheront, et vraiment leurs maisons seront remplies de grands ducs.

Volgens het door de Portugese regering aan de Commissie toegezonden standaardgegevensformulier van december 1997 komen binnen de SBZ echter ook vogels voor die volgens de Commissie niet tot de steppevogels kunnen worden gerekend: 20 tot 40 verblijf houdende paren oehoes (bubo bubo), 1 tot 5 broedparen zwarte gieren (ægypius monachus) en 15 tot 30 broedparen dwergarenden (hieraætus pennatus).
Mais, selon le formulaire de données normalisé de décembre 1997 transmis par le gouvernement portugais à la Commission, on trouve également dans la ZPS des oiseaux qui, selon l’argumentaire de la Commission, ne sont pas classés parmi les oiseaux steppiques: 20 à 40 couples sédentaires de grands ducs (bubo bubo), 1 à 5 couples nicheurs de vautours moines (ægypius monachus) et 15 à 30 couples nicheurs d’aigles bottés (hieraætus pennatus).

Net als zoveel andere wezens moesten ze oppassen voor oehoes.
À l’instar de nombreuses autres créatures, eux aussi craignaient les hiboux.

„Oehoes; hyena’s”, volgens een andere vocalisatie.
“ des grands ducs, des hyènes ”, selon une autre vocalisation.

“En weet je nog dat we toen vijf Amerikaanse oehoes in één populier zagen zitten?
Et tu te rappelles qu’on a compté cinq grands-ducs dans un peuplier de Virginie ?

11 Bij het hier gebruikte woord „demonen” dienen wij vermoedelijk te denken aan het woord voor „demonen in bokkegedaanten” (seʽi·rimʹ) dat in Jesaja’s beschrijving van het gevallen Babylon aangetroffen wordt: „En daar zullen de vaste bezoekers van waterloze streken zich stellig legeren, en hun huizen moeten gevuld zijn met oehoes.
11 Le mot “ démons ” utilisé ici est vraisemblablement le pendant de celui qui est traduit par l’expression “ démons en forme de boucs ” (seʽirim) dans la description qu’Isaïe a faite de Babylone après sa chute : “ Oui, les hôtes des régions arides y coucheront, et vraiment leurs maisons seront remplies de grands ducs.

en de huizen zijn vol oehoes.
les maisons seront pleines de hiboux grands ducs.

21 En daar zullen de vaste bezoekers van waterloze streken* zich stellig legeren, en hun huizen moeten gevuld zijn met oehoes.
21 Oui, les hôtes des régions arides* y coucheront, et vraiment leurs maisons seront remplies de grands ducs*+.

De bijbel spreekt in zeven verzen over uilen, onder meer in Jesaja’s vermelding van Babylons verwoeste huizen, ’gevuld met oehoes’. — Jesaja 13:21.
La Bible parle des chouettes dans sept versets, dont une référence d’Ésaïe aux maisons désolées de Babylone, “remplies de hiboux grands ducs”. — Ésaïe 13:21.

Profetisch werd voorzegd dat de verlaten huizen in de ruïnes van Babylon „gevuld [zouden] zijn met oehoes [mv. van ʼoʹach]” (Jes 13:21).
Il fut annoncé que dans les ruines de Babylone les maisons abandonnées seraient “ remplies de grands ducs [forme plurielle de ʼoaḥ] ”.

Ik zag dat hij geen grapje maakte en vastbesloten was de oehoes aan te vallen.
» Je vis qu'il ne plaisantait pas, et qu'il était bien décidé à l'attaque des « grosibous ».