to warm up oor Nederlands

to warm up

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

warmlopen

werkwoord

I have to warm up my stomach first.
M'n maag moet eerst warmlopen.

voorbeelde

She needed to warm up before she could sort through what was happening.
Eerst moest ze een beetje opwarmen, voordat ze ging uitzoeken wat er eigenlijk allemaal gebeurde.

I drink some water out of a pewter carafe set out for participants and begin to warm up.
Ik drink wat water uit de karaf van tin die klaarstaat voor de deelnemers en begin aan mijn warming-up.

"You're welcome to come in to warm up,"" Paul said, ""before you leave."""
Je mag wel binnenkomen om je te warmen,’ zei Paul, ‘voordat je weggaat.’

“Well, if you need a place to warm up, there’s room at the shelter on Grand.
‘Nou, als u een plek zoekt om warm te worden, dan is er nog plaats in de opvang op Grand Avenue.

He had to warm up, get used to the conversation, and then he was more talkative.
Hij moest opwarmen, wennen aan het gesprek, en daarna was hij spraakzamer.

I want you to warm up, five 100 free.
Ik wil dat jullie opwarmen, vijfmaal 100 vrij.

COACH. Kids. I'd like you all here by 8.30 to warm up.
Kids, morgen hier om half negen voor de warming-up.

At first, there was no response, but after a few more visits, the lady began to warm up.
In het begin kwam er geen antwoord, maar na nog een paar bezoekjes begon de vrouw te ontdooien.

Do some exercises to warm up your muscles.
Doe wat oefeningen om uw spieren op te warmen.

Getting used to him again, perhaps, but still not ready to warm up to him.
Je raakte misschien weer gewend aan hem, maar je was nog niet enthousiast over hem.

I see he gave you something nice and hot to warm up your insides.”
Ik zie dat hij je iets warms heeft gegeven om je weer op temperatuur te brengen.’

I gave the engine time to warm up and sat listening until Matthew rapped on the window.
Ik gaf de motor tijd om warm te worden en bleef ernaar zitten luisteren tot Matthew op het raampje klopte.

I hardly need to tell you that I’m usually just beginning to warm up after three hours.
Ik hoef jou niet te vertellen dat ik eigenlijk pas na drie uur echt op dreef ben.

“You’ll have to warm up your dinner when you get home.”
‘Je zult je eten moeten opwarmen als je thuiskomt.’

It's just to warm up!
Het is alleen om een beetje warm te worden.

But hurry up; the longer you keep those wet things on, the longer you’ll take to warm up.
Maar schiet op, hoe langer je die natte spullen aanhoudt, hoe langer het zal duren voordat je warm bent.

Some may be more outgoing and expressive, others more reserved or slow to warm up to strangers.
Sommige mensen zijn nu eenmaal vlotter en expressiever, andere gereserveerder of minder snel hartelijk voor vreemdelingen.

I just figured he might need a chance to warm up.
Ik dacht, dan kan hij alvast opwarmen.

When your fingers start to warm up again, it feels like there's a hive of bugs in em.
Als je vingers weer warm beginnen te worden, voelen ze aan alsof er een enorme mierenhoop in zit.

All four of the children, shivering with cold, went to warm up by the fire.
Alle vier de kinderen gingen zich rillend van de kou opwarmen bij het vuur.

In March, as it starts to warm up some, we spray for insects and disease and fertilize again.
In maart, als het al wat warmer begint te worden, spuiten wij tegen insekten en ziekten en bemesten nogmaals.

You need to warm up
Kom tot bedaren.

It'll take her some time to warm up to you.
Het zal haar wat tijd vergen om aan jou te wennen.

Just give her a chance to warm up to you
Geef haar een kans om je op te warmen

The next morning the car needed two minutes to warm up and Erin glanced at her wrist.
Toen de auto de volgende ochtend twee minuutjes nodig had om op te warmen, keek Erin op haar horloge.