tacaño oor Nederlands

tacaño

/ta.ˈka.ɲo/ adjektief manlike

codo (mex)

Vertalings in die woordeboek Spaans - Nederlands

gierig

adjektief

geen geld of bezit aan een ander willende geven

Martin Barrett era un tacaño, vicioso y feo rencoroso, y me alegro de que lo mataran.
Martin Barrett was'n gierig, gemeen stuk vreten en ik ben blij dat ie dood is.

vrek

naamwoord manlike

Persona mezquina y miserable.

Een persoon die gierig en vrekkig is.

Ese viejo tacaño no pagaba ni a sus putas.
De oude vrek betaalde zelfs zijn hoeren niet.

krenterig

adjektief

Excesivamente deseoso de no gastar nada.

Overdreven onwillig geld uit te geven.

Hemos sido muy tacaños en relación con la libre circulación de la mano de obra.
Wij zijn erg krenterig geweest op het punt van vrij verkeer van werknemers.

krent · vrekkig · gierigaard · krentenkakker · hebzuchtig · duitendief · krentenweger · schraper · schraperigheid

Soortgelyke frases

tacaña
duitendief · gierig · gierigaard · hebzuchtig · krent · krentenkakker · krentenweger · krenterig · schraper · vrek · vrekkig

voorbeelde

Fue un tacaño hasta con sus muelas. Scrooge...
Het was een sterke vuist aan de slijpsteen, Scrooge.

Siempre compartía sus chutes, no era tacaña.
Deelde haar shots altijd, ze was nooit zo inhalig.

No debemos ser tacaños ni agarrados, y no hemos de olvidar que los países que están a punto de ingresar en la Unión Europea tienen una abundante mano de obra pero, por desgracia, recursos limitados.
Laten wij niet pinnig zijn en ons gedragen als armoedzaaiers. Wij mogen namelijk niet vergeten dat de landen die tot de Europese Unie toetreden heel wat te bieden hebben aan menselijk potentieel, maar weinig aan financiële middelen.

Eres la tacaña que me debe 70 dólares.
Jij bent die vrek van wie ik nog 70 dollar krijg.

Se lo Llevó a la tumba, tacaño vetusto.
In't graf meegenomen, de vrek.

Soy tacaño y egoísta.
Ik ben een goedkope egoïst.

Pero ahora estamos vencidos, no por los rojos, sino por ese grupo de pardos sentimentales con pocas luces y tacaños que tenemos en Washington.
Maar tegenwoordig leggen we het loodje. Niet door de rooien, maar door een stelletje kortzichtige, krenterige kneuzen in Washington.

¡ No seas tacaño con la mostaza!
Wees niet te zuinig met de mosterd.

Tacaño.
Goedkoop ventje

No puedo creer lo tacaño que eres, Al.
Wat ben je toch een vrek, AI.

«¿Ese tacaño de mierda no puede comprarse un mapa?
Waarom koopt die stomme klootzak niet gewoon een landkaart?

—Con lo que me dieron aquellos tacaños de mierda no tenía ni para mí, como para daros a vosotros dos.
‘Die hufters hadden niet genoeg voor mij, laat staan voor jullie.

¿Pueden creer este bastardo tacaño?
Kun je die goedkope eikel geloven?

Santo cielo, y lo tacaños que son hasta los ricos.
Hemeltjelief, zelfs de rijken waren krenterig.

A lo mejor soy un tacaño.
Misschien ben ik echt gierig.

Tacaño, eres mi guardián.
Nou ouderling, jij bent m'n oppas.

No quisieron prestármela anoche, estos tacaños, y la voy a ahogar» bramó Bernard.
Ze wilden me haar gisteravond niet uitlenen, de gierigaards, en ik verdrink haar,’ brieste Bernard.

Me complace tanto que consumidores tacaños usen el champú gratis.
Ik ben blij dat jullie de gratis shampoo hebben gebruikt.

Me llamaron tacaño, chicos
Ze noemen me gemeen, jongens

Debí dejarlo hace tres años, cuando de lo único que me preocupaba era de un par de mujeres gritonas, tacañas, e insatisfechas.
Ik was al 3 jaar met pensioen! Mijn enige zorg was twee vrouwen boos en ongelukkig!

Qué cita tan tacaña.
Wat is dit een goedkope date.

No seas tacaña con la laca.Recuerda
Wees niet te zuinig met de glitter

Qué tacaño eres.
Je bent zo gierig als Dagobert Duck.

De esa forma descubro que es igual de baboso que todos los viejos, pero al menos no es tacaño.
Nu weet ik dat hij net zo kwijlt als alle oude mannen, maar hij is tenminste niet gierig.

El marido de Diane es un tacaño
De man van Diane is nog al krenterig.