Erbitterung oor Nederlands

Erbitterung

Noun, naamwoord vroulike

Eine rauhe und bittere Weise.

Vertalings in die woordeboek Duits - Nederlands

wrok

naamwoord manlike

bitterheid

Eine rauhe und bittere Weise.

Een ruwe en bittere wijze.

verbittering

Fast jeder hungerte, und die Lage verschlimmerte sich ständig, was zu einer allgemeinen Erbitterung führte.
Bijna iedereen had honger en de toestand werd steeds slechter, hetgeen tot een algemene verbittering leidde.

bitsheid

Eine rauhe und bittere Weise.

Een ruwe en bittere wijze.

boosheid

naamwoord

Eine rauhe und bittere Weise.

Een ruwe en bittere wijze.

voorbeelde

Nicht einmal die leichteste Bedingung hat sie erfüllt — die Beobachtung des Anstandes“ — sagte er voll Erbitterung.
"Zij heeft niet eens de geringste voorwaarde vervuld om ten minste de welvoeglijkheid te bewaren,"" sprak hij opgewonden."

Und ich sah ihn in enge Berührung mit dem Widder kommen, und er begann gegen ihn Erbitterung zu bekunden, und er ging daran, den Widder niederzuschlagen und seine zwei Hörner zu zerbrechen, und es erwies sich, daß keine Kraft in dem Widder war, um vor ihm standzuhalten.
En ik zag hem in nauw contact met de ram komen, en hij ging van bitterheid jegens hem blijk geven, en vervolgens stootte hij de ram neer en brak zijn twee horens, en er bleek geen kracht in de ram te zijn om voor hem stand te houden.

In ihrer Erbitterung beschlossen sie, die gesamte Religion auszumerzen.
In hun verbittering besloten zij alle religie uit de weg te ruimen.

Tatsächlich jedoch ging das, was er fühlte, weit über Erbitterung und Entsetzen hinaus.
De waarheid was echter dat wat hij voelde vèr uitging boven bitterheid en schok.

Er sah mit Erbitterung, wie schwer es war, seine Freundin Katharina in ihrer früheren Geltung wiederherzustellen.
En met verbittering merkte hij, hoe moeilijk het was zijn vriendin Katharina weer haar vroegere prestige terug te geven.

Sie betreffend schrieb der Apostel Paulus: „Wer waren die, die hörten und dennoch zur Erbitterung aufreizten?
Over hen schreef de apostel Paulus: „Wie waren het die hoorden en toch verbittering veroorzaakten?

Ephraim war größer und stärker, aber Johns Erbitterung schien ihm ungeahnte Kräfte zu verleihen.
Ephraim was groter en sterker, maar Johns woede leek hem een nieuwe kracht te verlenen.

Beim Besuch der Delegation des Ausschusses für Maul- und Klauenseuche wurde deutlich: Das Fehlen einer spezifischen Hilfe in den befallenen Gebieten, von Entschädigungen für Einkommenseinbußen, die durch die Schließung der Märkte und die Beschränkungen für den Ortswechsel der Tiere hervorgerufen wurden, hat bei der Bevölkerung der betroffenen Gebiete ein Gefühl des Alleingelassenseins und der Isolierung, aber auch der Erbitterung bei der ländlichen Gemeinschaft entstehen lassen, die den Polizeikräften, der Armee und den «Drohungen» der Regierung, die finanzielle Entschädigung zu kürzen, ohnmächtig gegenüberstand.
Bij het bezoek van de delegatie van de MKZ-commissie werd duidelijk dat de bevolking in de getroffen gebieden zich door het gebrek aan specifieke steun aan de getroffen gebieden en de ontoereikende vergoeding van de inkomstenderving door de sluiting van de markten en de vervoersbeperkingen voor dieren niet alleen in de steek gelaten en geïsoleerd voelde, maar dat de machteloze landbouwersgemeenschap ook aan vertwijfeling was overgeleverd toen de politie en het leger werden ingeschakeld en de regering "dreigde" om de schadevergoeding te verlagen.

Der Briefträger musste es ja wissen, dachte Beer mit wachsender Erbitterung.
Die postbode moest eens weten, dacht Beer met een groeiende verbittering.

Fast jeder hungerte, und die Lage verschlimmerte sich ständig, was zu einer allgemeinen Erbitterung führte.
Bijna iedereen had honger en de toestand werd steeds slechter, hetgeen tot een algemene verbittering leidde.

