ciumes oor Nederlands

ciumes

naamwoord manlike

Vertalings in die woordeboek Portugees - Nederlands

afgunst

naamwoord vroulike

nijd

naamwoord manlike

jaloers

adjektief

E eu fiquei com ciumes porque você nunca sorriu quando estava comigo.
En ik was zo jaloers want je lacht nooit zo als je bij mij bent.

voorbeelde

Talvez ela esteja com ciúmes porque você parece tão segura e à vontade aqui.
Misschien is ze om de een of andere reden jaloers op je, omdat je je hier zo op je gemak voelt.

Só para deixar Nathan com ciúmes.
Alleen om Nathan jaloers te maken.

Tenho um amiga cuja vizinha estava com ciúmes e queria seu noivo.
Ik heb'n vriendin wiens buurvrouw jaloers was en de bruidegom wou.

Muitos na situação de Jonatã teriam tido ciúme de Davi, encarando-o como rival.
Velen in Jonathans situatie zouden jaloers geweest zijn op David en hem als een rivaal hebben beschouwd.

Então não era de se admirar que fanáticos religiosos judeus estivessem com ciúme.
Het was dan ook niet te verwonderen dat de joodse religieaanhangers jaloers werden.

Em geral Azra evitava o assunto, por pudor; eu, por ciúme.
Doorgaans meed Azra het onderwerp uit kiesheid; ik uit jaloezie.

Está com ciúmes?
Ben je jaloers?

Mas, se tiverdes ciúme amargo e briga nos vossos corações, não vos jacteis e não mintais contra a verdade.
Maar indien gij bittere jaloezie en twistgierigheid in uw hart hebt, snoeft en liegt niet tegen de waarheid.

– Não subestime o ciúme deles.
‘Je onderschat hoe jaloers ze zijn.

— Sim, sempre tive ciúme de Audrey.
Ik ben aldoor jaloers op Audrey geweest.

Ou é um caso a moda antiga de ciúmes.
Of het is gewoon ouderwetse jaloezie.

O zelo de Davi era ciúme num sentido positivo, isto é, intolerância com a rivalidade ou o vitupério, um forte anseio de proteger um bom nome ou de corrigir um mal.
Davids ijver was jaloezie in de positieve betekenis, namelijk het niet tolereren van wedijver of smaad, een sterke drang om een goede naam te beschermen of aangerichte schade te herstellen.

8. (a) O que pode acontecer com quem provoque ciúme e contendas na congregação?
8. (a) Wat kan iemand die jaloezie en twist in de gemeente veroorzaakt, overkomen?

Há chance dele saber o que ela fazia e ficou com ciúmes?
Wist hij wat ze van plan was, was hij jaloers?

Sei que soa estranho dizer isso, mas, por um instante, senti uma ponta de tristeza misturada com ciúme.
Al vond ik de gesprekken vreemd, toch voelde ik een ogenblik een mengeling van verlatenheid en afgunst.

Se você escondeu isso de mim por 12 anos e só contou agora, então talvez você esteja mesmo com ciúmes.
Als je dit al twaalf jaar voor me verzwijgt en het nu pas vertelt, ben je misschien wel jaloers.

Para o observador casual, parece que você quer deixar o Xander com ciúmes.
Voor de buitenstaander lijkt't erop dat je Xander jaloers wilt maken.

São casados há tanto tempo e ainda sentem ciúmes.
Jullie zijn al heel lang getrouwd... en worden nog steeds jaloers.

Tinha muito ciúme do nosso Grande Meaulnes, embora se dissesse seu amigo.
Hij was erg jaloers op Meaulnes, ofschoon hij zich als een vriend gedroeg.

O ciúme era tudo que precisávamos para atrair o Marcus.
Jaloezie was het extra duwtje, wat we nodig hadden, bij Marcus.

Não sinto ciúme ou raiva por você me substituir; como já mencionei, considero-a uma amiga.
Ik ben niet jaloers of kwaad dat ik door jou ben vervangen; zoals ik al eerder schreef, beschouw ik je als een vriendin.

Escuta, não estava tentando te deixar com ciúmes.
Ik wilde je niet jaloers maken...

Enquanto ela mesma... Céus, pensou, levantando as mãos para o alto e se sentindo envergonhada: estou com ciúmes!
Hemeltje, dacht ze, terwijl ze haar gebalde vuisten tegen haar slapen drukte en zich diep schaamde: ik ben jaloers!

Eu vi isso acontecer com a Rose e tentei avisá-la, mas ela achou que eu estava com ciúme.
Ik zag het gebeuren met Rose en ik probeerde haar te waarschuwen, maar zij dacht dat ik jaloers was.

Ódio, ciúmes...
Haat, jaloezie.