aanharken oor Engels

aanharken

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

rake

werkwoord

Ik weet dat mevrouw Hamel zaterdag wel wat hulp kan gebruiken met het aanharken van bladeren.
I know Mrs. Hampton could use some help raking her leaves on Saturday.

to rake

werkwoord

Pats vrouw, Pam, was net geopereerd. Pat zou de bladeren dus alleen moeten aanharken.
Pat’s wife, Pam, had just had surgery, so Pat would have to rake his leaves by himself.

voorbeelde

De zendelingen zien zuster Ye — ‘Mama Ye’, zoals ze haar liefkozend noemen — vaak de struiken bijknippen of de tuin van de kerk aanharken.
The missionaries often see Sister Ye—“Ye Mama,” as they fondly call her—trimming the bushes or cleaning around the meetinghouse.

Hij was sneller in het aanharken van de schuur dan ik en beter in het hooi opperen.
He was faster at raking out the barn than I was and better at stacking hay.

De anderen zwerven al weken door de woestijn terwijl ik een paar rozenperkjes mocht aanharken.”
The others have had the desert for weeks, while I’ve been tending a garden.”

Je staat op en je gaat de tuin aanharken
What you are gonna do today is get up and go rake

‘De tuin aanharken, schoffelen, wat klusjes binnenshuis, ook elektra, en volgens zijn ex is hij geen erkende vakman.
“Raking leaves, yard work, home repairs, even electrical, and he’s not licensed in anything, according to his ex-wife.

Ik weet dat mevrouw Hamel zaterdag wel wat hulp kan gebruiken met het aanharken van bladeren.
I know Mrs. Hampton could use some help raking her leaves on Saturday.

Maar als bladeren aanharken al moeilijk is voor drie mensen, moet het wel heel moeilijk zijn als je er alleen voor staat!
“But if raking leaves was hard for three people, it must be really hard for one!”

Pats vrouw, Pam, was net geopereerd. Pat zou de bladeren dus alleen moeten aanharken.
Pat’s wife, Pam, had just had surgery, so Pat would have to rake his leaves by himself.

Bladeren aanharken kan ontzettend leuk zijn.
Raking leaves can be a lot of fun.

Ze liet mij altijd alles aanharken.’
She always had me do all the raking.”

Hij plantte laurier en lavendel bij de voordeur en hield zichzelf bezig met het maaien en aanharken van de gazons.
He planted laurel and lavender by the front door and kept himself busy mowing the lawns and raking the leaves.

Wij zijn de dorpsraad, geen jongens die haar tuintje aanharken en...’
We're the Village Council, not boys raking her yard, and —”

Ik had de mevrouw wel eens in de tuin gezien, rozen knippend of het grind aanharkend.
I had seen the lady occasionally in the garden, cutting roses or raking the gravel.

Bloembedden omspitten, paadjes aanharken, struiken weghalen en meer van dat soort nutteloze karweitjes.
Hoeing the beds, fixing the paths, digging up bushes and all sorts of pointless work.

Ze had een hekel aan buitenkarweitjes, zoals houtmanden vullen, het kippenhok aanharken en de varkens voeren.
She hated outside jobs like filling the wood baskets and raking out the chicken coop and feeding the pigs.

‘Ik ga er meestal twee keer per jaar naartoe, bladeren aanharken en het een beetje netjes houden.’
“I come out twice a year to rake leaves and do basic maintenance.”

Hij liet me de vuilnisbak buiten zetten, iets in het huis opruimen of samen met mijn vrienden bladeren aanharken of sneeuwruimen.
He would have me take care of the garbage cans, clean up something in the house, or get my friends to join me in raking leaves or shoveling snow.

Het leek alsof hij gemaaid gras aan het aanharken was: een jonge man, misschien ergens in de twintig.
It looked like he was raking up grass clippings: a young man, in his twenties maybe.

De straf die hierop staat volgens het handboek voor vaders is de tuin aanharken en geen muziekclip van het jaar.
Now, according to the Official Dad's Handbook the punishment for furniture through a window is raking the yard to pay for it, and no Music Video Awards. Oh, Dad.

Ik kan hem aanharken en het vuil verbranden... of andere klusjes doen.
I could, uh... I could rake it up and, uh, burn your trash for you or any other kind of job needs done.

‘Misschien kan ik morgen de boel wat aanharken.’
“I suppose I could do some raking tomorrow.”

Bladeren aanharken was zwaar werk, maar zijn zussen, Chloé en Amelia, en hij waren eindelijk klaar.
Raking the leaves was hard work, but he and his sisters, Chloé and Amelia, were finally done.

Met wat goed gedrag, het aanharken van de gevangenistuintjes, stond je binnen vijf jaar weer op straat.
With a little good behaviour, a little raking around the prison grounds, you would be out the gates within five.

William dacht: Pat gaat zijn bladeren aanharken.
“Pat must be getting ready to rake his leaves,” William thought.

De bladeren zijn nogal snel gaan vallen en ik ben wat achter met het aanharken.
The leaves have begun to fall rather fast, you know, and I have been tardy in sweeping them up.