"„OLD MAN hat seine Kampfmaschinen ausgeschleust"", stellte Arturo Geraldi mit Erbitterung fest."
'Old Man heeft zijn vechtmachines uitgezet,' zei Arturo Geraldi verbitterd.

Pontonac dachte voller Erbitterung daran, wie Sogmonth arbeiten würde.
Vol verbittering bedacht Pontonac hoe Sogmonth te werk zou gaan.

Ihre Tränen waren nur die der Erbitterung.
Hare tranen waren slechts die der verbittering.

7 Und ich sah ihn in enge Berührung mit dem Widder kommen, und er begann gegen ihn Erbitterung zu bekunden, und er ging daran, den Widder niederzuschlagen und seine zwei Hörner zu zerbrechen, und es erwies sich, daß keine Kraft in dem Widder war, um vor ihm standzuhalten.
7 En ik zag hem in nauw contact met de ram komen, en hij ging van bitterheid jegens hem blijk geven, en vervolgens stootte hij de ram neer en brak zijn twee hoorns, en er bleek geen kracht in de ram te zijn om voor hem stand te houden.

Das Fehlen einer spezifischen Hilfe in den befallenen Gebieten, von Entschädigungen für Einkommenseinbußen, die durch die Schließung der Märkte und die Beschränkungen für den Ortswechsel der Tiere hervorgerufen wurden, hat bei der Bevölkerung der betroffenen Gebiete ein Gefühl des Alleingelassenseins und der Isolierung, aber auch der Erbitterung bei der ländlichen Gemeinschaft entstehen lassen, die den Polizeikräften, der Armee und den «Drohungen» der Regierung, die finanzielle Entschädigung zu kürzen, ohnmächtig gegenüberstand.
Door het gebrek aan specifieke steun aan de getroffen gebieden en de ontoereikende schadeloosstelling van de inkomstenderving door de sluiting van de markten en de vervoersbeperkingen voor dieren voelde de bevolking in de getroffen gebieden zich niet alleen in de steek gelaten en geïsoleerd maar was de machteloze landbouwersgemeenschap ook verbitterd geraakt, toen de politie en het leger werden ingeschakeld en de regering "dreigde" om de schadevergoeding te verlagen.

Das herrliche Gefühl des liebsten Sohnes schlug um in eine solche Erbitterung, daß er aufschluchzte.
Het glorieuze gevoel van de favoriete zoon sloeg om in een zodanige verbittering dat hij in snikken uitbarstte.

Die Erbitterung galt nicht Chooka.
Het was geen ergernis over Chooka.

„Außerdem sind das keine Gefechte mehr, sondern regelrechte Schlachten, die mit ungeheurer Erbitterung geführt werden.
'Het zijn trouwens geen schermutselingen meer, maar ware luchtslagen, die met een ongekende verbittering worden gevoerd.

Er mußte seine Wut und seine Erbitterung abreagieren, und er tat es, indem er Menschen tötete.
Hij moest zijn woede en verbittering afreageren en dat deed hij door mensen te doden.

Die Haltung der Ersten zeugte deutlich von ihrer Erbitterung, mit der sie die Überlegung anstellte: Haben wir eine Wahl?
De bitterheid van de gedachten van de Eerste stond duidelijk op haar gezicht: Hebben we een keus in deze zaak?

« Zwei harte Hände ergriffen sie erneut, unterbanden ihre Bewegungen, und vor Zorn und Erbitterung trat Isabel nach ihm.
Twee harde handen grepen haar, belemmerden haar bewegingen, en gefrustreerd trapte Isabel in het wilde weg om zich heen.

Er wußte, mit welcher Erbitterung die terranischen Kommandanten Jagd auf akonische Waffenschmuggler machten.
Hij wist hoe verbitterd Terraanse scheepscommandanten jacht maakten op Akoonse wapensmokkelaars.

Die nachstehende Bemerkung des Rechnungshofs ist zwar zurückhaltend, zeigt jedoch das Ausmaß der Erbitterung:
De volgende gematigde opmerking van de Rekenkamer geeft aan hoe groot de frustratie is.

16 Denn wer waren die, die hörten und dennoch zur Erbitterung aufreizten?
16 Want wie waren het die hoorden en toch verbittering veroorzaakten?

Ist das Unrecht oder das Leid, das mir zugefügt worden ist, wirklich so groß, oder hat meine Erbitterung etwa eine versteckte Ursache?“
Is het onrecht of de grief zo groot, of schuilt er een verborgen beweegreden achter het feit dat ik tot struikelen ben gebracht?