arrière-grand-mère oor Nederlands

arrière-grand-mère

naamwoord vroulike

Mère du grand-père ou de la grand-mère de quelqu'un.

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

overgrootmoeder

naamwoord vroulike

Mère du grand-père ou de la grand-mère de quelqu'un.

De moeder van iemand's grootvader of grootmoeder.

Je m'en suis servie, ton arrière grand-mère s'en est servie.
Ik en jouw overgrootmoeder hebben het ook gebruikt.

Soortgelyke frases

arrière‐grand‐mère
overgrootmoeder

arrière-arrière-grand-mère
moederlijke betovergrootouder

voorbeelde

Elle t’a parlé du testament de ton arrière-grand-mère ?
Heeft ze je over het testament van je overgrootmoeder verteld?

Ton arrière-grand-mère a ainsi sauvé ses deux filles et Raya et Macha ont accepté d’être sauvées.
Op die manier heeft je overgrootmoeder haar twee dochters gered en Raya en Macha hebben zich laten redden.

Ton arrière-grand-mère, avait-elle répondu.
Je overgrootmoeder, antwoordde ze.

Arrière-grand-mère du 1er homme sur Mars?
De overgrootmoeder van de eerste mens op Mars?

Mon arrière-arrière-grand-mère a été l’une des rares survivantes du massacre de la rivière Blaauwkranz.
“Mijn betovergrootmoeder was een van de weinige vrouwen die de massamoord bij de Blaauwkrans hebben overleefd.

Je suis arrière-grand-mère maintenant.
Dat is m'n overgrootmoeder nu.

Tout comme l'arrière-grand-mère de Cassia.
Net als jouw overgrootmoeder, Cassia.

Je m’adressais à ton arrière-grand-mère.
‘Ik praat tegen je overgrootmoeder.’

Arrière-grand-mère?
Overgrootmoeder?

Elsie Ann est mon arrière-grand-mère, et nous n’avons trouvé que récemment qui était réellement sa mère.
Elsie Ann was mijn overgrootmoeder, en pas sinds kort weten we wie haar moeder was.

— J’ai beaucoup réfléchi à ce que tu m’as dit sur mon arrière-arrière-grand-mère.
‘Ik heb veel nagedacht over wat je vertelde over mijn betovergrootmoeder.

Votre arrière-grand-mère, peut-être, mais pas vous.
Uw overgrootmoeder misschien - niet u.

Son arrière-grand-père ou son arrière-grand-mère était de race elfique.
Haar overgrootvader of overgrootmoeder was een elf.

C’est ainsi que s’appelait mon arrière-grand-mère
‘Ik ben vernoemd naar mijn grootmoeder.’

«Bon, vous connaissez mon arrière-grand-mère, pas vrai?»
‘U kent mijn overgrootmoeder toch?’

Mon arrière-grand-mère disait toujours:
M'n overgrootmoeder zei altijd:

Dans un journal, j'ai lu qu'une arrière-grand-mère de 95 ans avait eu des jumeaux.
Een opoe van vijfennegentig heeft laatst een tweeling gebaard.

Et là c'est quand mon arrière grand- mère est née, 1863.
En dit is toen overgrootmoeder is geboren, 1863.

Ton arrière-grand-mère nous a toujours beaucoup soutenus par ses dons généreux, et elle nous manquera beaucoup.
‘Je overgrootmoeder was een gulle donateur en we zullen haar missen.’

Mon arrière-arrière-grand-mère disait qu’on y avait eu droit, une fois.
Mijn betovergrootmoeder zei dat het ons ook eens is overkomen.

Ton arrière arrière grand-mère Hilda, avec cette lame castré un rotznasig carcaju.
Je betovergrootmoeder Hilda... heeft met dit mes de Rezatsni Carcajou gecastreerd.

— Depuis que ton arrière-grand-mère est partie vivre en maison de retraite ?
‘Sinds je oma naar dat tehuis is gegaan?’

Pesełe a embrassé son arrière-grand-mère, dont la joue était toute fraîche comme à l’habitude.
Ze had haar overgrootmoeder op haar wang gekust en die had koel en fris aangevoeld zoals altijd.

— Que disait ton arrière-grand-mère, déjà ?
Wat zei je overgrootmoeder ook al weer?

Je veux faire don de la parure de mon arrière-arrière-grand-mère pour la vente aux enchères.
‘Ik wil graag de oorbellen en ketting van mijn betovergrootmoeder doneren voor de veiling.’