-ken oor Engels

-ken

Suffix onsydig

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

-y

Suffix

forming diminutive nouns

Soortgelyke frases

ken ik u?
do I know you

Eadbald van Kent
Eadbald of Kent

Ethelbert van Kent
Æthelberht of Kent

Hlothhere van Kent
Hlothhere of Kent

Necdet Kent
Necdet Kent

Ken Akamatsu
Ken Akamatsu

Kent City
Kent City

gekend
known

voorbeelde

Het goede nieuws: ik ken iemand die misschien iemand kent.
The good news: I know a guy who may know a guy.

Ik ken m'n man beter dan wie ook, en hij heeft nu iemand nodig zoals jij.
But I know my husband better than anybody and he needs someone like you right now.

Dat ken ik goed.
I know that well.

Ik ken je lang genoeg om het te weten wanneer je iets voor me achterhoudt.’
I’ve known you long enough to tell when you’re holding something back.

Ken ik jou?
Do I know you?

En ik meen het, Bea, je bent echt geweldig, een van de leukste vrouwen die ik ken.
And I mean it, Bea, you are gorgeous, one of the coolest chicks I know – super stylish, super fab.’

Ik ken het.
I know it.

Ik ken hem nauwelijks.
I barely know him.

Ik ken hem nauwelijks
Well, I hardly know him

Sinds ik je ken heb ik alles gedaan wat je wilde.
Since the day we met, I have done everything you asked.

Ken je hem?
You know him?

Ik ken dit kind.
I know this kid,

Andere woorden: Ken je nog andere woorden met een soortgelijke spelling of betekenis?
• Other Words: Can you think of any other words with similar spellings or related meanings?

Ze was al een jaar gescheiden van Ken.
It had been a year since she’d divorced Ken.

Ik ken wat mensen in L. A
I know a few guys in L. A

'Ik ken hem nog niet goed genoeg om zijn karakter ten volle te beoordelen.
"""I do not know enough about him yet to completely judge his character."

Ik kon er ook niets aan doen dat Ken het niet mooi vond.
Well, it's not my fault that when Ken got home, he didn't like it.

Ik ken arm en rijk, beroemd en bescheiden, wijs en anderszins.
I have known rich and poor, famous and modest, wise and otherwise.

Ik ken haar verhaal niet, dus jullie ook niet, oké?’
I don’t know her story, so you don’t, okay?”

Nou, ik ken een tent om de hoek.
Well, I know this place around the corner.

Ik ken deze Trail.
I know this trail backwards.

Inspecteur, ik mag dan een ouwe vrijster zijn... maar ik ken het verschil tussen een dolletje en moord.
Inspector, I may be what is termed a spinster, but I do know the difference between horseplay and murder,

Ik ken ze dus ook niet, maar ik denk dat dit haar oudere broer Antonio is.’
I do not know of any of them, but I suspect that is older brother Antonio.”

Ik ken hem niet!
I don't know him!

een beschrijving van de werkplek(ken) die door de bedieners kan (kunnen) worden ingenomen;
a description of the workstation(s) likely to be occupied by operators;